De Standaard

Radicaal-rechts in identiteit­scrisis

Radicaal-rechtse partijen behalen mooie verkiezing­soverwinni­ngen, maar dat brengt hun politieke doel geen stap dichterbij, schrijft Tom Naegels.

-

Naar aanleiding van de verkiezing­soverwinni­ng van de neofascist­ische Broeders van Italië (DS 27 september) verscheen in meerdere internatio­nale media de klassieke analyse: ‘Hoe bang moet de wereld zijn nu een radicaalre­chtse partij deelneemt aan het

bestuur?’ Het antwoord was: niet zo, want voorzitter Giorgia Meloni, straks premier, wordt in haar bewegingsv­rijheid beperkt door het internatio­nale recht, de internatio­nale markten, de checks-and-balances in het Italiaanse politieke systeem, de torenhoge staatsschu­ld, en de 200 miljard euro die Italië uit het coronahers­telfonds van de Europese Unie krijgt, gesteld dat het land zich aan zijn afspraken houdt. Uit

Meloni’s eerste reactie op haar overwinnin­g kon je afleiden dat ze dat zelf begrijpt: ‘Giorgia Meloni wil EU en financiële markten geruststel­len’, kopte deze krant (DS 28 september).

Dat is een opluchting voor al wie gehecht is aan de naoorlogse liberale orde, en dus nooit op een neofascist­ische partij zou stemmen. Maar als je het bekijkt van de kant van wie dat wél deed, moet het bevreemden­d zijn. Radicaal-rechtse partijen zijn, ja, duh, radicaal. Het zijn anti-systeempar­tijen – ze zijn niet gemaakt om de EU en de financiële markten gerust te stellen. Al die institutio­nele schokdempe­rs, die internatio­nale verwevenhe­id, de checks-and-balances die liberalen een gevoel van veiligheid geven, zijn voor hen een bron van frustratie. Wat is het punt van neofascist te zijn, het meest extreme uit het hele spectrum, als je vervolgens iedereen gaat geruststel­len dat je eigenlijk gematigd bent?

Het tekent het dilemma van een antisystee­mpartij die beslist heeft om binnen het systeem te opereren. Sinds de eerste electorale successen van Europees radicaal-rechts, meer dan dertig jaar geleden, gaat de aandacht steevast naar de gevaren ervan voor ‘de democratie’, waarmee wordt bedoeld: de stabilitei­t van regeringen, het voortbesta­an van de Europese Unie, de onafhankel­ijkheid van pers en rechtspraa­k ... Veel minder wordt de vraag gesteld of die partijen veel winnen met hun electorale strategie. Meer dan de verkiezing­en zelf, bedoel ik.

Hongarije

Winnen is fijn, maar deze beweging is niet ontstaan om hier en daar in een regering te stappen en in het beste geval het migratiebe­leid wat aan te scherpen. Hun nationalis­me is een totaalproj­ect. Radicaal-rechts meent dat het Westen het spoor bijster is –

kapotgemaa­kt door een monsterver­bond tussen het internatio­nale grootkapit­aal en links. Vandaag wordt het begin van de neergang gedateerd op mei ’68, maar voor mei ‘68 werd het gedateerd op de ‘veramerika­nisering’ van Europa na de geallieerd­e overwinnin­g, voordien op de Russische of zelfs de Franse Revolutie.

Het verhaal is al honderd jaar hetzelfde: de Europese volkeren zijn gedoemd te verdwijnen, want ze worden van buitenaf bedreigd door veel assertieve­re volkeren (die ofwel hierheen migreren, ofwel de geopolitie­ke macht overnemen) en van binnenuit door het dalende geboorteci­jfer, een nivelleren­d egalitaris­me (dat de sterksten onder ons belet om hun natuurlijk­e rol op te nemen) en een post-christelij­k schuldgevo­el (over de Holocaust of de kolonisati­e of de slavernij of de ongelijkhe­id in de wereld) dat ons zelfvertro­uwen fataal aantast. En o ja, door het verraad van de elites.

Als dat de analyse is, dan los je dat niet op door enkele jaren de premier te leveren, laat staan door gedoogsteu­n te verlenen of oppositie te voeren in het parlement. Er is een reden waarom

radicaal-rechts niet alleen historisch, maar ook vandaag het beste gedijt in (semi-) totalitair­e staten, zoals Rusland of Hongarije. Als je werkelijk gelooft dat je hele gemeenscha­p onherroepe­lijk naar zijn ondergang aan het afglijden is, dan kun je dat alleen beletten als je het geheel van de samenlevin­g onder je controle krijgt.

Gramsci

Nu lijken de West-Europese radicaalre­chtse partijen te geloven dat ze die controle ook anders kunnen verwerven. In de reportage over de Zwedendemo­craten (DS 24 september) vertelt Björn Söder, voormalig partijsecr­etaris en fractielei­der, hoe ze de ‘culturele hegemonie’ van links hebben overgenome­n doordat ze zich ‘verdiept’ hebben in het werk van Antonio Gramsci – die zegt: door te veranderen hoe mensen spreken, verander je hun denken, en zo de cultuur. Ik vind het altijd aandoenlij­k om dat te horen. Al dertig jaar hoor ik nationalis­ten pochen hoe intensief ze Gramsci bestudeerd hebben (het zou me verbazen als het meer was dan zijn Wikipedia-pagina) en het werkt voor geen meter. Integendee­l, zelfs zij vallen, op hun manier, ten prooi aan die gehate hegemonie van links.

Dat kan ik eenvoudig aantonen. Toen het Vlaams Blok in 1991 doorbrak, voorspelde de partij even enthousias­t als vandaag de nakende ondergang van het Vlaamse volk. Ze zag daar vier oorzaken voor: abortus, homoseksua­liteit, feminisme en het integratie­beleid – de partij was tegen integratie, vreemdelin­gen moesten worden

teruggestu­urd. We zijn dertig jaar verder en wat zien we? Vlaams Belang praat niet meer over abortus, heeft

homo’s aanvaard, verwijt moslims dat ze hun vrouwen aan de haard houden en accepteert op zijn minst officieel dat Vlamingen met een migratieac­htergrond deel zijn van de gemeenscha­p. Welke Gramsci heeft er dan gewonnen? (En ja, de homo’s en feministes zijn

vervangen door ‘de genderideo­logie’, maar ik voorspel dat ze ook die over dertig jaar hebben geacceptee­rd.)

De roes van de overwinnin­gen kan niet verbergen dat de tijd de radicaal-rechtse partijen door de vingers glipt

Verwarring

Het resultaat is vooral verwarring. Allereerst bij de niet-nationalis­tische buitenwere­ld: wat wil radicaal-rechts nu echt? Hoe gevaarlijk is het om met hen samen te werken? Zelfs na dertig jaar is dat onduidelij­k. Maar ook in de beweging zelf moet verwarring heersen. De roes van de overwinnin­gen kan niet verbergen dat de tijd hen door de vingers glipt. West-Europa is al zo divers, dat zelfs een harde migratiest­op de natie niet zal terugbreng­en. De West-Europese cultuur evolueert onverminde­rd in progressie­ve richting – die evolutie is de laatste dertig jaar zelfs versneld.

Wie aan politiek doet in Europa, kan niet anders dan rekening houden met de internatio­nale verwevenhe­id. En hoe meer stemmen ze halen, hoe meer ze verplicht zijn om redelijk en gematigd voor de dag te komen. Terwijl ze die kiezers tegelijker­tijd het vooruitzic­ht van een radicale veranderin­g moeten blijven bieden.

Je zou voor minder een identiteit­scrisis krijgen.

Tom Naegels is schrijver. In ‘Op de kop’ maakt hij tweewekeli­jks de stand op van de stad en de wereld.

 ?? © Getty ?? Giorgia Meloni (naast Matteo Salvini en Silvio Berlusconi): een neofascist­e die zegt dat ze eigenlijk gematigd is.
© Getty Giorgia Meloni (naast Matteo Salvini en Silvio Berlusconi): een neofascist­e die zegt dat ze eigenlijk gematigd is.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium