Zo zinloos als je verzetten tegen de zwaartekracht
Honderdduizenden jonge Russen stappen lijdzaam op bussen, een gewisse dood in Oekraïne tegemoet, schrijft Alexander Skorobogatov. Verzet tegen de staatsterreur lijkt erger dan de dood.
Aleksandr Skorobogatov
Schrijver van de roman De wasbeer (De Geus), geboren in Wit-Rusland, woont en werkt in België.
Begin jaren 80 werd ik opgeroepen door het Sovjetleger. Ik studeerde aan het theaterinstituut in Minsk en was 18 geworden. Ik herinner me de sombere ochtend dat ik naar het militaire rekruteringskantoor ging. Ik herinner me ook de zaal waarin ik moest plaatsnemen, samen met een honderdtal jongens van mijn leeftijd. De commissaris van het rekruteringskantoor feliciteerde ons vanaf het podium met het feit dat we een ‘bijzondere lichting’ waren, ‘die de grootse eer had haar internationale plicht tegenover het vaderland te vervullen’. Dat wilde zeggen dat we naar de oorlog in Afghanistan zouden worden gestuurd. Luisterend naar het gewauwel van de commissaris wist ik dat er geen macht ter wereld bestond die me zou dwingen om Afghanen te gaan doden, of zelfs maar in het Sovjetleger te dienen.
We kregen allemaal het bevel om ons uit te kleden, waarna honderd spiernaakte jongens door de dokterskabinetten trokken om een medisch onderzoek te ondergaan. Iedereen die werd goedgekeurd werd naar het leger gestuurd. Tijdens zo’n medisch onderzoek verklaarde mijn beste vriend dat hij zijn officieren zou neerschieten zodra hij een wapen in handen zou krijgen. Vanuit het rekruteringskantoor werd hij meteen naar een gesloten psychiatrische instelling gestuurd, die hij enkele maanden later mocht verlaten met een psychiatrische diagnose en een vrijstelling voor het leger.
Meedoen is een misdaad
Op dit moment stuurt Poetin honderdduizenden Russen eenzelfde wrede, misdadige en zinloze oorlog in. De eerste maanden na de Russische invasie van Oekraïne leek het me dat ik het recht niet had om de gewone Russische soldaten te veroordelen die vaak buiten hun medeweten naar Oekraïne waren gestuurd. De 18-jarige soldaten, die in de nacht van 24 februari onder het mom van oefeningen Oekraïne werden binnengeloodst, hadden geen keuze.
Vandaag, na zeven maanden oorlog, na Boetsja, Irpin, Marioepol, nadat de hele wereld de massa- executies, verkrachtingen en martelingen van onschuldige Oekraïners heeft aanschouwd, is er geen enkele rechtvaardiging meer voor deelname aan Poetins oorlog. Schieten op Oekraïners, ook al worden de soldaten ertoe gedwongen, is een misdaad.
Het is waar dat sinds de aankondiging van de mobilisatie, de antioorlogsprotesten in Rusland weer zijn toegenomen. In de Russische steden gaan opnieuw betogers de straat op. ‘Poetin naar de loopgraven!’, roepen ze, terwijl de politie methodisch de ene demonstrant na de andere uit de menigte plukt, in elkaar slaat en de politiecombi’s in sleept. In veel steden worden rekruteringsbureaus bekogeld met molotovcocktails. Op het web circuleert advies over hoe je een arm of een been kunt breken om mobilisatie te voorkomen. Honderdduizenden Russen, vooral hoogopgeleide en welvarende mensen, proberen het land te verlaten — per vliegtuig, met de auto, te voet, legaal en illegaal.
Maar het zogenaamde ‘diepe Rusland’, de inerte massa van gewone Russen, zwijgt. Honderdduizenden mannen, gemobiliseerd uitgerekend uit dat ‘diepe Rusland’, stappen vandaag zonder verzet op bussen, een gewisse dood in Oekraïne tegemoet.
De lijdzaamheid waarmee de Russen dezer dagen accepteren dat ze naar het front worden gestuurd, doet me denken aan de lijdzaamheid waarmee Sovjetburgers massale arrestaties accepteerden tijdens de repressie van Stalin. In die gruwelijke jaren werd ’s nachts aangebeld aan miljoenen Sovjetflats en huizen, en dat betekende altijd: het is onze beurt, ze komen ons halen. Steeds werd de deur geopend, niemand verzette zich tegen arrestatie, de gearresteerden kwamen nooit terug, tientallen miljoenen verdwenen voor decennia in de goelags, miljoenen voor altijd. Alleen al op het hoogtepunt van de Grote Terreur in 1937-1938, werden meer dan een miljoen mensen geëxecuteerd.
Weerloos tegen Poetin
Ik herinner me dat een docent in Moskou zich tijdens een les afvroeg: wat zou er gebeurd zijn als de geheime politie in die flats op verzet was gestuit, als die gedoemde mensen, die niets te verliezen hadden, hadden geprobeerd zich te verdedigen? Had alles dan anders kunnen verlopen? Maar dat was net het punt: de horror die de stalinistische repressiemachine zelfs bij gedoemde mensen opriep, was sterker dan de angst voor de dood zelf. Zoiets is nagenoeg ondenkbaar voor wie in een democratisch land met gegarandeerde vrijheden leeft.
Het leven laat echter zien dat het mogelijk is om zowel individuen als de samenleving zodanig te misleiden en te terroriseren dat verzet tegen de staat erger lijkt dan de dood, en vooral: volkomen zinloos. Want de macht van de staat, die mensen decennialang breekt, lijkt absoluut onoverkomelijk. Zich ertegen verzetten is net zo zinloos als zich verzetten tegen de zwaartekracht.
Als vandaag ieder van de gemobiliseerde Russen die door Poetins repressieve apparaat de dood in worden gestuurd, zich zou verzetten en de dienst zou weigeren, dan zou het systeem instorten – Poetin kan geen honderdduizenden mensen tegelijk in de gevangenis stoppen –, de oorlog zou voorbij zijn, en geen van de jongens die naar de oorlog gestuurd worden, zou in de oorlog sneuvelen en Oekraïne kwaad berokkenen.
Alleen zijn ze net zo weerloos tegen de wil van Poetin als hun overgrootvaders die door Stalin de dood in werden gestuurd. De omvang van Poetins
Als alle gemobiliseerde Russen zich verzetten en dienst weigeren, dan stort het systeem in. Poetin kan geen honderdduizenden mensen opsluiten
terreur is niet te vergelijken met die van Stalin, maar gedurende de 22 jaar van zijn bewind is er genoeg repressie en misleiding geweest om ongehoorzaamheid en verzet tegen zijn regime voor de overgrote meerderheid van de Russen erger te doen lijken dan de dood. En zinloos, zoals weerstand bieden aan de zwaartekracht.
Doden of gedood worden
Ooit, lang geleden in de Sovjet-Unie, weigerde ieder van mijn vrienden in het leger te gaan en mee te vechten in de oorlog in Afghanistan. Maar het is ook zo dat we ontzettend veel geluk hadden, geluk dat we al heel vroeg beseften dat we in een misdadige, totalitaire dictatuur leefden, geluk dat ieder van ons aan de oorlog kon ontkomen zonder een gevangenisstraf te krijgen, zonder zijn leven voorgoed te ruïneren.
Al die naakte jongens met wie ik van het ene dokterskabinet naar het andere liep, werden naar Afghanistan gestuurd. Geen van hen wilde vechten, maar het kwam bij geen van hen op dat ze dienst konden weigeren, dat de staat, die hen mentaal al had gebroken, niet almachtig was en wel degelijk kon worden bestreden. Sommigen van hen werden gedood, sommigen raakten zwaar verminkt, anderen doodden of verminkten Afghanen.
Toch was ieder van hen die dag een slachtoffer, net als vandaag iedere gemobiliseerde Rus die gehoorzaam op een bus naar Oekraïne stapt een slachtoffer is. Poetin, zijn regime en iedereen die dat regime versterkt, zijn er schuldig aan dat die mensen morgen in Oekraïne zullen worden verminkt, vermoord, of zelf misdadigers worden.