Het zelfgekozen kleurloze afscheid van Wouter Beke
Zijn afscheidsspeech lag al langer klaar, maar kwam pas onder druk uit de lade. Het vertrek van een minister die zich onbegrepen voelt door zowel de media als zijn eigen partij.
‘Laten we de gordijnen het best open of dicht?’, vraagt een kabinetsmedewerkster vriendelijk, maar aangeslagen aan de journalisten, net voor het officiële ontslag van haar baas. Het maakt niet veel uit voor de fotografen. Aan de grijze, amper aangeklede zaal op het gelijkvloers van het Ellipsgebouw, een van de typische wolkenkrabbers van de overheid aan het station Brussel-Noord, valt niet veel te verhelpen.
Wouter Beke wilde het zelf ook zo. ‘Om Joke Schauvliege-taferelen te vermijden’, klonk het donderdagavond na de onverwachte persconferentie op zijn kabinet. De Oost-Vlaamse minister van Natuur en Landbouw nam toen in tranen afscheid op het partijhoofdkwartier, geflankeerd door toenmalig voorzitter Wouter Beke die zich amper een houding wist aan te nemen.
Nu was de partijtop in geen velden of wegen te bekennen, naar eigen zeggen omdat hij het zelf ook liever zo had. Zijn volledige kabinet werd pas last minute ingelicht, net voor ze de trein wilden opstappen. Zijn vrouw en dochtertje flankeerden hem met een oranje trui ‘nothing to prove’: niets te bewijzen. Dat was ook de rode draad doorheen zijn afscheidsspeech.
Eigen verwezenlijkingen
Al bij de start van de speech klopte Beke zichzelf op de borst. ‘Vandaag is mijn laatste dag, maar ik ben fier op wat ik met mijn ploeg heb kunnen verwezenlijken’, klonk het. Een derde van zijn afscheidsspeech wijdde hij vervolgens aan cijfers, om te besluiten: ‘Als ik de budgetten allemaal samen optel, is er voor meer dan het dubbele van wat we met CD&V tijdens de verkiezingen beloofd hebben, gerealiseerd. Wie kan dat zeggen?’
Hij toonde zich ook ‘het meest fier over de vaccinatiecampagne die ik voor ons land in goede banen heb geleid en die Vlaanderen op de wereldkaart heeft gezet’.
Pas daarna schakelde Beke over naar het overlijden van het baby’tje in de kinderopvang in Mariakerke. ‘Dat heeft me meer aangegrepen dan ik aan de buitenwacht wilde toegeven, maar ik ga hier nu niet meer over zeggen. Er loopt een
gerechtelijk onderzoek, een audit en er is een parlementaire onderzoekscommissie.’
De speech, die al langer klaarlag en waarover zijn communicatiemedewerkers niets meer te zeggen kregen, was daarmee opnieuw Wouter Beke ten voeten uit.
Uithaal naar de media
Meer zelfs, Beke gooide in zijn speech ook alle frustratie over de media van zich af. Hij had het over al zijn verwezenlijkingen ‘die nauwelijks de kranten hebben gehaald, maar toch wel als mijlpalen beschouwd kunnen worden’.
‘En wie mij echt kent, weet dat ik geen kille machtspoliticus ben, zoals ik de voorbije weken heb gelezen. Mijn integriteit als echtgenoot en als vader is belangrijker dan wat er in de media over mij geschreven is, de voorbije twee jaar.’
In zijn speech liet hij tegelijk zijn tweede grote frustratie achterwege: dat hij zich ook twee jaar lang in de steek gelaten voelde door zijn eigen partijtop, die hem in moeilijke tijden nooit expliciet uit de wind wilde zetten.
Ook al liet zijn speech iets anders uitschijnen, zijn kabinet ontkende gisteren stellig dat Beke met frisse tegenzin vertrekt. Volgens zijn team zat hij al sinds Paasmaandag met een mogelijk ontslag in zijn hoofd. Een drie uur durend therapeutisch gesprek met de dichtste medewerkers in zijn tuin bracht toen geen definitieve beslissing. Een dag later, op een ontbijtvergadering van de zogenaamde G7, de absolute partijtop met de zes ministers en de partijvoorzitter, bood Beke wel aan om op te stappen: ‘Als het nodig is, ben ik weg.’ Maar hij kreeg voldoende vertrouwen om op post te blijven, ondanks zijn communicatieve brokkenparcours.
Extra duwtje
Toch bleef de positie van Beke altijd wankel, met name ook in zijn eigen Vlaamse fractie waar hij telkens weer de kritiek moest trotseren. De rampzalige peiling, die Beke ook expliciet vernoemde, gaf hem uiteindelijk het laatste duwtje. Het vroegtijdige vertrek van partijvoorzitter Joachim Coens zet de interne vetes weer op scherp.
Bij CD&V keken ze niet alleen naar Coens om verantwoordelijkheid te nemen, maar ook naar Beke. Felix Coens, zoon van, wees in een open brief weinig subtiel naar ‘kopstukken die al meer dan tien jaar de hoogste postjes bekleden, maar weigeren in eigen boezem te kijken’. Het eerste vraagstuk voor de nieuwe voorzitter was al duidelijk: wat doen we met het probleem-Beke?
Donderdagochtend kwam er dan ook nog eens friendly fire van zijn Limburgse partijgenote Liesbeth Van der Auwera. ‘Ik ken Wouter al zolang ik in de politiek zit’, zei ze op Radio 1. ‘Hij is heel intelligent. Alleen heeft hij niet het talent om empathisch met mensen om te gaan. Ik denk niet dat Welzijn op zijn lijf geschreven is.’
Al die ‘kleine druppeltjes’ leidden er volgens zijn kabinet toe dat hij persoonlijk en emotioneel ‘helemaal op’ was. Samen met de partijtoppers Joachim Coens, Sammy Mahdi en Hilde Crevits hakte hij donderdagmiddag uiteindelijk de knoop door. In zijn speech benadrukte hij nog dat hij afscheid neemt ‘om de partij zuurstof te geven en de nieuwe voorzitter kansen te geven’.
Zelf wordt hij opnieuw burgemeester van Leopoldsburg en keert hij terug naar het federaal parlement. Hij gaat zich nu ook in alle rust voorbereiden op de parlementaire onderzoekscommissie over de kinderopvang in het Vlaams Parlement. Maar daarna gaan de gordijnen even dicht.
De partijtop was in geen velden of wegen te bekennen bij het afscheid van Beke, naar eigen zeggen omdat hij het liever zo had
‘Wie mij echt kent, weet dat ik geen kille machtspoliticus ben, zoals ik de voorbije weken heb gelezen’
Wouter Beke Ontslagnemend minister van Welzijn