‘Zonder subsidies kunnen we niet op internationaal niveau blijven meespelen’
Ictus, Huelgas Ensemble, B.O.X … Als minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) niet met extra middelen over de brug komt, dreigen deze en heel wat andere klassieke muziekorganisaties op termijn te verdwijnen.
De (pre)adviezen van de beoordelingscommissies klassieke muziek kwamen voor veel organisaties als een donderslag bij heldere hemel: ronkende namen binnen de cultuurwereld dreigen binnenkort op droog zaad te zitten. Dat heeft zowel voor de muzikanten als voor het publiek verregaande gevolgen, want met minder ensembles kan het aanbod verschralen.
‘Zonder structurele subsidiëring kunnen wij niet langer functioneren’, klinkt het bij Ann Andries van het negatief beoordeelde ChampdAction, een internationaal platform voor innovatieve muziekmakers. Ook het op oude muziek gerichte Huelgas Ensemble (advies: negatief) geeft toe dat het ‘zonder werkingssubsidies wel erg moeilijk wordt’, zegt algemeen directeur Silke Jacobsen. ‘Het is onmogelijk om op internationaal niveau te blijven meespelen.’
De subsidies van de Vlaamse overheid worden uitgedeeld na een evaluatie door gespecialiseerde beoordelingscommissies. Vooral rond een aantal theaterorganisaties zoals Toneelhuis, dat een negatief advies ontving, heerst er sindsdien polemiek, maar ook binnen de klassieke muziek is er grote ongerustheid. 43 organisaties dienden een aanvraag in, goed de helft daarvan (19 organisaties) ontvingen een negatief preadvies (14) of een preadvies ‘positief buiten budget’ (5) – wat betekent dat de twee commissies vinden dat de organisaties subsidies moeten ontvangen, maar daar geen budget voor heeft.
Zwaard van Damocles
Ondanks de onzekerheid wil bijna niemand de handdoek al in de ring gooien. Veel ensembles rekenen nu op projectsubsidies: een semestriële pot om makers projectmatig te ondersteunen. ‘We hebben in allerijl al een aanvraag ingediend, maar dit voelt alsof we tien jaar terug in de tijd gaan’, zegt Toon Callier van het experimentele gitaarkwartet Zwerm, dat deel uitmaakt van de creatieve koepelorganisatie Cohort (negatief).
Omdat de makers zo weinig mogelijk willen beknibbelen op het artistieke luik, dwingen de preadviezen hen om in te boeten op de fundamenten van de organisatie. Dat is het geval voor het de Antwerpse, genrefluïde barokband B.O.X (negatief ): ‘De werkingsmiddelen verzekerden dat wij de afgelopen jaren onze werking op een professionele manier hebben kunnen uitbouwen,’ zegt zakelijk leider Claïs Lemmens. ‘Een repetitieplaats, een kantoorruimte, een archief … dat dreigt te verdwijnen.’ Bovendien is geen enkele organisatie zeker dat ze voor deze projectsubsidies wél in aanmerking komen: ook dit potje is overbevraagd.
Gezien op Youtube
De meningen over de positie en het werk van de commissies zijn erg verdeeld. Verschillende ensembles erkennen dat de commissieleden integer tewerk zijn gegaan, met respect voor de individuele dossiers. Toch klinken er ook luide tegenstemmen. ‘Ze hebben hun werk niet goed gedaan,’ aldus Kobe Van Cauwenberghe van Cohort. ‘Hun beoordeling bulkte van de feitelijke fouten en de vooringenomenheid. En vooral, de fond van ons artistieke project is nergens beoordeeld.’ Dezelfde kritiek klinkt ook bij Huelgas Ensemble: ‘Onze artistieke expertise wordt totaal miskend.’
Kobe Van Cauwenberghe
Ook bij het Brusselse nieuwemuziekensemble Ictus (negatief) uiten ze hun bezorgdheid. ‘Het feit dat men in het preadvies naar Youtube verwijst om onze producties te beoordelen, toont dat de commissie niet vertrouwd is met ons werk’, zegt directeur Gerd Van Looy. ‘Het is dan niet verwonderlijk dat men ook ons zakelijke model niet begrijpt en afwijst. Nochtans bewierookt de commissie onze artistieke kwaliteit.’
‘Afstandelijk’, ‘totaal gebrek aan dialoog’, ‘een schijnvertoning achter gesloten deuren’ … Er klinkt veel kritiek op de enorme beslissingsmacht van de beoordelaars. Met hun strenge preadviezen omzeilen ze de landschapscommissie en bepalen zij nu grotendeels hoe het landschap er voor de komende vijf jaar moet uitzien. Vooral wat niet in de ‘klassieke’ norm past – met name oudemuziekensembles en hedendaagse makers – lijkt daar de dupe van.
Maar er klinkt ook kritiek op het gebrek aan objectivering van de beoordelingsnormen en op de weinige afstemming tussen de twee commissies voor klassieke muziek. Die opmerkingen weerklinken trouwens ook bij de organisaties die positief maar buiten budget werden beoordeeld. ‘Je leest in de adviezen platitudes en intellectuele oneerlijkheid’, zegt Kathleen van Schel, artistiek coördinator van kamermuziekensemble Oxalys (positief buiten budget). ‘Wij moeten alles beargumenteren, zij kunnen gewoon dingen poneren. Alle macht ligt bij de commissie.’ Ook Joost Fonteyne, directeur van het positief beoordeelde Klarafestival trok al openlijk van leer tegen de procedure.
Alle gecontacteerde ensembles noemen het budget dat de Vlaamse regering vrijmaakt – slechts 0,27 procent van de Vlaamse uitgavenbegroting, volgens koepelfederatie Overleg Kunstenorganisaties is minstens 0,35 procent nodig – totaal ontoereikend. Hoewel iedereen lovend is over de communicatie met de administratie en het kabinet van de cultuurminister, verwachten de organisaties meer dan een luisterend oor wanneer Jan Jambon de kunstensubsidies bekendmaakt. ‘Hopelijk houdt de minister rekening met de kritiek’, klinkt het bij Van Cauwenberghe.
‘Onze beoordeling bulkte van de fouten. En vooral: de fond van ons artistieke project is nergens beoordeeld’ Cohort