Is er opnieuw leven na de grootste crash in 20 jaar?
Terwijl de Europese aandelenmarkten de slechtste eerste jaarhelft achter de rug hebben sinds 2008, kregen obligatiebeleggers nog een veel forsere pandoering. Ze hebben, abstractie makend van de kleine renteontspanning van de afgelopen twee dagen, de grootste obligatiecrash sinds 1994 achter de rug. Het gevolg is dat zogenaamd defensieve beleggers de afgelopen maanden zware verliezen hebben geleden, terwijl ze door hun defensieve karakter de beursrit van de afgelopen twee jaar grotendeels misten.
De verliezen op de obligatieportefeuilles hebben te maken met de ommekeer in de rentemarkt als gevolg van inflatiezorgen. De waarde van een obligatie evolueert omgekeerd met de rente. Als de rente stijgt, worden bestaande obligaties minder waard omdat nieuwe uitgiften beter vergoed worden.
De vrij abrupte stijging van de rente mag dan slecht nieuws zijn voor wie de afgelopen jaren obligaties kocht, voor wie op zoek is naar mogelijke beleggingen zijn sommige nieuwe obligaties stilaan het overwegen waard, zeggen beleggingsspecialisten. Enkele Belgische bedrijven spelen
Marktstrategen zeggen dat men na de ongeziene crash weer mag nippen van obligaties, zover de looptijden niet te lang zijn
daarop in. Vorige week kwam vastgoedpromotor Immobel met een uitgifte, vandaag start de verkoop van een achtergestelde obligatielening van Vandemoortele.
Frank Vranken, beleggingsstrateeg van Edmond de Rothschild, ziet in de hogere marktrente het begin van het afscheid van Tina of there is no alternative. Met die naam werd aangegeven dat beleggers geen alternatief hadden voor aandelen, omdat obligaties niets opbrachten. Vranken vermijdt wel nog obligaties met te lange looptijden. ‘Je mag aan de nieuwe uitgiften nippen’, zegt hij. ‘Zelf koop ik alleen obligaties met een looptijd van twee tot vijf jaar.’
De redenering is dat in de rentemarkt vooral de korte rente is gestegen in een reactie op de centrale banken die het geweer van schouder hebben veranderd. De lange rente is nog onvoorspelbaarder en riskeert aan te trekken totdat centrale bankiers een einde maken aan hun monetaire verkrapping. Zover is het nog lang niet.
Tussen de obligatie die vastgoedgroep Immobel vorige week uitgaf en de uitgifte van voedingsgroep Vandemoortele morgen zitten belangrijke verschillen. De looptijd van de obligatie van Immobel is beperkt tot 4 jaar. De uitgifte van 125 miljoen euro is ook groter dan die van Vandemoortele, die maximaal 50 miljoen euro wil ophalen. Bovendien is de lening van Vandemoortele achtergesteld. Als het fout loopt, worden bevoorrechte schuldeisers, banken en gewone schuldeisers eerst vergoed.
Het is logisch dat Vandemoortele iets meer rendement biedt (3,61 procent netto) dan Immobel (2,9 procent netto). De 3,61 procent moet niet alleen de inflatie compenseren, maar ook het extra risico inherent aan een achtergestelde lening én het grotere renterisico dan op een lening van 4 jaar. Als de rente verder doorstijgt, kijken beleggers aan tegen een minwaarde. De obligaties verkopen op de secundaire markt, is geen optie omdat de uitgifte zo klein is dat er geen liquide markt zal zijn. Het is dus alleen iets voor wie de obligatie 7 jaar lang wil bijhouden.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.