Van Quickenborne: ‘Orde der Artsen wist wél van onderzoek naar kinderarts’
Volgens minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft het parket wel degelijk de Orde der Artsen ingelicht over het onderzoek naar kinderarts Jan D.V., die verdacht wordt van kinderporno en voyeurisme.
JUSTITIE
Het onderzoek naar de Zedelgemse pediater Jan D.V. (50) blijft de gemoederen beroeren, tot in de Kamer. Volgens Valerie Van Peel (N-VA) neemt de minister van Justitie de problematiek onvoldoende serieus. Goedele Liekens (Open VLD) stelde zich vooral vragen bij ‘de rol, of eerder de niet-rol’ van de Orde der Artsen.
Ondertussen blijkt dat de Orde der Artsen wel degelijk wist dat er een onderzoek liep naar de kinderarts. Ze geeft ook toe dat ze wist dat er vorig najaar een huiszoeking was in de praktijk. Maar ondervoorzitter Michel Deneyer zegt dat ze toen niet wisten wat de reden van die huiszoeking was. ‘De Orde is elk jaar betrokken bij meer dan honderd huiszoekingen bij artsen’, zei hij donderdagochtend nog aan De Standaard. Nochtans werden er toen computers in beslag genomen.
Volgens Van Quickenborne (Open VLD) wist de Orde der Artsen wél meer, zeker toen de arrestatie begin vorige week nakende was. De minister haalde in de Kamer opvallend hard uit naar de Orde der Artsen. ‘Het parket heeft nog vóór de arrestatie van de arts de Orde der Artsen verwittigd van deze feiten opdat de Orde, als tuchtorgaan, kan doen wat zij zou moeten doen. Justitie heeft haar verantwoordelijkheid genomen. Ik verwacht dat ook van de Orde der Artsen.’
Bij het parket West-Vlaanderen bevestigen ze dat de Orde via een standaardschrijven op de hoogte is gebracht van de zaak tegen de arts, met daarin ook de tenlasteleggingen. Dat is vóór de arrestatie gebeurd, beaamt de persmagistraat, al geeft het parket geen verdere details over de timing.
Deneyer bleef ook donderdagavond bij zijn standpunt. ‘Ik blijf bij wat ik al de hele tijd zeg: van de feiten ben ik pas dinsdag door de pers op de hoogte gebracht.’
Van het standaardschrijven van het parket weet Deneyer niets. ‘Natuurlijk: ik ben woordvoerder in Brussel. Dit is in West-Vlaanderen gebeurd, dus ik ga voort op mijn collega’s. Maar ook zij weten van niets. Er is dus iets loos. Er klopt iets niet.’