Van topstudent tot topjob via Harvard of Yale
Voor Vlaamse studenten is de BAEF de grootste kans op een beurs voor een prestigieuze universiteit in de VS, zoals Yale of MIT. ‘Vlaamse universiteiten moeten meer aandacht hebben voor topstudenten’, zegt de bezieler.
‘Een gamechanger.’ Zo omschrijft vicepremier Petra De Sutter (Groen) haar verblijf in Chicago aan het begin van haar carrière. Dertig jaar geleden was ze in ons land zowat de enige die wetenschappelijk bezig was met genetica op menselijke eicellen. ‘Als je dan de kans krijgt om in een wereldvermaard instituut met een twintigtal pioniers te werken, is dat een droom die uitkomt. Oprecht. Chicago gaf mijn carrière ook een duw in de rug. En belangrijker: de kennis over fertiliteit groeide exponentieel.’
De Sutter kreeg voor haar jaar in de VS een beurs van de prestigieuze Belgian American Educational Foundation (BAEF), een stichting die na de Eerste Wereldoorlog is opgericht door de Amerikaanse president Herbert Hoover. Jaarlijks reikt ze meer dan tachtig beurzen uit aan Belgische studenten en onderzoekers. Het is de belangrijkste stichting voor de uitwisseling van studenten tussen België en de VS.
Nu ze honderd jaar bestaat, pakt de BAEF uit met een indrukwekkend lijstje alumni. Behalve De Sutter maakten ook andere politieke spilfiguren zoals Alexander De Croo (Open VLD), Paul Magnette (PS), Thomas Dermine (PS), Benjamin Dalle (CD&V) en Koen Geens (CD&V) gebruik van het beursprogramma. Ook verschillende rectoren en professoren, gouverneur Pierre Wunsch van de Nationale Bank, Bpost-ceo Dirk Tirez en Francis Deprez, ceo van D’Ieteren, trokken naar Harvard, MIT, Columbia of Princeton met een beurs van de BAEF.
Excellentie
Hoe komt het dat het lijstje namen zo opvallend is? In principe kan iedere bachelor of master met de Belgische nationaliteit zich aanmelden voor het beursprogramma. De voorwaarde is helder: een uitstekend parcours in het hoger onderwijs. ‘Goeie prestaties openen de deur naar de BAEF’, zegt Emile Boulpaep (83), professor aan de geneeskundefaculteit van Yale en al meer dan veertig jaar voorzitter van BAEF. ‘Maar het interview dat erop volgt, is bepalend.’
Boulpaep neemt samen met een jury van twaalf leden de gesprekken af. In zeven dagen tijd hoort hij 140 geselecteerde studenten, die een kwartier de tijd krijgen om zich in het Engels te verdedigen. Voor MBA’s (business gerichte opleidingen) en de kunsten zijn er afzonderlijke jury’s. Die laatste wordt voorgezeten door de voorzitter van de Koningin Elisabethwedstrijd.
‘Er wordt bij de selectie niet alleen gekeken of mogelijke kandidaten België goed vertegenwoordigen, maar ook of ze ambitie hebben en de extra mile willen gaan, zegt Francis Deprez van D’Ieteren over zijn ervaring. Zelf omschrijft hij zijn periode in Boston en Harvard als een ‘life changing experience’. ‘Voor mij was dat zonder beurs onbereikbaar.’ De gevraagde combinatie van ambitie en verantwoordelijkheidszin maakt volgens de ceo dat BAEF’ers ‘blijkbaar niet alleen een goede start kennen, maar twintig of dertig jaar later
Emile Boulpaep veel goede zaken hebben verricht’.
Uiteindelijk krijgen zo’n tachtig studenten goed nieuws. Volgend academiejaar zijn er zelfs 94 Belgen met een beurs aan een topuniversiteit of -instelling ingeschreven, samen goed voor zo’n zes miljoen dollar. ‘Excellentie bekom je door selectie’, zegt Boulpaep over het proces.
Continuïteit lijkt geen punt. Toen de Yale-professor het voorzitterschap van BAEF overnam, was er een kapitaal van drie miljoen dollar. Boulpaep blies het fonds vervolgens nieuw leven in. Vandaag is er 160 miljoen dollar ter beschikking. Er wordt onder meer zwaar ingezet op fundraising. Veel beurzen dragen ondertussen ook de naam van een persoon, bedrijf of universiteit. Enkele voorbeelden: de Nationale Loterij, Sofina-Boël of advocatenkantoor Stibbe-Ludovic De Gryse.
Rankings
Boulpaep, die in Leuven geneeskunde studeerde, kijkt vanuit Yale vrij kritisch naar het Belgische onderwijssysteem. Het contrast met de VS is vaak groot, merkt hij, onder meer als het gaat over uitmuntendheid. ‘Wat ik veel collega’s verwijt is dat ze hun studenten niet goed genoeg kennen. Dat er veel studenten zijn, is amper een argument. Ik zeg altijd: hou u bezig met de topstudenten en niet met de grote middelmaat.’ Net dat maakt volgens hem een wezenlijk verschil. ‘In de VS is het onderwijs niet beter. We zijn niet verstandiger en testen niet anders. Het verschil zit in de begeleiding. Coaching is ontzettend belangrijk. Vaak mikt men met coaching op de sukkelaars, maar ze is nog belangrijker voor topstudenten.’
Ook de Europese netwerken waar de universiteiten zich in engageren, ontvangt hij lauw. ‘Een netwerk is een goed idee, zolang je niemand uitsluit die ook goed is’, zegt Boulpaep. ‘Verschillende rectoren hebben me gevraagd of er geen samenwerking met Yale kan komen. In de VS zijn er geen netwerken tussen Cornell en Stanford of Harvard en MIT. Excellentie ligt op het niveau van het individu, niet van de instelling. Bovendien heb ik de indruk dat er in Europa te veel netwerken ontstaan.’
De professor ver wijt de universiteiten ook een gebrek aan ‘entrepreneurship’. ‘Excellentie vereist niet alleen selectie, maar ook middelen. In België kun je niet zeggen dat de ene universiteit beter is dan de andere. Dat is in de VS ondenkbaar. Ik vind dat zonde, maar niet verwonderlijk. De universiteiten zijn erg afhankelijk van subsidies. Gelukkig zien sommige universiteiten in dat ze via spin-offs en patenten extra opbrengsten kunnen genereren. Dat maakt ze onafhankelijker.’
Volgens hem gaat de concurrentie ook in België harder spelen. ‘Rankings gaan een almaar belangrijkere rol spelen. Ze kunnen ertoe leiden dat in België het concept van excellentie doorbreekt.’ Dat ziet hij ook bij de Amerikaanse studenten die naar ons land komen – het systeem van de BAEF werkt in de twee richtingen. ‘Ze kiezen steevast voor Gent of Leuven. Waarom? They look at the rankings.’
‘Ik zeg altijd: hou u bezig met de topstudenten en niet met de grote middelmaat’
Professor geneeskunde Yale