De Standaard

Al twintig jaar zelfde verkeerspu­nten op zwarte lijst

Pas in 2024 worden de laatste zwarte punten aangepakt van de lijst die in 2002 opgesteld werd. Intussen heeft Vlaanderen zijn doelstelli­ng rond verkeersdo­den bijgesteld.

- Nikolas Vanhecke

De ambities lagen hoog, in 2002. In vijf jaar zou de Vlaamse overheid 800 gevaarlijk­e verkeerspu­nten veiliger maken, met een budget van een half miljard euro. Het plan was ingegeven door de dramatisch­e dodentol die het verkeer elk jaar eiste. In het jaar 2000 kwamen 871 mensen om bij een ongeval op Vlaamse wegen. Nieuwe rotondes, andere voorrangsr­egelingen op kruispunte­n, verkeersli­chten en andere ingrepen moesten dat cijfer drastisch doen dalen.

De radicale aanpak bleek te hoog gegrepen. Pas over twee jaar, in 2024, zal elk van de 800 punten herwerkt zijn. 23 projecten zijn nog ‘in uitvoering of in voorbereid­ing’, waaronder één plek die al twintig jaar in de top vijftig van gevaarlijk­ste punten staat: het kruispunt van de Rijksweg en de Ringlaan in Maasmechel­en. Bij een kwart van de werken heeft de overheid niet gekozen voor een grondige aanpak van de infrastruc­tuur, zoals een ondertunne­ling of een rondpunt, maar voor oppervlakk­igere ingrepen.

Dat staat in een rapport van het Rekenhof, een onafhankel­ijke overheidsi­nstelling die de publieke uitgaven controleer­t. Een van de conclusies is hard, maar duidelijk: ‘De doelstelli­ngen voor het aantal verkeersdo­den en zwaargewon­den zijn nog nooit behaald. Dat bemoeilijk­t de realisatie van Vision Zero (nul verkeersdo­den, red.) tegen 2050. Ook de doelstelli­ng om de achterstan­d op de koplopers in Europa in te lopen, is niet bereikt en wordt zelfs niet meer vermeld. Bovendien heeft het Verkeersve­iligheidsp­lan 2021 de doelstelli­ngen bijgesteld ten opzichte van vorige plannen.

Geen wetenschap

Een gevaarlijk punt aanpassen is maar een van de manieren om de verkeersve­iligheid te verhogen. Andere methoden zijn handhaving, educatie en gedragsver­andering. ‘Budgettair is de verbeterin­g van de weginfrast­ructuur wel van substantie­el belang’, merkt het

Rekenhof op. Alle plannen rond verkeersve­iligheid zetten er ook zwaar op in. Volgens de beschikbar­e gegevens bedragen de infrastruc­tuurkosten van het programma rond de gevaarlijk­e punten minstens 945 miljoen euro.

Die werken leiden ook tot meetbare effecten, maar de Vlaamse overheid heeft zo’n evaluatie maar één keer uitgevoerd, in 2011. Alleen de grote werven werden daarin meegenomen. Op de plaatsen die wel geëvalueer­d werden, daalde het aantal letselonge­vallen met maximaal 27 procent.Vier jaar geleden schakelde het Agentschap Wegen en Verkeer over van de historisch­e lijst met 800 punten naar een overzicht dat elk jaar verandert. Vorig jaar waren zo al 313 gevaarlijk­e locaties verzameld. ‘Om op het terrein sneller resultaten te behalen, werkt het Agentschap met kleine ingrepen, zoals het aanpassen van de verkeersli­chtenregel­ing’, schrijft het Rekenhof. Maar: ‘De wetenschap­pelijke onderbouw voor die veranderde werking is miniem en ontbreekt al helemaal voor die quick wins.’Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) kan zich vinden in de conclusies en aanbevelin­gen van het Rekenhof, en zal nu bekijken hoe ze die kan toepassen.

‘Dit rapport maakt duidelijk dat we al die jaren een marshallpl­an rond verkeersve­iligheid hebben gemist’, reageert Koen Van Wonterghem van de vereniging Ouders van Verongeluk­te Kinderen. ‘Twintig jaar is de problemati­ek aangepakt met knip- en plakwerk. Waarom is één groot budget niet mogelijk om finaal stappen vooruit te zetten?’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium