Asiel zoeken op Terschelling
Het Oerol-festival is na twee afgelaste edities zijn aantrekkingskracht nog niet kwijt. Deze jaargang op het menu: heel wat Belgen en locatietheater over asielzoekers.
Het zonovergoten openingsweekend van het 41ste Oerol-festival voelde als zoete revanche, nadat in 2019 en 2020 noodgedwongen online edities hadden plaatsgevonden. Hoe origineel die ook waren, ze konden, uiteraard, niet tippen aan de verwondering die je voelt bij voorstellingen op de meest pittoreske plekjes van Terschelling. Ook dit jaar toont het Nederlandse Waddeneiland zich van zijn knapste kant, met locatietheater in duinen, bossen en schuren (en schaapjes naast het speelvlak).
Traditiegetrouw is een aantal Belgische artiesten afgezakt naar Terschelling. Zo streek Benjamin Vandewalle met zijn ‘kunstenkermis’ Studio Cité neer aan vuurtoren Brandaris, bezorgde Sarah Moeremans de bezoekers rode oortjes met de late night show Rijgen en creëerde het Vlaams-Nederlandse collectief BOG met Tal een tennisveld in het zand. Alexander Vantournhout presenteerde een fascinerende voorstudie van zijn nieuwe solo, waarin hij rond zijn as tolt met een hamer aan een buigbare stok en een mast met witte vlag – oorlog en vrede in één performance.
Maar het was een andere circus-choreograaf, de jonge Leuvenaar Piet Van Dycke, die met de eerste voorstelling van zijn nieuwe gezelschap Circumstances tekende voor een van dé hits van het weekend. In Exit spelen vier acrobaten een steeds sneller kat- en muisspel, waarbij ze elkaars bewegingen kopiëren en ook – haast ongemerkt – elkaars outfits, terwijl ze tevoorschijn komen en verdwijnen achter deuren. Het stuk bouwt slim op naar een adembenemende apotheose, waarbij het middelste decorelement als een rad ronddraait. De performers hijsen zich de lucht in, glijden van de muur en zoeken met z’n vieren een balans die ze uiteindelijk ook vinden. Indrukwekkend.
Op de vlucht
Ook dit jaar toont het Nederlandse Waddeneiland zich van zijn knapste kant, met locatietheater in duinen, bossen en schuren
Het Oerol-publiek staat bekend om zijn bovenmaatse enthousiasme. Dat uitte zich ook dit jaar weer in de vele staande ovaties en een grote gretigheid om mee te doen aan interactieve theaterproducties. Op de talrijke terrasjes en campings van het eiland werd gezellig en in groep geborreld – vaak ‘lekker met de meiden’, zoals Merol zong op muziekpodium De Betonning.
Maar Oerol is meer dan louter vakantiepret: het festival schuwt de geëngageerde thema’s niet. Zo zagen we drie voorstellingen over vluchtelingen. De Belgische RaVlaamse chida Lamrabet schreef de tekst voor Acts of citizenship, een grootschalig project van Via Berlin, Berlage Saxophone Quartet en de Universiteit van Amsterdam. Voor en na de voorstelling vul je op een tablet een enquête in, waarvan het doel – meten of jouw empathie tegenover vluchtelingen veranderd is – nogal opzichtig is.
Het stuk zelf is gelukkig boeiender. Je kijkt mee met drie grensbewakers, die uit de duinen verderop een groep vluchtelingen zien toestromen. Het zijn ‘niet-etnische Vlamingen’, op de vlucht voor het extreemrechtse bestel dat na de verkiezingen in 2024 aan de macht is gekomen en de
onafhankelijkheid heeft uitgeroepen, waarop een klopjacht is gevolgd op al wie geen ‘rasechte Vlaming’ is. Het is – vooralsnog – dystopische sciencefiction, maar ook een interessante denkoefening, zeker om als Belg deze voorstelling te zien vanuit Nederlands perspectief. Zo draaft ook de Nederlandse premier op, die ‘de situatie in voormalig België zorgelijk’ noemt, al blijft het ‘een Vlaams-Waalse crisis en niet de onze’. Hij sluit de grenzen, met een humanitaire crisis tot gevolg.
Atlantikwall
In een woonkamer in het knusse dorpje Midsland speelde Ilay Den Boer meer dan drie uur lang Salomonsoordeel, dat in september te zien is op het Theaterfestival in Gent. In deze meeslepende, interactieve vertelling brengt hij verslag uit van het jaar waarin hij werkte bij de Nederlandse Immigratieen Naturalisatiedienst. Via de asielaanvraag van Hassan uit Gaza, waarover we met de toeschouwers debatteren, maakt hij duidelijk hoe zelfs de meest verfijnde procedures soms geen objectief antwoord bieden op de vraag of iemand een verblijfsvergunning ‘verdient’.
Sterk is ook de jeugdvoorstelling De brieven van Mia (10+) van George & Eran. Daarin gaat een Syrisch meisje uit een asielzoekerscentrum voor een schoolopdracht in gesprek met een oude Joodse man. Op zijn zolder vindt ze brieven van zijn jeugdliefde Mia, van wie hij gelooft dat ze om het leven is gekomen tijdens de Holocaust. Dat deze voorstelling speelt op de bunkers van de door de nazi’s gebouwde Atlantikwall maakt het extra bijzonder – in locatietheater blijft Oerol onovertroffen.
Na dit weekend weten we één ding zeker: als er ooit een burgeroorlog uitbreekt in België, dan vragen we asiel aan op Terschelling.
Oerol, nog tot 19/6 op Terschelling. www.oerol.nl
‘Ouder worden moet je simpelweg aanvaarden, zo wil het cliché. Maar ik heb het daar erg moeilijk mee. Als ik anderen hoor praten over hoe rimpels wijsheid bevatten, of over de innerlijke rust die ze vinden met het verstrijken van de jaren, dan denk ik: écht? Ik voel dat helemaal niet zo aan. Ik voel net een enorme weerstand tegen ouder worden, het is een dagelijks gevecht. Niet heel gezond natuurlijk, want zoals Bram Vermeulen dat zo mooi zong: het is een wedstrijd die je niet kan winnen.’
‘Ik was de jongste thuis, met drie oudere broers. Als kind en tiener vond ik de tijd oneindig lang duren. Een zomervakantie van twee maanden leek wel een eeuwigheid. Ik heb letterlijk zitten wachten tot ik zestien werd. Mijn moeder zei altijd: pas op, want het leven gaat almaar sneller. Ik begreep haar niet. En ineens, zo voelde het, was ik vijftig.’
Sloefen en deux-pièces
‘Ik gaf voor die mijlpaal een groot feest en ging in de collectie van Sofie D’Hoore een kleedje uitkiezen. Zij zei me: vanaf vijfenveertig kan je de leeftijd van vrouwen zien aan hun knieën en ellebogen, die verstoppen ze dan ook almaar meer. Een uitspraak die me bijbleef. Toen ik niet veel later met yoga begon en op een dag met mijn benen omhoog naar mijn eigen vel keek, schrok ik. Alsof ik het lichamelijk ouder worden totaal niet had zien aankomen, het overviel me, de zwaartekracht.’
‘Dat gevoel heb ik ook wanneer ik nu naar foto’s kijk van mezelf. Ik denk heel vaak: ben ik dat? Zie ik er echt zo uit? Ik herken mezelf niet. In mijn hoofd ben ik nog altijd een rock-’n-rollpuber. Foto’s zien van hoe ik er echt uitzie, is enorm confronterend. Net als de catalogi van Damart die plots in mijn bus begonnen te vallen. Ongevraagd. En met slogans in de trant van: als u er nog stijlvol wil