Eén helft doorduwen volstaat voor Liverpool
CHAMPIONS LEAGUE Drie jaar na de winst tegen Tottenham staat Liverpool weer in de finale van de Champions League. Nochtans waren The Reds bij de rust een hartfalen nabij.
‘Oef ’, dacht Jürgen Klopp toen Fabinho iets voorbij het uur besloot aan te leggen en de Villarrealdoelman Rulli door de benen te grazen nam. Even later kopte Luis Diaz de 2-2 binnen en brak de veer definitief bij Villarreal. Het sprookje van El Submarino Amarillo, De Gele Duikboot, was uit.
De wedstrijd was slecht begonnen voor de troepen van Klopp. In de derde minuut zwiepte Coquelin de bal voor doel waarop Capoue een even geniale als onbedoelde bal breed gaf. De Senegalees Dia, vervanger van Danjuma, schoof de 1-0 tegen de netten. Jürgen Klopp knipperde met de ogen en mocht blij zijn dat de score niet meteen hoger opliep. Dani Parejo plaatste naast, een kopbal van dichtbij van Gerard Moreno belandde op Robertson.
De Engelsen schrokken zich kapot. Ze hapten naar adem terwijl Villarreal het gaspedaal indrukte. Liverpool bleef zelf te slordig aan de bal. Een bal boven op de lat van Thiago Alcantara kon nauwelijks voor verlichting zorgen. De Spanjaarden speelden zo agressief en gretig dat Liverpool niet de indruk kon wekken dat het voor een plaats in de finale speelde. Een counter met Jota werd geneutraliseerd door doelman Rulli.
Zwakke schakel Rulli
Aan de overzijde gooide Alisson Becker zich ook voor een doorgestoten Lo Celso, na een ziekenhuisbal van Keita. De Braziliaan hield zich in, speelde de bal met zijn lijf en gleed zo ook Lo Celso omver. Terecht geen strafschop, vonden ref Makkelie en zijn VAR, tot onvrede van Villarreal. Lang hoefde de thuisploeg niet te treuren. Een diepe bal werd op het eerste gezicht weer knullig gecontroleerd door Capoue, maar opnieuw puurde hij er een assist uit: zijn voorzet was afgemeten, Coquelin torende boven een apathische Alexander-Arnold uit: 2-0.
Klopp klopte op tafel in de rust, liet Jota in de kleedkamer en bracht bij de start van de tweede helft Luis Diaz in. Duidelijk was dat de Spanjaarden veel energie hadden verbruikt. Liverpool herstelde het evenwicht en vond stilaan weer de controle. Nadat een schot van Alexander-Arnold op de lat was afgeweken en Luis Diaz te wild was omgesprongen met de ruimte die hij kreeg, volgden enkele fatale salvo’s. Eerst verloste Fabinho zijn ploeg van een stille reis terug naar Engeland. Luis Diaz kreeg het stadion helemaal stil met zijn kopbal (2-2). Toen Rulli, de zwakke schakel bij de Spanjaarden, naast de bal ging, zonk de duikboot helemaal. Mané toonde zich genadeloos voor de blunderdoelman: 2-3.
Villarreal, dat zestien jaar geleden ook al eens in de halve finales van de Champions League sneuvelde, eindigde zelfs nog met tien, na een tweede geel voor Capoue.