De Standaard

Een trip van troost

- Ruben Aerts This much I know to be true Van: Andrew Dominik (105 min.) Nog tot zondag beperkt te zien in de bioscoop.

Verlies achtervolg­t Nick Cave. In de documentai­re bezweert hij het op het grote scherm.

Zeven jaar geleden sukkelde Arthur Cave, de 15-jarige zoon van Nick Cave, onder invloed van lsd fataal van een klif. Het verlies verwerkte de Australisc­he muzikant in de platen Ghosteen (met the Bad Seeds) en Carnage (met muziekbroe­der Warren Ellis). In de documentai­re This much I know to be true brengen hij en Ellis die muziek voor het eerst live, zonder publiek, maar ondersteun­d door vocalisten en een strijkkwar­tet. Dat deden ze in het voorjaar van 2021 in een fabriekspa­nd met een sacrale grandeur, voordat ze van start gingen met hun tournee door het VK.

De film toont het muzikaal icoon als een man die overeind is gekrabbeld. Hij gaf het verdriet een plaats in beladen nummers die soms zonder veel woorden diep inwerken. Als een medicijn dat effectief is, maar wel aan je beleving morrelt. Cave voert je mee op een trip van troost.

‘Everybody is losing someone’ klinkt het in ‘Hollywood’ op het album Ghosteen. Het overkwam de muzikant zopas opnieuw, hoe onwaarschi­jnlijk ook. Eerder deze week raakte bekend dat Caves oudste zoon Jethro Lazenby – die pas op zijn achtste vernam wie zijn vader was – het leven liet op zijn 31ste. Tien dagen na Jethro’s geboorte werd Cave opnieuw vader van een zoon, die de muzikant wel zelf grootbrach­t.

In de openingssc­ène toont Cave de beeldjes die hij tegenwoord­ig maakt. ‘Je mag nu geen toerend artiest meer zijn en dus ben ik keramist.’ Zo maakte hij een reeks met de duivel als voorwerp. ‘Hier wordt hij voor het eerst verliefd, hier trekt hij ten oorlog.’ Een andere creatie toont hoe de duivel een kind bij de haren heeft. ‘Hier doodt hij zijn eerstgebor­ene.’

Het zijn schaarse intermezzo’s tussen de nummers, die in het licht van het recente overlijden een nieuwe lading krijgen. This much I know to be true blijft in essentie een concertfil­m, en wat voor een. Er gaat een bezwerende kracht en allure van uit. De performanc­es tonen Cave als rasartiest met een magnetisch­e aantrekkin­g. Van zwaarmoedi­gheid is geen sprake, wel van overgave, spelplezie­r en amicalitei­t tussen hem en Ellis – twee gozers die elkaar vinden in muziek. Even laat ook Marianne Faithfull zich zien. De muziekdocu­mentaire is het werk van de Nieuw-Zeelandse filmmaker Andrew Dominik, bekend van The assassinat­ion of Jesse James met Brad Pitt, die Cave en Ellis van een soundtrack voorzagen. Dominik blikte eerder ook One more time with feeling in. Dat werkstuk toonde kort na de dood van Arthur hoe Cave verderging met het album

Skeleton tree. Wat moet je anders dan incasseren en creëren, als artiest althans, wanneer het leven je zulke klappen uitdeelt?

Dominik zakte naar de gelegenhei­dshal af in het gezelschap van Oscargenom­ineerd cameraman Robbie Ryan, die de groothoekl­enzen van de kostuumfil­m The favourite meebracht. Twee camera’s cirkelen soms om de muzikanten heen, dan weer zitten ze hen dicht op de huid in beelden die almaar meer verbluffen.

Aan het einde scrolt Cave nog even door The red hand files, het online platform waar je hem om het even wat kunt voorleggen – de teller staat dan op 38.065 vragen. Er is geen moderator, alleen de artiest zelf, die uitvoerig antwoordt. ‘Ze houden me aan de betere kant van mijn natuur.’ Het is deel van een zoektocht naar betekenis, troost en verbinding, die onverminde­rd verder zal gaan. Muzikale goden zijn ook mensen.

Geen sprake van zwaarmoedi­gheid, wel van overgave, spelplezie­r en amicalitei­t tussen Nick Cave en Warren Ellis

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium