‘Wij Soedanese jongeren zijn gedoemd om grenshekken te bestormen’
Bij een bestorming van de Spaanse enclave Melilla kwamen vrijdag 23 migranten om, vooral Soedanezen. Maar het hoge grenshek níét nemen is geen optie, zeggen lotgenoten in de enclave Ceuta. ‘De pijn van de prikkeldraad neem je voor lief.’
omhoogsteekt. Er vielen vrijdag geen vijf, maar uiteindelijk 23 doden toen zo’n 500 migranten het tien meter hoge grenshek bestormden in een poging om Europees grondgebied te bereiken. Bestormingen in de enclaves Ceuta en Melilla gebeuren tientallen keren per jaar, maar meestal hebben ze niet die omvang of zulke fatale gevolgen. De 23 migranten kwamen om door verdrukking en vertrapping tijdens een twee uur durende confrontatie met de Marokkaanse en Spaanse politie en beveiligingspersoneel. 63 migranten zouden gewond zijn geraakt, net als meer dan 100 agenten. Uiteindelijk slaagden
133 mensen erin om Melilla binnen te raken, vooral Soedanezen.
Springen als Spiderman
Niemand die beter weet wat de overlevende migranten doorstaan hebben dan Ayoub Mohamed (21) en Safir Dima (20). Ook zij komen uit Soedan. Ze lopen de steile helling op waar het migrantencentrum Ceti is gevestigd, op een uur van het centrum van Ceuta. Het gebouw is omringd door hoge hekken. De groene omgeving is vervuild met rondslingerend afval, van plastic stoelen tot kapotte oortjes.
‘Ik ben hier nu twee maanden, twee weken en drie dagen’, zegt Dima terwijl hij tegen een vangrail aanleunt. Zijn vriend Mohamed kwam twee weken na hem aan, na een reis van ruim twee jaar die hij merendeels te voet aflegde. ‘Ik heb een jaar in Libië gezeten, zes maanden in Algerije en nog eens zes maanden in Marokko.’ Het lukte Mohamed, die verlegen naar de grond kijkt, al bij zijn tweede poging om over het met prikkeldraad versterkte hek in Ceuta te klimmen.
‘Deze gast heeft geluk gehad. Mij is het pas met bloed, zweet en veel tranen na 21 keer gelukt’, grinnikt Dima. Hij wijst naar de littekens op zijn linkerarm. ‘Kijk, dit komt door de klappen die ik heb gekregen van de Spaanse grenspolitie.’
‘We zijn te voet vanuit Soedan gekomen. Dat metershoge Europese hek is de laatste zware stap van een intense reis’, zegt Dima. Ondanks de confrontaties met de Marokkaanse en Spaanse grenspolitie, ondanks de risico’s, is opgeven geen optie, bezweren Mohamed, Dima en Salah Ahmed in koor. Dima: ‘Iedereen blijft het net zolang proberen tot ze óf voet zetten op Spaans grondgebied óf de dood vinden. Dat zijn de twee mogelijkheden.’
‘Je moet springen als Spiderman’, lacht opeens de 20-jarige Yahya uit Guinee-Bissau, die stilletjes, met oortjes in, op een vangrail zat tegenover de hekken van het Ceti. ‘Je moet jezelf met alle kracht en snelheid omhoogtrekken. De pijn van de prik
‘Iedereen probeert net zolang over de hekken te raken tot hij óf voet zet op Spaans grondgebied, óf de dood vindt. Dat zijn de twee mogelijkheden’
Safir Dima
Soedanese migrant
keldraad neem je maar even voor lief. Door de adrenaline voel je de pijn sowieso pas later. Eenmaal boven moet je je laten vallen. Tijd om naar beneden te klimmen is er niet, omdat de grenspolitie tegen dan al doorheeft dat we over het hek zijn.’ ‘Al veel jongens hebben hun enkel of been gebroken bij die val’, voegt Dima toe.
Tips op Tiktok
De jonge Soedanees vertelt hoe ze bij al hun pogingen zelfs een soort band ontwikkelden met de politie. ‘Vooral met de Marokkaanse grenspolitie. Als we weer eens over het hek probeerden te klimmen en we opnieuw gepakt werden, lachten ze altijd en zeiden ze: “Sahbi (vriend, red.), probeer het morgenavond maar nog eens”’, glimlacht Dima. ‘Sommigen gaven ons zelfs 100 dirham (zo’n 10 euro, red.) voor eten en een slaapplek’, roept Salah Ahmed, die zich weer in het gesprek mengt. ‘De Spaanse agenten zijn bang, daarom gebruiken ze zoveel geweld’, zegt Mohamed. ‘Ze denken dat we monsters zijn, terwijl we gewoon proberen te overleven’, knikt Yahya.
Via het Tiktok-account van Safir Dima helpen de jongens andere migranten de hekken over, door tips te delen. ‘Ik geef ze advies over welke route ze moeten nemen, bij welk deel van het hek ze het moeten proberen en hoe laat ze het best een poging kunnen wagen’, zegt Dima, die
dagelijks ruim 35.000 mensen bereikt met zijn account. ‘Gisteren zijn hier weer zo’n 35 jongens aangekomen. Daar word ik zo blij van’, zegt hij trots.
In afwachting van een oordeel over hun asielaanvraag slapen de jongens in het Ceti. Overdag zoeken ze soms hun toevlucht bij een gepensioneerde non, Paula Domingo, die zich met haar stichting Elin al 22 jaar inzet voor de integratie van migranten. ‘Paula is een engel’, zegt Dima. ‘Ze voelt als familie’, stemt Mohamed in.
In het klaslokaal op dertig minuten wandelen van het Ceti vertelt Domingo, eenvoudig gekleed in een grijs oversized
Ayoub Mohamed
‘De Spaanse agenten zijn bang, daarom gebruiken ze zoveel geweld’
‘Ze denken dat we monsters zijn, terwijl we gewoon proberen te overleven’
Yahya
T-shirt met een broek en sneakers, over haar werk. ‘We leren hen hier niet alleen de taal, maar ook de normen en waarden van de Spaanse maatschappij, mensenrechten en alles over cultuur en gelijkheid.’ Op de muur achter haar hangt een grote tekening waarop migranten te zien zijn bij de zee. Ze worden omringd door de woorden: courage, libertad, famille. Volgens Domingo laten de Spanjaarden zich regeren door angst voor migranten. ‘De bevolking hier is erg traditioneel. Migratie wordt als iets gevaarlijks gezien en het beleid steunt die ongegronde angsten.’ Dat het immigratiecentrum ver buiten de bewoonde wereld staat, is volgens haar geen toeval. ‘Ze houden de immigranten zo ver
mogelijk bij de “gewone” mensen vandaan. Dat helpt niet bij de integratie, dus geef ik de jongens de opdracht om interactie op te zoeken met de inwoners van Ceuta. Zo
leren ze Spaans én zien de inwoners van Ceuta dat immigranten ook gewoon mensen zijn.’
Dat alles betekent nog niet dat het groepje bij het hek in Spanje wil blijven. Bestemmingen als Frankrijk en Duitsland zijn populair. Ook Nederland wordt genoemd. ‘Mijn moeder rekent op me’, zegt Dima. Sinds de dood van zijn vader is hij het hoofd van het gezin. ‘Ik moet mijn broertjes en zusjes voeden. In Soedan lukte mij dat niet, daar is de regering alleen maar bezig met de eigen zakken te vullen. De jeugd is gedoemd om hier hekken te bestormen.’