‘Ik vrees dat antipolitieke sentimenten veel breder verspreid zijn dan gedacht’
Zijn we op het punt beland dat peilingen politici nekken? We bespreken de impact van en de kritieken op De Stemming met onderzoeker Stefaan Walgrave. ‘De scalp van Coens is niet waar we op uit zijn.’
De Stemming bevatte flink wat ongemakkelijke vaststellingen. Over Groenkiezers bijvoorbeeld, van wie een meerderheid de kerncentrales wil openhouden na 2025. Over Vlamingen die, zoals de boutade gaat, meer inzitten met het einde van de maand dan met het einde van de planeet, en over wanneer nu iemand ‘echt’ als Belg of Vlaming beschouwd kan worden.
En dan was er natuurlijk nog de politieke peiling, die waarschuwt voor een leegloop van het traditionele politieke centrum, CD&V op kop. Het betekende het einde van het voorzitterschap van Joachim Coens en het ministerschap van Wouter Beke.
Een onderzoek met die impact lokt natuurlijk tegenreactie uit. Staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) vond sommige stellingen in het onderzoek ‘niet heel wetenschappelijk’. Politicoloog Dave Sinardet (VUB) vond de exit van Coens ‘een verdere stap in hoe peilingen politieke realiteiten creëren’. Bedenkingen die we voorleggen aan Stefaan Walgrave (UA), die samen met Jonas Lefevere (VUB) het onderzoek uitvoerde in opdracht van deze krant en VRT Nws. ‘Vervelend, want dat is natuurlijk niet het soort impact waar we op uit zijn. Ik begrijp het wel. Die bodemkoers voor CD&V trekt alle aandacht. Maar hij is het topje van de ijsberg. We onderbouwen een tendens van achteruitgang die we nu al drie jaar lang vaststellen. CD&V claimt geen thema’s, heeft geen boegbeelden, weet zich niet te positioneren op de culturele en economische as. Dát soort wetenschappelijk denken over politiek willen we injecteren in het publieke debat. Wat ons aardig lukt, zeg ik niet onbescheiden. Meer dan ooit beseffen partijen bijvoorbeeld het belang van issue ownership, zich een thema weten toe-eigenen. Dat concept is ook in de media gemeengoed geworden. Daar ben ik oprecht fier op, niet op de scalp van Coens of Beke, integendeel.’ peilt CD&V 11,3 procent. In De Stemming, die tussen 14 en 31 maart werd afgenomen, is dat 8,7 procent. Een serieuze afwijking.
‘Uiteraard zijn die point predictions relatief. Dat is per definitie zo bij statistisch onderzoek waarbij je data uit een steekproef extrapoleert. We maken bijvoorbeeld dat het gewicht van het aantal bevraagde 65-plussers in de analyse correspondeert met hun werkelijk aandeel in de samenleving. Maar misschien is daarbinnen de categorie 75-plus ondervertegenwoordigd. Die herwegingen brengen foutenmarges mee, waarover we transparant communiceren.’
‘Ik ken de methodologie van die andere peiling niet, maar als je vergelijkt met de verkiezingsuitslag van 2019 van 15,4 procent, dan zeggen ze allebei hetzelfde: CD&V krijgt klappen. Statistisch spreken die peilingen elkaar niet tegen. Maar in de perceptie natuurlijk wel. En nogmaals, die peiling is bij ons één grafiek in een bundel van meer dan 130 pagina’s.’
Die bundel vindt gretig aftrek bij de partijen zelf. Hebben zij dit soort data dan niet?
‘Minder dan je zou denken. Politici zijn geobsedeerd met de publieke opinie, maar hoe ze die proberen in te schatten, dat is grotendeels amateurisme. Dat begrijp ik echt niet. Als je kiezers zo belangrijk zijn, dan moet je hen systematisch bestuderen. Uiteraard willen partijen niet
Wie is Stefaan Walgrave?
als marketeers overkomen, maar ze hebben op dit moment vaak geen goed idee van waar de burger, en zelfs hun eigen kiezer, staat.’
Die burger radicaliseert verder, zo blijkt. De eerste editie van De Stemming in 2020 waarschuwde voor een verschraling van het centrum, drie jaar later loopt het alleen maar verder leeg. Een op de drie Vlamingen stemt op Vlaams Belang of PVDA. ‘Populisme is haast mainstream geworden, met name de gedachte dat de politiek en partijen totaal niet bezig zouden zijn met de problemen van de mensen. Het is de boodschap die zowel PVDA als Vlaams Belang altijd herhaalt: niet zij, maar wij staan aan jullie kant! Dat maakt het moeilijk voor traditionele partijen om zich te herpositioneren, ongeacht hun ideologie. Het is fascinerend om te zien dat Vooruit daar wel in lijkt te slagen.’
Tot nader orde pakt de partij vooral kiezers af van Groen. Uit alles blijkt dat Vlaams Belang daarentegen een oninneembaar fort is van erg loyale kiezers. Hoe win je die terug?
(denkt lang na) ‘Vooruit-voorzitter Conner Rousseau probeert die kiezers ervan te overtuigen dat Vlaams Belang niet écht opkomt voor de werkende mensen, maar dat Vooruit dat wél doet. Die strategie is niet kansloos, omdat de socialisten die claim historisch kunnen maken. Herverdeling kleeft op die partij en het thema leeft enorm bij de burger. Die verschuiving van bezorgdheden richting koopkracht is ronduit spectaculair, meer dan ik verwacht had.’
‘Ik zou vooral niet het gevecht aangaan op de culturele breuklijn. Dat is wat de N-VA heeft geprobeerd in 2018-2019, en het is faliekant afgelopen. Ik denk dat Rousseau daarvan zal wegblijven. Hij zal met kleine zinnetjes hier en daar wel signaleren aan wie het horen wil dat hij niet links of woke is qua migratie. Vervolgens zal hij vooral benadrukken dat hij de economische belangen van de mensen zal verdedigen.’
Ook de federale Vivaldicoalitie wilde de populistische opmars stoppen. In 2020 achtte u dat mogelijk ‘als de partijvoorzitters hun regeerakkoord met vuur verdedigen’.
(lacht) ‘Wat niet echt is gebeurd. Alle politici van de regeringspartijen die ik spreek, erkennen dat ook, maar het tij keert maar niet.’
‘Ik geloof daar niet in. Wie heeft er iets bij te winnen? Ik geloof ook niet
in het beeld van de calculerende politicus die alleen maar bezig is met zijn eigen procentje en niet met het aanpakken van de problemen van de mensen. Deze regering probeert net heel hard de burger te behagen, kijk naar de recente btwverlagingen die zijn doorgevoerd.’
Heel erg wordt dat daarom niet geapprecieerd. De steun voor regeringen en het beleid blijft laag.
‘Het politieke ongenoegen is postcorona niet gestegen, maar het was natuurlijk al hoog. Geef mensen een stelling waarbij ze iets slechts kunnen zeggen van de politiek en je krijgt haast automatisch een meerderheid die dat zal doen. Dat is een groot probleem.’
De grootste bedreiging voor de democratie is volgens Vlamingen zelfs de politici zelf, die niet luisteren naar de stem van het volk.
‘Dat vond ik nog een van de strafste, en ietwat onderbelichte, vaststellingen van ons onderzoek. Dat sentiment is enorm corrosief. Een representatieve democratie steunt op vertrouwen. Wanneer burgers eigenlijk zeggen dat de volksvertegenwoordigers het volk niet meer vertegenwoordigen, heb je een groot probleem. Scoren ook hoog: er zijn te veel partijen, politici rijden voor wie rijk en machtig is. Die antipolitieke sentimenten zijn vrees ik veel breder verspreid dan gedacht.’
Een aanzienlijke groep geeft zelfs aan dat vervalste verkiezingen momenteel een bedreiging voor onze democratie vormen.
‘Dat is toch straf? Terwijl daar geen enkele aanwijzing voor is! Ik schrok daar echt van. We leven in onstabiele tijden. Het is een thema dat ik zeker wil opvolgen.’
‘Het succes van Vlaams Belang drijft niet alleen op frustratie over het eigen inkomen. Er is die proteststem, maar er is ook een inhoudelijke stem’
‘Een van de beste voorspellers van politieke attitudes blijkt de tevredenheid over het eigen inkomen. Hoe ongelukkiger mensen zijn met hun eigen inkomen, hoe meer ze hun politici aan de kaak stellen, hoe meer ze ontevreden zijn over allerlei soorten beleid, hoe meer ze zullen stemmen op extreme partijen, maar ook hoe meer ze tegen migratie zijn, hoe meer ze vinden dat klimaat een probleem is dat overdreven wordt en waar eigenlijk niet zoveel aan gedaan moet worden, enzovoort.’
Het gaat dus om het gevoel van inkomensverlies, niet om het objectieve inkomen zelf.
‘Inderdaad. Maar die twee correleren heel sterk. Professoren zullen niet snel ontevreden zijn over hun inkomen. Zelfs onder culturele conflicten zit een belangrijke laag van sociaal-economische ongelijkheid.’
Drijft het succes van Vlaams Belang dan alleen op die frustratie over het eigen inkomen?
‘Nee. Er is die proteststem, maar, en dat wordt soms onderschat, er is ook een inhoudelijke stem. Kiezers stemmen niet alleen tegen, maar ook voor iets. Vlaams Belang staat voor een duidelijke visie op migratie en klimaat, twee cruciale thema’s met een duidelijke links-rechts breuklijn. Klimaatsceptici en al wie een streng migratiebeleid wil, weten heel goed dat Vlaams Belang hun partij is.’
Het migratiedeel uit het onderzoek kreeg ook kritiek. Een van de stellingen was of nietwesterse migranten maximaal onze cultuur en gewoonten moeten overnemen. Professor pedagogische wetenschappen Orhan Agirdag (KU Leuven) heeft met zowat elk onderdeel van die stelling een probleem. Was het te kort door de bocht?
‘Je kunt natuurlijk over elk van die woorden discussiëren. We hadden kunnen opteren voor een andere formulering, bijvoorbeeld of nieuwkomers hun thuiscultuur moeten opgeven. Maar zou het beeld anders geweest zijn? Dat is de fundamentele vraag. Wel, ik denk het niet. De antwoorden correleren in elk geval goed met partijvoorkeuren en andere, eenvoudigere stellingen rond de afkomst van de ouders, het spreken van de taal, staatsburgerschap. Allemaal samen tonen ze een duidelijk verwachtingspatroon van assimilatie, dat weliswaar varieert tussen electoraten. Jonge migranten getuigden in jullie krant achteraf dat zij het ook zo ervaren in de dagelijkse realiteit. Zo bekeken heeft die stelling perfect gemeten wat ze moest meten. Maar ze was ruw en bruut, dat geef ik graag toe.’
De getuigenissen gaven ook aan dat het uiteindelijk een andere huidskleur is die het blijkbaar onmogelijk maakt om als ‘echte’ Vlaming of Belg beschouwd te worden. Maar naar de houding tegenover huidskleur is niet gevraagd.
‘Dat klopt en dat was dom. We zijn het, vrees ik, gewoon vergeten.’
Achter de kritieken schuilt ook de beschuldiging dat het onderzoek koren op de molen is van Vlaams Belang. Volgens Tom Van Grieken is ‘aanpassen of opkrassen’ gewoon mainstream geworden.
‘En omdat Van Grieken er zijn gelijk in ziet, zouden we dit niet mogen uitbrengen? Dat zal ik nooit doen. Ik ben geen activistische onderzoeker. Ik heb privé heel sterke overtuigingen, maar als onderzoeker sta ik op mijn onpartijdigheid. Mijn onderzoek zal nooit bepaald worden door de vraag welke partij er het meest van zou profiteren.’
‘Die stelling over nietwesterse migranten was ruw en bruut, dat geef ik toe. Maar ze heeft perfect gemeten wat ze moest meten’