Wie neemt het op voor de onzichtbaren?
DE STEMMING Walter Zinzen betreurt dat geen enkele politicus ooit iets positiefs zegt over nietEuropeanen, die zich hier gevestigd hebben of dat graag zouden willen doen.
‘De ene staat in ’t donker, de andere staat in ’t licht. Die in ’t licht die ziet men, die in ’t donker ziet men niet.’ Dit citaat uit de Dreigroschenoper van Bertolt Brecht (het bekende Mackie Messer-lied) liep als een rode draad door de herdenkingsavond voor Reinhilde Decleir in de Borgerhoutse Roma afgelopen maandag. Want dat heeft Reinhilde gedaan met Tutti Fratelli: de onzichtbaren, de (kans)armen, zichtbaar gemaakt.
Halverwege de voorstelling kwam een jonge man op het podium, die aandacht vroeg voor andere onzichtbaren: de zogenaamde illegalen, de niet-gedocumenteerde medeburgers van buitenlandse afkomst die zich kapot werken in het duister maar geen enkel recht hebben. De afgeladen zaal barstte los in een daverend applaus. Een schril contrast met wat de dag nadien in de krant stond: dat voor een meerderheid van de Vlaamse kiezers nieuwkomers nooit ofte nimmer Vlaming of Belg kunnen worden, hoe groot ook hun inspanningen zijn (DS 10 mei). Dat moet althans blijken uit De Stemming, de opzienbarende opiniepeiling. Daar komt nog eens bij dat zelfs linkse kiezers liever Oekraiense vluchtelingen zien dan Syrische.
Antichristelijk terugkeerbeleid
Hoe komt het toch dat de perceptie van niet-Europese landverhuizers zo negatief is, ook bij linkse mensen die toch geacht worden solidair te zijn met mensen in nood? Het antwoord is even simpel als weerzinwekkend: omdat politici uit alle partijen voortdurend staan te roepen dat we de illegale migratie moeten stoppen, dat we onze buitengrenzen moeten beschermen, dat we een streng terugkeerbeleid moeten voeren, dat we moeten voorkomen dat al die vreemde uitvreters onze sociale zekerheid leegzuigen …
Nooit ofte nimmer hoor je een politicus iets positiefs zeggen over nietEuropeanen, die zich hier gevestigd hebben of dat graag zouden willen doen. Welke politicus ontkracht de populaire gedachte dat de immigratie ons overspoelt? Welke politicus kent de becijfering van economen dat een toename van 1 procent migranten leidt tot een toename van het bruto binnenlands product met 2 procent? Welke politicus wijst erop dat de kinderen van al die vreemde snuiters de pensioenen betaalbaar zullen houden?
Welke politicus heeft tijdens de pandemie gewezen op de inzet van ‘buitenlands’ medisch, verplegend en verzorgend personeel in ziekenen rusthuizen? Volgens de jongste officiële cijfers is het aantal buitenlandse werknemers in de zorg met 30 procent toegenomen de jongste zeven jaar. Daar zijn niet eens de nieuwe Belgen inbegrepen, landgenoten die afstammen van buitenlanders. Zoals Sammy Mahdi bijvoorbeeld. Maar daarover horen we de toekomstige voorzitter van CD&V, nu nog staatssecretaris voor Asiel en Migratie, nooit. Zijn in hoge mate hardvochtige en dus antichristelijke terugkeerbeleid valt juist heel goed bij de resterende christendemocraten.
Dam opwerpen
Bij ‘links’ oogt het plaatje niet beter. Integendeel, Conner Rousseau, de succesvolle voorzitter van Vooruit, heb ik nog nooit een vriendelijk woord horen zeggen over onze nieuwe medeburgers. Alleen maar kritische opmerkingen. Zijn uitspraak over Molenbeek past in dat straatje. Op 1 mei viel hij Vlaams Belang frontaal aan. Eindelijk. Maar over het racisme van die partij repte hij met geen woord. Vreemd.
Zowel zijn partijgenoten als zijn potentiële kiezers vinden dat allemaal kennelijk prima: het levert hem – in de peiling – een fraaie winst op van 5 procent. Vooruit wordt – in de peiling – de derde grootste partij na de N-VA en Vlaams Belang, die allebei rond de 22 procent schommelen. Grootste partijen? Is 15 en 22 procent groot? Ooit behaalden de Belgische socialisten, net zoals de christendemocraten, om en rond de 40 procent. Het is een internationaal verschijnsel. Echt grote partijen bestaan niet meer. Toen Thierry Baudet in 2019 in de Nederlandse provinciale verkiezingen 19 procent van de stemmen haalde, was zijn partij meteen de grootste. In Duitsland ‘wonnen’ de sociaaldemocraten de jongste parlementsverkiezingen met 26 procent. De christendemocraten moesten het met een procentje minder stellen. Drie kleintjes vormen nu samen een Duitse meerderheidsregering.
Je zou denken dat ze op ‘links’ alle zeilen bijzetten om gezamenlijk een dam op te werpen tegen xenofoob extreemrechts, het tegendeel is waar
In landen als Frankrijk en Italië zijn sociaal- en christendemocraten zo goed als verdwenen. Maar overal rukt extreemrechts op. Bij ons is Vlaams Belang met 22 procent ook niet echt groot, maar minder klein dan alle andere, de N-VA uitgezonderd. Je zou denken dat ze op ‘links’ alle zeilen bijzetten om gezamenlijk een dam op te werpen tegen xenofoob extreemrechts. Het tegendeel is waar. Met 15 procent denken ze bij Vooruit dat ze op eigen kracht naar de verkiezingen kunnen en lonken ze naar de N-VA, niet echt een linkse partij, om samen mee te regeren op Vlaams niveau vanaf 2024. Bij Groen is de afkeer voor ‘socialisten’ legendarisch. En met de PVDA wil niemand in zee. Slecht nieuws voor de onzichtbaren. Ze zullen onzichtbaar blijven.
een vriend bij ons wonen. Hij is weggevlucht uit zijn land, en zocht een veilige en open omgeving om zijn gezin naartoe te brengen. Gekwetst door zijn overheid, en uit liefde voor zijn land en cultuur, stond hij plots op onze stoep. Dat onze kinderen hem met open armen hebben ontvangen en hem heel snel beschouwden als een deel van ons gezin, toont hun openheid en flexibiliteit. Dat onze vriend bovendien Russisch is, leert onze kinderen dat de echte wereld niet zwart-wit is, maar vooral met eindeloos veel kleurschakeringen.
Ons gezin kan zo een echte oefenplaats voor de maatschappij zijn. Een maatschappij waarin je vermogen om je aan te passen aan het onverwachte, noodzakelijk is. Een maatschappij waarin je moet leren rekening te houden met anderen, voor wie je niet hebt gekozen net zoals je niet voor die broer of zus hebt gekozen. Bovenal een maatschappij waar nood is aan creatief optimisme als uitweg uit de angst, en als enige weg naar constructief en duurzaam samen leven. Als gezin proberen we én leren we. Onze ochtendlijke stoelendans houdt ons in beweging. Kiezen voor een gezin is onze manier om te tonen dat we het niet opgeven, dat we een rol willen spelen met ons gezin in die maatschappij, omdat een zorgzame en optimistische samenleving nog altijd mogelijk is.