‘Het lampje zien aangaan bij kinderen, dat is fantastisch’
Na 17 jaar als thuisblijvende ouder zocht Maia De Greef (49) een ‘kleine job’. De ooit vier kleine kinderen in huis waren niet meer klein, en de financiële nood was er. ‘Ik ben begonnen als middagtoezichter in de school van mijn kinderen, een Freinetschool in Gent’, vertelt ze. Stilaan leerde ze er alle kinderen kennen en merkte ze: ‘kleuters zijn eigenlijk geweldig’.
Toen er een acuut tekort was aan mensen in het lager onderwijs – deels door het lerarentekort, deels door corona – kreeg ze plots de kans om een korte vervanging te doen. ‘Ik had geen ervaring, maar heb ooit wel psychologie gestudeerd. Mijn grote voordeel was vooral dat ik de kinderen al kende.’ Toch was de eerste dag heel onrustig, blikt ze terug. ‘Ik ben heel goed ondersteund door het team. Ze deelden hun voorbereidingen en stelden me gerust.’
De Greef vindt het belangrijk om de komende jaren het diploma te halen. ‘Door de opleiding te volgen, stijgt mijn loon al. Als ik mijn diploma behaal, nog een beetje. En je wordt een betere leerkracht. Uit elke les haal ik iets dat ik onmiddellijk kan gebruiken in mijn klas.’
Ze ziet vooral de voordelen van de job – ze staat momenteel deeltijds voor een klas en geeft enkele uren ondersteuning. ‘Ik weet dat het financiële aspect en de vaak versnipperde uren voor veel mensen een drempel zijn, maar mij komen die net goed uit.’ De grootste drijfveer is om ‘iets nuttig te doen voor de toekomst’. ‘Het is fantastisch om iets uit te leggen en het lampje bij leerlingen te zien aangaan.’ Dat ze deel kan uitmaken van een gemeenschap en dat ze dagelijks met de fiets naar het werk kan is minstens even belangrijk, ‘zodat ik dit nog 17 jaar kan doen’.