‘Ik eet de hele dag maïswafels met een veel te dikke laag pindakaas op’
Plantaardig eten en intussen extreme sportprestaties neerzetten: kan dat wel? Veganistische ultralopers tonen de weg, geplaveid met bonen, noten en veel, veel meer.
‘Heel wat mensen veronderstellen dat je wel dierlijke producten móet eten om veel spiermassa te kunnen aanmaken. Maar dat is keer op keer onwaar gebleken.’ Scott Jurek, hier aan het woord in een gesprek met de website No Meat Athlete, kan het weten. De Amerikaan, nu 48 jaar, wordt met voorsprong beschouwd als de sterkste ultraloper van zijn generatie.
Tussen 1999 en 2005 won hij zeven keer op rij de Western States 100 miles, een van de meest uitdagende loopwedstrijden ter wereld. Over een afstand van 160 kilometer moeten de deelnemers niet minder dan 5.500 meter stijgen en 7.000 meter dalen op vaak smalle, ruige bergpaden in de Californische Sierra Nevada. De wedstrijd vindt eind juni plaats: in de bergen kan op dat moment nog sneeuw liggen, terwijl onderaan in de woestijn de temperaturen de hoogte ingaan.
Jurek won ook drie keer de Spartathlon, een 246 kilometer lange loopwedstrijd tussen Athene en Sparta. Hij was een tijdlang de Amerikaanse recordhouder op de langste afstand afgelegd in 24 uur, goed voor niet minder dan 267 kilometer. Dat alles deed hij – op aanvuren van de gezondheidsproblemen van zijn moeder – op een veganistisch dieet.
Dat lijkt geen sinecure. Aan vetten en koolhydraten – de brandstof van duursporters – is in een veganistisch dieet geen gebrek. Maar elke sporter weet dat eiwitten cruciaal zijn voor de opbouw en het herstel van spieren. Dierlijke eiwitten uit vlees, eieren of melk geven daarvoor betere resultaten dan de plantaardige eiwitten uit noten of bonen, zegt
Stephanie Scheirlynck op basis van wetenschappelijk onderzoek. Zij is de diëtiste van onder meer voetbalclub RSC Anderlecht, wielerploeg Trek-Segafredo, marathonloper Koen Naert en meerkampster Nafi Thiam. ‘Omdat de kwaliteit van een plantaardige eiwitbron lager is,’ zegt ze, ‘heb je per maaltijd een heel gamma en vooral grotere hoeveelheden nodig om het wegvallen van dierlijk eiwit te compenseren.’ Ze benadrukt dat er nog veel onderzoek loopt.
Met dat compenseren had Jurek naar eigen zeggen geen probleem. ‘Mijn eerste zorg is niet wat ik eet, maar hoeveel ik eet’, zegt hij. Op de hoogtepunten van zijn carrière, met weken waarin hij tot 225 kilometer trainde, had zijn lichaam niet minder 5.000 tot 8.000 calorieën per dag nodig, zei hij in een interview met The New York Times. Het ontbijt beschouwt hij als de belangrijkste maaltijd van de dag. Dan verorbert hij bijvoorbeeld een smoothie van olie, amandelen, bananen, bessen, vanille, zout, gedroogde kokosnoot, een paar dadels en soms wat proteïnepoeder. Zijn lunch en diner bestaan uit enorme salades met volkoren granen, gewone én zoete aardappelen, aangevuld met bonen, of met een combinatie van tempeh en tofu.
B12 als enige supplement
Via zijn vele boeken met titels als Eat&Run inspireerde Jurek ultralopers wereldwijd om de stap naar een veganistisch eetpatroon te zetten. Of, omgekeerd, zette hij veganisten ertoe aan om aan ultralopen te doen. Simon Berlo, die vorig jaar 55 kilometer door IJsland liep, is één van hen. Hij haalt ‘voortdurend snacken’ aan als zijn sleutel tot succes. ‘Dat doe ik de hele dag lang. Laat alles maar komen, ik krijg het wel op. Vaak gaat het om noten of rozijnen. Ook iets waar ik vaak naar teruggrijp, is pindakaas. Ik sta op mijn werk bekend als die ene die de hele dag door maïswafels loopt te eten met een veel te dikke laag pindakaas erop.’
De enige vitamine die Berlo, net als veel ultralopers, als
‘Variëren is cruciaal. Eet alles en eet je groenten in zo veel mogelijk kleuren’
Bram Vogels Sportcoach Up4Running
supplement neemt, is B12. Die is alleen te vinden in dierlijke producten.
Het is de rode draad door alle getuigenissen: veganistisch eten en tegelijkertijd topsport doen? Dat vereist geen rocketscience. ‘Toen ik begon met veganistisch eten, leek dat heel moeilijk’, zegt Josef Koch, die onder meer de
Western States 100 Miles op zijn palmares heeft staan. ‘Dat geldt in het begin, maar het went snel.’
Toen Bram Vogels begon met ultralopen, at hij wel twaalf eieren per week, aangevuld met liters melk. Veganistisch leven vatte hij als een experiment op. Elk half jaar liet hij zijn bloed door een arts controleren. ‘De eerste keer was mijn ijzergehalte wat laag. De dokter stelde voor om dat op te lossen met een supplement, maar ik ben simpelweg meer groene groenten beginnen eten. Dat volstond.’
Vegan aan de bevoorrading
Vogels is sportcoach bij zijn eigen bedrijf, Up4Running. In juli organiseert hij een eigen ultraloopwedstrijd – de Ortler Sky Trails – aan de Stelviopas, met afstanden tot 86 kilometer. Het is het eerste ultraloopevenement, zegt Vogels, waarin aan de bevoorradingsposten alleen veganistische snacks worden aangeboden. In zijn keuken puilen de schappen uit van bokalen vol bonen en linzen. ‘Vooral variëren is cruciaal’, zegt hij. ‘Eet alles. En eet je groenten in zo veel mogelijke kleuren.’ Scheirlynck zegt dat ze topsporters onder haar hoede nooit spontaan zal aanraden om veganistisch te worden. De claim van Jurek dat zuiver plantaardig eten hem net sterker heeft gemaakt, is wetenschappelijk niet gegrond. ‘Maar ik zal het nooit iemand ontraden, als dat een bewuste keuze is’, zegt ze. ‘Aanvankelijk zal het puzzelen zijn om een gamma aan voedingsmiddelen te vervangen. En het blijft iets heel individueels: het ene lichaam zal sneller tekorten opbouwen dan het andere en beter reageren op één voedingspatroon dan op een ander. Het belangrijkste is om daar goed naar te luisteren. Maar dat het mogelijk is om op een veganistisch dieet straffe sportprestaties te leveren, is wel duidelijk.’