Zelfgenoegzaam tot de laatste snik
Qua democratische legitimiteit bevinden we ons nu toch in een benarde positie. Slechts één keer om de vijf jaar verkiezingen houden, regionale, Europese en federale tegelijkertijd, zou tijd scheppen voor grondig beleid dat gericht is op de lange termijn. Het tegendeel is waar. De confrontatie met de kiezer zo lang uitstellen, terwijl de wereld snel verandert en de kiezer radicaal wisselt van prioriteiten, stort politieke partijen in paranoia. Voor elke beweging kijken ze schichtig achterom. Waar de kiezer zich bevindt, weten ze niet meer, maar ze voelen de grond afbrokkelen. Zonder verkiezingen ontzeggen ze zich de kans op ferme bijsturingen dankzij een heldere catharsis. Het ontslag van Wouter Beke toont wat je dan krijgt: een weeë vertoning van zelfmedelijden. Het komt te laat en is te slap. De minister wordt geveld door onbegrip. Hij wast zich de handen schoon. Zijn critici in de pers zijn onmensen. Beke toont hoe de particratie zelfgenoegzaam blijft tot de laatste snik.
In andere landen, zoals Frankrijk of Groot-Brittannië, ondergaan regeringen tussen verkiezingen in op tijd en stond grondige reshuffles. Nieuwe ministers belichamen nieuwe prioriteiten in een regering die een andere focus krijgt. Maar ook die tussentijdse zelfcorrectie wordt de Vlaamse en Belgische kiezer ontzegd. Als hij voorzitter wordt, zal Sammy Mahdi de derde CD&V-voorzitter op rij zijn die hetzelfde Vlaams regeerakkoord uit 2019 moet uitvoeren, en de tweede voorzitter op rij die dat regeerakkoord zal ervaren als een juk dat op cruciale punten indruist tegen wat zijn partij nodig heeft om te overleven. Een gevoel dat hij deelt met Egbert Lachaert, die het Vlaams regeerakkoord ook van zijn voorganger erfde. In de federale regering zal hij erover kunnen filosoferen met de volgende voorzitter van Groen, die zich ook aan handen en voeten gebonden zal weten. In versnipperde coalitieregeringen is het regeerakkoord onaanraakbaar. Maar eerder dan stabiliteit te bieden voor vertwijfelde, wanhopige of op triomf rekenende partijen, wordt het een wurgcontract. Deze week is de laatste hoop vervlogen dat Vivaldi alsnog grote akkoorden zal sluiten. Een pril werkdocument voor een grote belastinghervorming is getorpedeerd. De pensioenhervorming blijft spoorloos. Een evident verbod op gokreclame raakt er alleen op slinkse wijze door.
Vivaldi heeft nog twee uitputtende jaren voor de boeg. Tenzij een ongeluk, een stommiteit of overmoed toeslaat. Maar zelfs dan is een reset door de kiezer niet gegarandeerd. De vorige regering-Michel deed er vijf roemloze maanden van lopende zaken bij. Misschien is het in die context inderdaad onredelijk om van een partijvoorzitter die zichzelf tot minister kroonde en die ten langen leste ontslag neemt, enige gloed van politieke verantwoordelijkheid te verlangen.
Het ontslag van Wouter Beke toont wat je dan krijgt: een weeë vertoning