‘Sterven tijdens de jacht is een mooie dood, zei hij altijd’
Aan de Kemmelberg is zondag het lichaam aangetroffen van Patrick Geelhand de Merxem. Ernaast lagen zijn karabijn en een dode ree. Een jachtongeval, zelfmoord of moord: alle pistes liggen open.
‘Patrick is op zijn buik gevonden met zijn karabijn onder hem’, zegt zijn broer Jean-Pierre Geelhand de Merxem (70). ‘Hij had een schotwonde in de borststreek. Mijn broer had zoals altijd zijn fototoestel bij, om de plek vast te leggen waar hij wild schoot. Het doodgeschoten reetje was volgens mij nog niet verplaatst. Mogelijk is hij daar gestruikeld en ging zijn karabijn zo per ongeluk af. Of gebeurde dat terwijl hij foto’s nam.’
Het lichaam lag op de flank van de Kemmelberg, waar de 63-jarige Patrick Geelhand de Merxem in een landhuis woonde met negen slaapkamers en drie badkamers. Volgens het parket vertoonde hij minstens één schotwonde. Hoe hij om het leven is gekomen, is nog niet duidelijk. ‘Een jachtongeval, zelfdoding of tussenkomst van een derde. Alle pistes worden opengehouden’, zegt Tom Janssens van het parket van WestVlaanderen. Gisteren werd een autopsie uitgevoerd. Intussen is ook een huiszoeking gebeurd in het landhuis waar de edelman woonde. ‘Dat onderzoek moet kwaad opzet uitsluiten’, zegt zijn broer.
‘Patrick zat op een van onze hoogzitten’, weet broer Jean-Pierre. ‘Zo hebben we er een aantal op de Kemmelberg. Vanop een hoogte heb je een beter zicht om te jagen. Meteen na het schieten verwijderen we altijd de munitie uit de karabijn, om te vermijden dat er bij het naar beneden komen per ongeluk een kogel afgaat. Er kan natuurlijk altijd een fout gebeuren: soms denk je dat er geen kogels meer in je karabijn zitten, terwijl er toch nog een in zit.’
De Heuvellandse fotograaf Eric Flamand vergezelde Geelhand de Merxem weleens tijdens het jagen en maakte ondertussen foto’s van het landschap. Ook zondag had Geelhand zijn compagnon meegevraagd. ‘Hij belde mij vrijdagavond op met de vraag om die avond nog, of zaterdagochtend vroeg mee te gaan, maar ik kon niet. Blijkbaar is hij zondag dan toch alleen gegaan’, zegt Flamand.
‘Het leven van mijn broer draaide rond de jacht, en hij organiseerde zijn leven zo dat hij zo veel mogelijk kon jagen’, vertelt JeanPierre Geelhand. ‘Sterven tijdens de jacht, hij zei altijd dat het een mooie dood zou zijn.’
Dat er met zijn levensstijl geen plek was voor een partner, vond Patrick helemaal prima. ‘Ik heb het hier nog vrij gezellig’, vertelde hij vorig jaar toen zijn kasteel te koop werd gezet. ‘Het is hier fantastisch mooi en ik zou hier tot de rest van mijn dagen willen wonen, maar op deze leeftijd word je slaaf van je eigendom.’
‘Gehele hand van Merksem’
Het kasteel had Patrick Geelhand van de familie geërfd. Zijn verre voorouders werden tot de adelstand verheven door de Habsburgse keizer Karel VI. Volgens zijn adelbrief, die hij ons vorig jaar nog liet zien, werden ze vereerd ‘omdat ze goede katholieken waren’. Volgens de overlevering danken ze hun adelstand vooral aan de heldendaad van Patricks Duitse voorvader, Gerritz van
JeanPierre Geelhand de Merxem
Ceulen, wiens ‘gehele hand’ afgekapt werd toen hij de vlag van de vijand stal bij de Slag bij Leiden, in 1573. Van Ceulen werd Geelhand. En Geelhand werd Geelhand de Merxem, toen een latere voorvader van Patrick zich in Merksem vestigde.
Zelf was Patrick Geelhand de Merxem een advocaat op rust, en was hij voordien stafhouder aan de balie van Ieper. Maar in de streek was hij vooral bekend als jager. De man was lid van de Patrijzencommissie en was docent bij het Instituut voor de Jachtopleiding. Ook was hij de oprichter en bezieler van wildbeheereenheid ‘In Flanders Fields’. De leden van de vzw krijgen beschermde jachtrechten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld twee maanden op patrijzen jagen, terwijl andere jagers dat slechts één maand mogen.
‘Mijn broer organiseerde zijn leven zo dat hij zo veel mogelijk kon jagen’
Broer van het slachtoffer
‘Jachtongeval heel uitzonderlijk’
Volgens Goethals is dit te danken aan de strenge jachtopleiding in Vlaanderen. (tr)