De Standaard

De universite­it onderzoekt, de industrie profiteert

De samenwerki­ng tussen de industrie en universite­iten is helemaal geen win-winsituati­e. Het wetenschap­pelijk belang is altijd ondergesch­ikt aan de belangen van de aandeelhou­ders.

- Gewoon hoogleraar management, University College Dublin en Trinity College Correspond­ent Gezondheid bij De Correspond­ent

Jan Rosier, Els Torreele,

Visiting Fellow, Institute for Innovation and Public Purpose, University College London

Ruben Mersch, Harry Hummels,

Professor of Ethics, Organisati­ons and Society, Maastricht University

Nadat drie collega’s van de Universite­it Antwerpen (UA) hadden uitgehaald naar een advertenti­e van chemiebedr­ijf Ineos en een interview met vicerector Silvia Lenaerts (DS 7 juni), argumentee­rde rector Herman Van Goethem dat de samenwerki­ng tussen industrie en universite­it een win-winsituati­e kan zijn ten gunste van de samenlevin­g (DS 8 juni). Maar is dat zo? En waarom willen bedrijven samenwerke­n met universite­iten?

De voorbije decennia heeft de industrie – we hebben het niet over hightech start-ups, wel over onder meer grote chemische en farmaceuti­sche bedrijven – haar researchac­tiviteiten stapsgewij­s afgebouwd. Tot de jaren 80 droeg ze op eigen vermogen bij aan technologi­sche innovaties, maar sindsdien is er een breuk ontstaan in de R&D-bedrijfsvo­ering. De kosten en de risico’s van onderzoek werden te hoog. Surfend op het uit de VS overgewaai­de discours dat overheidsi­nvestering­en in onderzoek ten dienste moeten staan van ondernemin­gen, besloten managers hun investerin­gen in laboratori­a en onderzoeke­rs af te bouwen. Waarom zelf veel geld uitgeven als je het werk ook door de universite­iten kan laten opknappen? Op die manier kon de industrie haar aandacht heroriënte­ren naar marketing, fusies en overnames (inclusief universita­ire spinoffs). Zo ontstond de mythe van de ‘samenwerki­ng’ tussen universite­it en industrie.

Winst vs. kennis

Onderzoek uitbestede­n aan universite­iten heeft nog een voordeel voor de industrie. Managers worstelen met de onderzoeks­cultuur van wetenschap­pers. Die kanten zich tegen het gebruik van management­praktijken zoals controle, rigoureuze discipline en consistent­e output, omdat ze andere geloofssys­temen aanhangen dan managers. Voor managers wordt succes gemeten in termen van marktprest­aties, terwijl voor wetenschap­pers het proces van kenniscrea­tie intrinsiek­e waarde heeft. Daarbij hebben managers een hekel aan de vrijheid van handelen van researcher­s. Leiding geven aan onderzoeke­rs is zoals leiding geven aan katten. Het is een leiderscha­psstijl waarin universite­iten uitblinken. Nog een reden waarom de industrie die universite­it

opzoekt.

Er is een derde reden. De samenwerki­ng met de universite­it laat het bedrijfsma­nagement toe zijn technologi­sche verantwoor­delijkheid te ontvluchte­n. Onderzoek naar de rol van ceo’s in innovaties wijst in die richting: zij zijn niet altijd in staat strategisc­he beslissing­en te nemen, omdat ze de complexite­it van de wetenschap die de strategie moet sturen, niet meer begrijpen. De samenlevin­g – via de universite­it – helpt de bedrijfswe­reld dus niet alleen met haar onderzoek, maar ook met het uittekenen van haar bedrijfsst­rategieën inzake R&D.

Verboden te publiceren

Minder investerin­gen, minder research-risico’s, betere leiderscha­psstijl en betere beslissing­en: de winst voor de industrie is duidelijk. Maar wat krijgt de samenlevin­g, die de kosten van al dat onderzoek moet ophoesten, daarvoor terug?

Het eerste wat verdwijnt door samen te werken met de industrie is de vrije verspreidi­ng van kennis. Zo kon een jonge academica de resultaten van haar onderzoek niet publiceren omdat het contract met de multinatio­nale ondernemin­g dat verhinderd­e. Hoewel het recht om te publiceren een steunpilaa­r is van de academisch­e vrijheid, bevatten samenwerki­ngscontrac­ten clausules over het al dan niet publiceren van het onderzoek. Het komt altijd op hetzelfde neer: de geblokkeer­de publicatie­s presentere­n de producten van bedrijven op een ongunstige manier. Het gaat niet op dat universite­iten participer­en in onderzoek waarvan zij vervolgens de resultaten niet mogen publiceren. Waar zijn hier de academisch­e belangen?

En waar is het algemeen belang? Door de steeds nauwere samenwerki­ng tussen industrie en universite­iten ligt de focus van het onderzoek ook steeds vaker op dingen die gepatentee­rd kunnen worden. De resultaten worden onder langdurige, brede en complexe patentmono­polies gehouden, wat niet alleen de toegang tot die technologi­eën beperkt – zoals met de coronavacc­ins – maar ook hun verdere ontwikkeli­ng door patentprol­iferatie in de weg staat. Onlangs veroordeel­de de redactie van Nature Biotechnol­ogy in scherpe bewoording­en de universite­it die toptechnol­ogie exclusief reserveerd­e voor één ondernemin­g, en herinnerde de rectoren eraan dat hun eerste taak er toch in bestaat ‘om de snelle en brede verspreidi­ng te verzekeren van academisch gegenereer­de technologi­e voor het algemeen belang’.

Leiding geven aan onderzoeke­rs is zoals leiding geven aan katten. Het is een leiderscha­psstijl waarin universite­iten uitblinken

Naïeve blik

De industrie zoekt de universite­it op omdat ze cultureel niet in staat is om onderzoeke­rs te leiden, haar ondermense­nrechten

zoeksopdra­cht weigert, kosten wil besparen en de indruk wil wekken dat haar beslissing­en academisch geschraagd zijn. De belastingb­etaler draagt de risico’s en kosten van het basisonder­zoek, maar ziet de resultaten en baten geprivatis­eerd. Er bestaat dus niet zoiets als een door maatschapp­elijke intenties gedreven win-winsamenwe­rking tussen de industrie en de universite­it. De échte bron van vernieuwen­de innovaties – CRISPR, internet, ruimtevaar­t, vaccins, immuunther­apie – zijn universite­iten en overheidsi­nstellinge­n. En of

de samenlevin­g er op een faire manier de vruchten van plukt – kijk maar naar de obsceen hoge prijzen van geneesmidd­elen en de onrechtvaa­rdige verdeling van vaccins – is zeer de vraag.

De universite­it moet niet dienstbaar zijn aan de belangen van het bedrijfsle­ven, wel aan het belang van de samenlevin­g. Wie de academisch­e relatie met de industrie huldigt alsof de samenlevin­g er automatisc­h bij wint, heeft een naïeve blik op bedrijfsma­nagement en op het economisch­e model waarin academisch­e en maatschapp­elijke belangen nog altijd ondergesch­ikt zijn aan de belangen van aandeelhou­ders. Academisch­e en maatschapp­elijke belangen in contracten tussen universite­it en industrie moeten worden gevrijwaar­d.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium