Italiaanse laars zet hak in het zand
De belangrijkste politieke bijdrage kwam de voorbije week van een wielrenner buiten dienst. Eddy Merckx zat maandag in De afspraak om Remco Evenepoel te bejubelen. Dat onderwerp dreigde te verdrinken in het nieuws van de dag, met name de septemberverklaring van de Vlaamse regering die in de soep was gedraaid. Het akkefietje vroeg om een uitgebreide analyse en omdat het wielermonument intussen dreigde in te dommelen, betrok presentator Bart Schols hem bij het gesprek. Wat vond hij eigenlijk van die politieke tragedie? Harkerig mompelde Merckx dat het te hopen is dat ze nu toch rap overeenkomen.
Die oproep tot samenwerking was minder banaal dan ze leek, vooral omdat ze kwam uit de mond van een renner, bijgenaamd de kannibaal. Merckx had de betrokken partijen immers ook kunnen aansporen om niet te plooien, er vol voor te gaan, te verdapperen, te stoempen, aan de boom te schudden en er nog eens een snok aan te geven. De dood of de gladiolen, zo heeft hij gekoerst en alles gewonnen.
In de politiek is die stijl nu ook in de mode: hoog inzetten, met grote beloftes, strijden tot de dood en voor niets of niemand zwichten. Politici winnen er verkiezingen mee zoals Merckx en Evenepoel hun koersen, tot vreugde van de natie. Het verschil is dat renners van het podium komen, de kussen en de bloemen ontvangen en vervolgens huiswaarts keren, eventueel via het stadhuis van Brussel. In de politiek begint het pas na de verkiezingen. Wat met de beloofde onbuigzaamheid als er moet worden samengewerkt met partijen van een andere strekking?
Terwijl politieke waarnemers de gebeurtenissen hyperventilerend en vol hyperbolen bleven becommentariëren, had de leiding van CD&V stiekem toch naar Merckx geluisterd. Drie dagen later werd de septemberverklaring voorgelezen. Commentatoren hijgen na, en reikhalzen nu al naar het volgende
levensbedreigende incident, de federale begrotingsopmaak.
Het is de vraag of Giorgia Meloni, winnaar van de Italiaanse verkiezingen, ook naar De afspraak heeft gekeken. Zij voerde met haar Italiaanse Broederpartij een straffe campagne en gaf de Europese Unie een waarschuwing: ‘Het is gedaan met het feestje!’ Aan haar juichende supporters beloofde ze dat Italië zijn belangen voortaan eindelijk eens goed zou gaan verdedigen in Brussel. Dat was een beetje cynisch, zo net nadat haar voorganger Mario Draghi erin geslaagd was een monsterbedrag van rond de 200 miljard naar Italië te slepen voor het herstel van de economie na corona.
Europa raakt stilaan vertrouwd met figuren als Meloni. Radicaal-eurosceptische partijen belandden al in regeringen in Oost-Europa of in Oostenrijk, of ze gaven gedoogsteun. In Italië nam uiterst rechts met de Lega de voorbije jaren deel aan meerdere bewindsploegen. Kopstuk Matteo Salvini, die er net als Meloni nog voor gepleit heeft om de Italiaanse lire weer in te voeren,
Elke Italiaanse politicus met genoeg geduld wordt op een dag wel even premier
piepte daar niet meer over toen hij minister werd. De scherpste, snedigste en meest krankzinnige ingrediënten uit de verkiezingsprogramma’s komen in de realiteit nooit op tafel. Tot dusver is het de Unie gelukt om lastige bewindsploegen uit te zweten. In het geval van Italië gaat het trouwens meestal betrekkelijk snel. Als Wikipedia de tel goed heeft bijgehouden, zitten ze daar straks aan de zesenvijftigste regering sinds de Tweede Wereldoorlog, een Europees record. Iedere Italiaanse politicus met genoeg geduld wordt op een dag wel even premier.
Toch is dat geen reden om de schouders op te halen. De passage van Meloni zal wel degelijk gevolgen hebben. De combinatie van uitdagingen waarvoor de Unie staat, vraagt om gezamenlijke beslissingen. Dat zegt Meloni ook: ze weet dat Italië de crisissen niet alleen krijgt opgelost en verwacht dat Europa snel schakelt. Tegelijk belooft ze de hakken in het zand te zetten als er voorstellen op tafel komen die haar niet helemaal zinnen.
Dat gebeurt natuurlijk onvermijdelijk. Over elke kwestie zijn er meningsverschillen: de Fransen willen alles, de Denen niks, de Grieken geld, de Bulgaren een uitzondering en de Nederlanders korting, of omgekeerd. Elke regering heeft eigen bekommernissen, eisenbundels en verwachtingen. Als iedereen zich stug en koppig opstelt, dan wordt er nooit een beslissing genomen. Om te kunnen landen is er overleg nodig, empathie en een bereidheid om water bij de wijn te doen. Dat zijn niet de kwaliteiten waar radicaal-nationalistische partijen voor bekendstaan. En dat is de paradox: de partijen die de Unie het meest traagheid en stroperigheid verwijten, dragen daar ook het meest toe bij.