Hevige regen biedt geen soelaas tegen droogte
De stortregens van de voorbije dagen waren welkom, maar ook niet meer dan een druppel op een hete plaat. We kunnen ons pas weren tegen droogte als we profijt leren halen uit extreme regenbuien.
Na een maandenlang opgestapeld neerslagtekort stevent Vlaanderen opnieuw af op een recorddroogte. Landbouwers zien de eerste oogsten verloren gaan, de natuur ziet af. Hebben de hevige regenbuien van de voorbije week dat beeld gekeerd?
In de data van de 3.000 gazondolken van het onderzoeksproject CurieuzeNeuzen in de Tuin zagen we eind vorige week een stevige piek in het bodemvocht. Enkele dagen met onweer en stortregens hebben geholpen de tuinbodems wat respijt te geven, merken de onderzoekers van de Antwerpse Universiteit. ‘Maar ondanks de stevigheid van de buien, waren ze niet voldoende om de droogte van de voorbije weken te compenseren’, zegt onderzoeker Stijn Van de Vondel.
Geen malse regen
Daar zijn verschillende redenen voor. De buien bleven redelijk lokaal. De data tonen dat de infiltratie van neerslag het grootst was in Antwerpen en Vlaams-Brabant, terwijl er in West-Vlaanderen en Limburg veel tuinen zijn waar de bodem niets heeft gemerkt.
Stijn Van de Vondel
We weten ook dat hevige regen niet efficiënt is: de bodem kan het vele water niet slikken, waardoor veel wegstroomt naar de riool. ‘Je zag de voorbije dagen effectief veel afstroom van overtollig regenwater’, merkt Van de Vondel op. ‘We kunnen de gevallen liters niet zomaar aftrekken van het neerslagtekort.’ Dat konden we ook vaststellen na de eerste fase van het CurieuzeNeuzen-onderzoek vorige jaar, toen we de waterbom analyseerden. Extreme regenval bleek voor bodem en grondwatervoorraden minder zinvol dan langdurige ‘malse’ regen.
Toch moet Vlaanderen zich voorbereiden op de nieuwe realiteit, waarbij periodes van droogte afwisselen met extreme neerslag. Daarom is het essentieel dat we erin slagen zo veel mogelijk profijt te halen uit stortbuien. ‘Belangrijker dan hoeveel er valt en wanneer, is de vraag wat we doen met het water áls het valt’, zegt Van de Vondel. ‘Hebben we regentonnen en regenwaterputten laten bijvullen de voorbije dagen, of hebben we systemen voor regenwaterinfiltratie in de tuin? Dan blijft het water voor langere tijd beschikbaar, en kan het de waterreserves aanvullen.’
Maasdebiet zakt weg
Voorlopig is de trend niet gekeerd. Uit de grafiek van het neerslagtekort in België, die hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) bijhoudt, blijkt dat we nog steeds in een situatie zitten die eens om de vijftig jaar voorkomt, waarbij we op koers zitten om de recorddroogte van 1976 te evenaren. ‘Je krijgt een tekort als er meer water verdampt dan er neerslag valt’, zegt Willems. ‘Door de regen van de afgelopen dagen zie je een klein dipje, waarbij het tekort wat terugviel. Maar die “winst” is beperkt. Daarvoor heeft het te weinig geregend, en is de verdamping nog steeds hoog. Doordat de bodem kurkdroog is, dringt die eerste regen ook niet goed in de grond.’
Je moet al tientallen millimeter regen hebben, dagen na elkaar, om echt herstel te zien, zegt Willems. Dat hebben we niet gehad, en het zit er ook niet meteen in. ‘Er wordt lokaal wat regen voorspeld, en dan vooral onweersbuien. We verwachten dus dat het neerslagtekort weer zal toenemen.’
Het risico bestaat dat we de teugels vieren omdat we denken dat het probleem van de baan is. Toch adviseren hydrologen om geen drinkwater te gebruiken voor niet-essentiële toepassingen. ‘Er is nog geen formeel verbod, maar we raden af om gazons te sproeien, auto’s te wassen of zwembadjes te vullen met leidingwater’, zegt Willems. Ook de captatieverboden op kleine waterloopjes nemen toe. Ze komen onder het ecologische minimale debiet, waardoor er onherstelbare schade aan het biologische leven kan ontstaan.
‘Als de droogte aanhoudt, zul je die verboden ook in grotere waterlopen krijgen’, voorspelt Willems. ‘Vooral de Maas moeten we in de gaten houden. Het debiet zakt er vroeger en sneller dan anders. Als het onder 60 kubieke meter per seconde zakt, treedt het Maasafvoerverdrag met Nederland in werking, en mogen we minder onttrekken. Dat heeft grote gevolgen. We halen 40 procent van ons drinkwater uit de Maas, via het Albertkanaal. Ook de industrie en de scheepvaart zijn er in grote mate afhankelijk van.’
‘Belangrijker dan hoeveel neerslag er valt en wanneer, is de vraag wat we doen met het water áls het valt’
Universiteit Antwerpen