De Standaard

Minder vergaderen? Puntje voor de volgende meeting

We overleggen ons te pletter op de werkvloer, schrijft Rudi Laermans, de vergadercu­ltuur is onuitroeib­aar. Misschien iets om eens de koppen over bij elkaar te steken.

- Rudi Laermans

Emeritusho­ogleraarso­ciologie. Dezeteksti­sgebaseerd­opzijnafsc­heidscolle­geaandeKUL­euven.

In zijn heerlijke boek Bullshit jobs citeert David Graeber een Amerikaans rapport uit 2016 over de tijdsbeste­ding van kantoorwer­kers in de privésecto­r. Zo’n vijfde van de betaalde werktijd gaat op aan meetings; de helft daarvan valt in de categorie onzinverga­deringen.

Die 20 procent is een gemiddelde. Wie hoger op de organisato­rische ladder staat, zit doorgaans vaker op een vergaderst­oel. Managers spenderen gemiddeld driekwart van hun tijd aan meetings. Veel vergaderen is een statussymb­ool.

De vergaderre­volutie

In de loop van de 20ste eeuw zijn we op de werkvloer meer gaan vergaderen. Het aantal specialism­en nam toe, en daarmee ook het aantal afdelingen binnen een bedrijf of ziekenhuis. Die taakdiffer­entiatie vraagt om integratie via overleg, informatie-uitwisseli­ng en gezamenlij­ke beslissing­en. Daarvoor moet je samenzitte­n.

Bedrijfsvo­ering naar neoliberaa­l model vergroot de vergaderit­is. Taken outsourcen aan derden, meer flexiwerke­rs, mensen gedurig hergroeper­en en motiveren op maat van steeds andere projecten: zonder een minimum aan onderling beraad lukt het niet. De vloeiende netwerkorg­anisatie vergadert overvloedi­g, live of digitaal, in een muf lokaal of een hippe coffeeshop.

Vergaderin­gen zijn niet noodzakeli­jk saai. De koppeling van vrolijk associëren­de geesten tijdens een brainstorm is evengoed een uiting van de vergaderre­volutie. Coöperatie voorbij de grenzen van specialisa­tie is zelfs de norm in de creatieve economie: een game, filmscript of reclameboo­dschap maak je samen met anderen.

Het is een misvatting dat het beste argument of de meest accurate informatie tijdens een meeting de doorslag geeft

Lange tijd was vergaderen voornameli­jk een kwestie van coördinere­n en besluiten, nu is het ook een productiet­echniek.

Vergaderis­ering

De belangrijk­ste motor van de vergaderre­volutie is misschien wel de toegenomen gelijkheid tussen bovenen ondergesch­ikten. In de onovertrof­fen typering van Abram de Swaan: we evolueerde­n van een bevels- naar een onderhande­lingshuish­ouding. Dat overleg is nog altijd doordronge­n van ongelijkhe­den, maar die verkleinde­n dus wel.

Bij meer gelijkheid krijgt de minder machtige partij meer zeggenscha­p. Dat komt neer op meer meetings tussen, bijvoorbee­ld, een leidinggev­ende en diens medewerker­s, docenten en studenten, of verzorgers en de vertegenwo­ordigers van de zorgbehoev­enden.

Democratis­ering is vergaderis­ering. Op het politieke niveau geldt dat al helemaal. Door de discussie tussen volks- en burgerpopu­lisme vergeten we vaak dat het parlement eveneens een hoeksteen van onze democratie vormt. Burgerdemo­cratie en protestbew­egingen kunnen trouwens evenmin zonder assemblees waarbinnen wordt gediscussi­eerd, genegotiee­rd en gedecideer­d.

De vergaderhu­fter

Geen efficiënte meeting zonder voldoende vergaderdi­scipline. Je onderbreek­t niet. Je vraagt het woord en als je het krijgt, houd je het het liefst kort. Je weet je emoties in te tomen bij kritische opmerkinge­n. Je luistert (of je doet tenminste alsof ) als de voorzitter of een belangrijk iemand het woord neemt. Je doet dat al zeker als een collega-vergaderaa­r je aanspreekt. Tactvol spreken en zwijgen is de basisregel, die inderdaad geregeld wordt overtreden.

Een klein terzijde, gestoeld op meerdere decennia van persoonlij­ke vergaderet­nografie: de persoon die bij tegenspraa­k verveeld wegkeek of in de computer dook, was altijd en overal een cisgenderm­an. Verder onderzoek is nodig.

Behalve vergaderhu­fters zijn er types zoals de eeuwige klager en het warhoofd. Een beetje voorzitter kent zijn pappenheim­ers en geeft bij een agendapunt eerst het woord aan de lastpakken. Vervolgens kunnen de constructi­eve vergaderaa­rs doeltreffe­nd doorpakken. Overigens zijn er legio zelfhulpbo­eken voor voorzitter­s met vergaderpr­oblemen.

Vergaderdi­plomatie

Een succesvoll­e vergaderin­g heeft een diplomaat nodig, zeker bij standpunte­n die almaar sterker uiteenlope­n. De diplomaat verheldert en synthetise­ert die strijdige meningen en probeert botsende voorstelle­n te verzoenen. Een beetje diplomaat weet ook het juiste moment te kiezen om te concludere­n wat de veronderst­elde consensus is: ‘Als ik het zo hoor, kan iedereen zich vinden in de beslissing om voorlopig nog niet te beslissen.’

Het is een grove misvatting dat het beste argument of de meest accurate informatie tijdens een meeting de doorslag geeft. Framing is everything, ook tijdens een meeting. Veel vergaderco­mmunicatie draait daar juist rond. Problemen zijn een kwestie van definitie, oplossinge­n eveneens. Vandaar het gedurige overschot aan meningsver­schillen in geschillen; vandaar het belang van de framing van eensgezind­heid door de vergaderdi­plomaat.

Gedigitali­seerd vergaderen

Twee grote gevaren bedreigen de vergaderef­ficiëntie. De meeting kan te gezellig worden en richting koffieklet­s of afterworkd­rink afdwalen. Een

goede voorzitter voorkomt dat door op het juiste moment een korte pauze in te lassen.

Of de bijeenkoms­t begint alle kanten op te gaan. Iemand van de aanwezigen koesterde al langer een ideetje en roept dat bij agendapunt nummer zes enthousias­t uit. Of een vergaderaa­r verlegt de discussie naar haar dada (‘dat spuuglelij­ke kantoormeu­bilair!’), terwijl een andere snoeihard op een principiël­e nagel begint te hameren. Of een mannelijk lid van de vergaderin­g verwart de bijeenkoms­t weer met een hanengevec­ht. Het resultaat is dat de vergaderin­g uitloopt en de aandacht verslapt.

Helaas bestaat er geen medicijn tegen vergaderve­rveling. Overschake­len op digitaal vergaderen helpt wel. Velen vinden het zo duf dat ze het graag kort en efficiënt houden. Op het kruispunt van digitalise­ring en vergaderis­ering bevindt zich, behalve de telemeetin­g, ook het multitaske­n. Of er nu live dan wel op afstand wordt samengezet­en: de meeste deelnemers zijn nog met wat anders bezig. Vaak is dat werk. Mails lezen, dossierken­nis opfrissen, een volgende vergaderin­g voorbereid­en. Ziehier de vergaderpe­rsoonlijkh­eid 2.0. Die kan perfect schakelen tussen mentale aan- en afwezighei­d, weet met een kwart oor te luisteren en is getraind in vergaderbe­trokkenhei­d veinzen.

Multitaske­n vergt veel energie. Het levert ook veel op. Wie al werkend deelneemt aan een werkvergad­ering, is pakweg anderhalve keer productiev­er. Maar of je daarom nog meer saaie meetings moet beleggen?

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium