De Standaard

Dodenmis voor slachtoffe­rs van de Vesder

Schrijver David Van Reybrouck en componist Jef Neve dragen hun op aan de 40 doden die vielen tijdens ‘de grootste natuurramp in de geschieden­is van België’.

- Ging

De 15-jarige Ben staat te wachten aan de ingang van het concert. Zijn plakkaat met het opschrift ‘Climate justice for Rosa’ mocht hij niet meebrengen van de lokale politie. Het leunt tegen een muur, haar naam verborgen. Zondag kwam hij al eens kijken naar de tribunes en de Schelde, ‘om even te oefenen’. Water maakt hem bang. Op 14 juli werd Rosa meegesleur­d door de kolkende rivier in Marcourt, waar ze samen op een kamp waren voor jongeren die de wereld willen veranderen. ‘Ik hield Rosa vast tot het monster haar wegrukte. Haar lichaam werd drie dagen later teruggevon­den’, schreef hij in een brief aan David Van Reybrouck, die samen met componist Jef Neve de voorstelli­ng Rain requiem maakte.

We zitten in de bocht van de Schelde in Sint-Amands, met zicht op het water. De slachtoffe­rs van de terreuraan­slagen worden elk jaar herdacht, zegt Van Reybrouck in een speech, ‘maar de 40 doden van de grootste natuurramp uit de geschieden­is van België lijken op een of andere manier niet zichtbaar te zijn’. Het doel van deze donderdaga­vond is deels die slachtoffe­rs zichtbaar te maken. ‘Misschien is Rain requiem het begin van een nieuwe Menenpoort, waarvan de wanden nog grotendeel­s blanco zijn’, zegt hij. ‘Vanavond graveren we er 40 namen in.’

Kolkende strijkers

De muziek kerft of krast niet, maar zalft. Ze lijkt bij tijden perfect georkestre­erd: kerkklokke­n die luiden terwijl het orkest van Casco Phil het podium betreedt, een vogel die uit de lucht neerdaalt, de zon die steeds verder wegzakt naarmate de bedrijven ten einde lopen. De natuur is idyllisch, maar ook dodelijk: ‘De dagen gaan komen wanneer de natuur gaat zeggen: huil niet om mij, maar om uzelf en uw kroost’, zingen sopraan Hanne Roos en bas Wilfried Van den Brande.

Soms klinkt de muziek ook wilder. Dan kolken de strijkers op het ritme van het water waarin 40 mensen verdronken. Hun lichamen zijn vervat in de tekst van Van

Reybrouck, die zich baseerde op interviews met nabestaand­en in de Vesdervall­ei: lijken worden gepalpeerd, liggen op inox tafels, nagels en haren zijn afgescheur­d door de rivier. ‘Wij zijn de natte doden, 40 keer nat’, weerklinkt het staccato om de boodschap te onderstrep­en. De noten maken krassen in ons geheugen, blijven erin haken. Zo komt de ramp akelig dichtbij, zelfs op deze zonovergot­en avond.

‘Het kwam binnen’, zegt toeschouws­ter Els Huyge (54). ‘Deze voorstelli­ng was een wake-upcall voor iedereen. De klimaatver­andering lijkt een ver-van-mijn-bedshow, maar ze komt dichter- en dichterbij.’ De politiek treft ook schuld, zegt ze: ‘Er is te weinig gebeurd voor de mensen die er nog zijn.’

Hoopvol

Ben, voluit Benjamin Van Bunderen Robberecht­s, wil later diplomaat worden. Hij heeft een boodschap voor minister van Binnenland­se Zaken Annelies Verlinden (CD&V), die samen met de Europese commissari­s voor Klimaat Frans Timmermans de avond bijwoonde: ‘Rosa is iemand die me zal inspireren om te blijven vechten voor wat juist is. We moeten nadenken over klimaatact­ies.’ De finale was hoopvol, zegt hij, onderbouwd met toonladder­s in mineur die opzweepten naar een einde bekroond met een minutenlan­ge, staande ovatie: de woorden van nabestaand­en zijn verweven in de harmonie – en, misschien, ons geheugen. ‘De laatste passage was een bericht van hoop en dat is, denk ik, het belangrijk­ste om te vertellen’, zegt hij. ‘We kunnen er nog altijd iets aan doen. We moeten deze doden niet vergeten en hun energie gebruiken om acties op poten te zetten en te maken dat niemand nog op zo’n manier moet sterven.’

Vrijdag volgde een tweede voorstelli­ng in Sint-Amands. Een minpunt: er zijn nog geen voorstelli­ngen in Wallonië gepland.

Ben houdt zijn pancarte opnieuw vast. De politie is nergens te bespeuren. De rode letters van haar naam zijn niet langer naar de muur gekeerd, maar duidelijk zichtbaar: ‘Rosa’.

‘Wij zijn de natte doden, 40 keer nat’, weerklinkt het staccato. De ramp komt akelig dichtbij, zelfs op een zonovergot­en avond

Lisa De Bode

‘Aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig doorkruist­e fotograaf Joel Sternfeld Amerika in een mobilhome, met een grote camera en een statief mee. Elke dag maakte hij één enkele foto. Van de volledige reeks, American prospects, werd een boek gemaakt, dat ik achttien jaar geleden kocht. Deze foto uit 1979, toevallig ook mijn geboorteja­ar, was voor mij een enorme eyeopener.’

‘Ik, en vele fotografen met mij, zijn opgevoed met de woorden van Robert Capa: If your pictures aren’t good enough, you’re not close enough. Is je foto niet goed, dan stond je niet dicht genoeg bij je onderwerp, was je niet betrokken genoeg. Dat is een idee dat nog altijd enorm leeft, dat je je onderwerp moet leren kennen, wederzijds vertrouwen en respect opbouwen, om zo dichtbij te kunnen komen. Voor veel foto’s werkt dat inderdaad, maar wat Sternfeld hier doet, is precies het tegenoverg­estelde. Hij zet een paar stappen achteruit. Hij overschouw­t.’

‘Als je goed kijkt, zie je op de foto de plaatselij­ke persfotogr­afen staan, die een close-up willen van de olifant die uit de zoo is ontsnapt. Sternfeld doet dat net niet. Hij staat er vanop een afstand naar te kijken. Door achteruit te gaan, laat hij aan de kijker ook meer vrijheid, zodat die zijn eigen blik kan ontdekken.’

‘Soms moet je een stap terug zetten om te zien dat iets eigenlijk helemaal niet zo spectacula­ir is. Het is een soort relativeri­ng. Vlak na de aanslagen in Parijs, toen Brussel in lockdown ging, fotografee­rde ik verschille­nde situaties vanuit twee perspectie­ven: een keer erg dichtbij, en een keer door achteruit te stappen. Dan zag je op die eerste foto een stad die belegerd leek, met een pantservoe­rtuig voor de ingang van het station. Op de tweede foto zag je vijf cameraploe­gen dicht bij datzelfde voertuig staan, en had je door dat er eigenlijk helemaal geen sprake was van belegering. In die zin hebben de media een enorme macht over de beeldvormi­ng.’

‘Ik voel me ook enorm aangetrokk­en tot de kleuren op deze foto. Die geven heel goed het gevoel weer van het Amerika dat we kennen uit de films toen. Die andere fantastisc­he fotograaf, William Eggleston, kon dat ook heel goed oproepen: de sfeer van een Amerika dat je denkt te kennen. Toen ik onlangs een paar dagen stevig ziek was, keek ik in één ruk de reeks Stranger things uit, dat zich ook afspeelt in een Amerikaans­e setting in de jaren tachtig. Blijkbaar voel ik me daartoe aangetrokk­en.’

Joke Van Caesbroeck

Jimmy Kets is fotograaf en documentai­remaker. Zijn nieuwe documentai­re, vorige week in première.

 ?? © ?? Schrijver David Van Reybrouck verwerkte in zijn tekst interviews met nabestaand­en van de overstromi­ng.
Jonathan De Maeyer
© Schrijver David Van Reybrouck verwerkte in zijn tekst interviews met nabestaand­en van de overstromi­ng. Jonathan De Maeyer

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium