Europa mist kans om controversieel energieverdrag grondig te herzien
Een flauw compromis over het omstreden Energy Charter Treaty dreigt Europa nog minstens tien jaar op te sluiten in fossiele investeringen. De druk om uit het verdrag te stappen, neemt toe.
Na vijftien moeizame overlegrondes werd vrijdag in Brussel een akkoord bereikt over de hervorming van het Energy Charter Treaty (ECT). De uitkomst bevestigt de vrees van klimaatwetenschappers en ngo’s dat het verdrag Europa vastzet voor decennia van fossiel energiegebruik.
Het investeringsverdrag werd in 1994 door een vijftigtal landen getekend om energie-investeringen in post-Sovjetlanden te beschermen. Vandaag is het een wapen in handen van de fossiele industrie om het klimaatbeleid van lidstaten te torpederen. Energiebedrijven stellen via private arbitragerechtbanken miljoenenclaims in om verloren (toekomstige) winsten te compenseren. Onder meer Nederland, Italië en Slovenië kijken aan tegen grote schadeclaims. Het VNklimaatpanel noemde het verdrag daarom een hindernis om de klimaatdoelen te halen.
De Europese Commissie, die onderhandelde namens de lidstaten, probeerde een modernisering door te duwen. Dat ging moeizaam, omdat onder meer Japan en Kazachstan dwarslagen. Een herziening van het arbitragesysteem lag zelfs nooit op tafel.
Nieuwe technologieën
Het compromis dat vrijdag werd bereikt, geeft landen de optie de bescherming van fossiele investeringen uit te faseren vanaf ten vroegste 2033. ‘Dat is veel te laat’, zegt Cornelia Maarfield van het Climate Action Network Europe. ‘We halen de klimaatdoelen alleen als we investeringen in kolen, gas en olie de komende jaren drastisch terugschroeven. Maar landen die dat doen, dreigen miljarden aan belastinggeld naar fossiele bedrijven te zien vloeien.’
De hervorming breidt de bescherming bovendien uit naar
Cornelia Maarfield nieuwe technologieën zoals biomassa, waterstof of koolstofopvangen opslag (CCS). Dat maakt het verdrag nog gevaarlijker, zegt Maarfield. ‘Die technologieën zijn niet onbesproken, en zullen de komende jaren gereguleerd moeten worden. Ook dat kan het voorwerp worden van nieuwe vorderingen. Zo geven we elke ruimte weg om ons energiebeleid bij te sturen.’
Kleur bekennen
De voorbije maanden riepen onder meer Spanje, Nederland, Duitsland, Polen en Frankrijk op om uit het verdrag te stappen. Volgens Maarfield is de kans groot dat dat gebeurt. ‘Dit pakket moet goedgekeurd worden door de Europese Raad en het Europees Parlement, waar een meerderheid zich deze week uitsprak voor een exit. Nu moeten de Europese landen kleur bekennen. Als ze dit goedkeuren, dragen ze bij tot het greenwashen van een gevaarlijke overeenkomst. Wanneer één lidstaat verzet aantekent, gaat de hervorming niet door. Maar ook dan blijven we met een toxisch verdrag zitten.’
De enige uitweg is daarom een collectieve exit, zegt Maarfield. Ook honderden Europese parlementsleden, (klimaat)wetenschappers, economen en ministers riepen daartoe op. ‘België vroeg het Europees Hof van Justitie of het ECT verenigbaar is met het EU-recht. Het Hof wilde de hervormingen afwachten. Nu daar duidelijkheid over is, kan België de vraag opnieuw stellen. Als het Hof oordeelt dat het hervormde verdrag in strijd is met EU-regelgeving, kunnen de EU-landen eigenlijk niet anders dan opstappen.’
‘Wanneer één lidstaat verzet aantekent, gaat de hervorming niet door. Maar ook dan zitten we nog met een toxisch verdrag’ Climate Action Network Europe