Tokio gaat voor goud
Zo’n veertien jaar lang lagen ze schijnbaar onbedreigd aan kop, maar kortgeleden moesten de Zwitsers hun leiderspositie in het wereldkampioenschap geldscheppen afstaan aan de Japanners. De ploeg uit Zürich leek nochtans niet te kloppen. Al snel na de financiële crisis lieten ze hun geldpers op volle toeren draaien, en pas een jaar of twee geleden werd lichtjes gas teruggenomen. De Japanners waren toen al akelig dicht genaderd, en het publiek van centralebankwatchers hield de adem in. Maar pas deze maand werden de rollen dan eindelijk omgedraaid.
Voor een goed begrip: de race wordt uitgevochten door de geldcreatie af te zetten tegen de omvang van de economie. In absolute cijfers is Zwitserland natuurlijk geen partij voor de Fed, de ECB en de Bank of Japan. Maar als je de omvang van de centrale-bankbalans afzet tegen het bruto binnenlands product (bbp), waren de Zwitsers jarenlang onklopbaar. Na de financiële crisis nam die balans toe van 20 procent van het bbp naar 135 procent. Tokio ging aanvankelijk wat trager, om uiteindelijk de Zwitsers toch te kloppen met een score van 137 procent. Ter vergelijking: de Fed zit nu op 36 en de ECB op 82 procent van het bbp.
Dat Zwitserland jarenlang de onbedreigde nummer één was, heeft te maken met de uitzonderlijke positie die het land inneemt in het wereldwijde financiële landschap. De populariteit van de ultrastabiele Zwitserse frank, gecombineerd met de relatief bescheiden omvang van het land zelf, zou leiden tot een permanente koersstijging als de centrale bank niet zou afremmen. Dat afremmen gebeurt door vers gedrukte franken te verkopen aan tegenpartijen die hun obligaties en aandelen maar al te graag willen inruilen voor de harde Zwitserse munt.
Tokio is niet van plan de geldpers te vertragen. Dat de yen op het laagste punt sinds 1998 is beland, neemt het er maar bij
Maar het gevaar van een te dure frank is nu grotendeels geweken, doordat de hogere rentes elders ter wereld de vraag naar Zwitsers geld hebben verminderd. De centrale bank acht de frank niet langer overgewaardeerd. Deze week ging zelfs voor het eerst in vijftien jaar de rente omhoog, een keerpunt in het Zwitserse monetaire beleid. Het signaal is duidelijk: Zürich mikt niet langer op de eerste plaats in het WK geldscheppen.
De Japanners daarentegen laten zich niet van de wijs brengen. Ze gaan voor goud. Hun monetair beleid heeft een andere doelstelling, en hun economie andere structurele kenmerken dan die in het Westen. De Bank of Japan is nu zowat de enige ter wereld die nog altijd geld bijdrukt. En niet zo’n klein beetje ook: vorige week pompte de centrale bank omgerekend zo’n 81 miljard dollar in de Japanse economie, het hoogste weekbedrag ooit. Voorlopig zijn de Japanners niet van plan de geldpers te vertragen. Het erepodium op het WK geldscheppen ligt binnen bereik. Dat de yen door de toevloed van vers geld op het laagste punt sinds 1998 is beland, nemen ze er in Tokio maar bij.
In 'De Balans' wordt de economische actualiteit op een eigenzinnige wijze onder de loep genomen.