Rwanda en Oeganda voeren in Congo vooral oorlog om goud
De nieuwe escalatie van de oorlog in de Grote Meren is vooral een dodelijke concurrentiestrijd tussen Oeganda en Rwanda om het Congolese goud.
Eind vorig jaar lanceerden rebellen van de zogenaamde M23-beweging in de provincie Noord-Kivu een nieuw offensief tegen Congolese regeringstroepen. De afgelopen tien jaar leidden die rebellen een slapend bestaan, maar plots bleken ze over dermate veel vuurkracht te beschikken dat ze zelfs in staat waren om een cruciale legerbasis onder de voet te lopen.
Sinds half mei escaleerde het conflict en ook nu zijn de gevechten nog volop aan de gang. Meer dan 170.000 mensen moesten hun dorpen ontvluchten, er worden weer massaal kindsoldaten gerekruteerd en ook het seksueel geweld op vrouwen en meisjes neemt verontrustend toe.
Hoewel Rwanda het officieel ontkent, zijn er tal van aanwijzingen dat het regime van Paul Kagame de M23-troepen met wapens ondersteunt. Kagame zelf doet weinig moeite om te verhullen dat hij Oost-Congo opnieuw in zijn militaire greep wil krijgen. Tijdens een toespraak in het Rwandese parlement zei hij dat hij van plan was om troepen in Oost-Congo te ontplooien zonder de toestemming van de Congolese president Félix Tshisekedi:
‘Wij zullen oorlog voeren. Wij zullen doen wat we moeten doen, met of zonder de toestemming van anderen.’
De reden voor Kagames toorn is een akkoord tussen Congo en Oeganda waardoor Oegandese militairen toestemming kregen om in het oosten van Congo een offensief te lanceren tegen de Allied Democratic Forces, een militie die ook in Oeganda terreuraanslagen pleegde en verklaart banden te hebben met IS. Dat Tshisekedi instemde met de komst van 4.000 Oegandese militairen, wordt gezien als een wanhoopsdaad die aantoont dat de Congolese president mislukt is in zijn belofte om het oosten van zijn land te stabiliseren.
Bodemrijkdommen
Maar experts zien in de Oegandese militaire operatie veel meer dan een poging om de ADF-rebellen uit te roken. Onder andere Jason Stearns van de Congo Research Group (New York University) zegt dat Oeganda en Rwanda al jaren een hevige strijd voeren om hun invloedzone in Oost-Congo te vergroten. De inzet van die strijd zijn de bodemrijkdommen van OostCongo.
Paul Kagame
Goud is een van de belangrijkste conflictgrondstoffen geworden, vooral door de enorme prijsstijging van dat edelmetaal. In 2017 kostte een ounce goud 1.200 dollar, in maart dit jaar piekte de prijs naar 2.047 dollar per ounce.
Van het Congolese goud wordt jaarlijks 90 procent naar het buitenland gesmokkeld, vooral naar Rwanda en Oeganda. Daardoor zijn de inkomsten van die twee landen erg afhankelijk geworden van de goudhandel. Voor Oeganda is goud het belangrijkste exportproduct, goed voor 2 miljard dollar per jaar. Hetzelfde geldt voor Rwanda: 75 procent van de exportopbrengsten komen voort uit de goudhandel. Hoofdbestemming van die grootschalige filière zijn de Verenigde Arabische Emiraten.
Alain Goetz
Een aanzienlijk deel van die trafiek is in handen van de Belgische goudhandelaar Alain Goetz die begin dit jaar op de sanctielijst van de Amerikaanse regering belandde. Volgens de VS is Goetz betrokken bij ‘de illegale export van goud vanuit de Democratische Republiek Congo’. De Biden-administratie baseerde zich onder andere op een onderzoek van deze krant.
Ook de olie in de bodem van het Albertmeer zou in Rwanda de nodige jaloezie uitlokken. In februari sloot Oeganda een ontginningscontract af met TotalEnergies ter waarde van 10 miljard dollar. Bovendien begon Oeganda in Oost-Congo grootschalige wegenwerken om het transport van grondstoffen te verbeteren, waardoor het volume zou toenemen. Een van die wegen loopt vlak naast de Rwandese grens.
Over de gewapende concurrentie tussen Rwanda en Oeganda vonden deze week gesprekken plaats tijdens een top van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap in Nairobi. Ook Tshisekedi, Kagame en de Oegandese president Yoweri Museveni waren aanwezig. Op aansturen van de Keniaanse president Uhuru Kenyatte kwam er een akkoord uit de bus om een stabilisatiemacht naar Oost-Congo te sturen van voornamelijk Keniaanse en Tanzaniaanse militairen. Een idee dat veel experts absurd vinden, omdat er in de regio al een VN-vredesmacht aanwezig is van 16.000 militairen.
‘Wij zullen oorlog voeren, met of zonder de toestemming van anderen’ Premier van Rwanda