De Standaard

Meer loon voor kinderbege­leiders, maar aantal kinderen daalt niet

De 115 miljoen euro extra voor de kinderopva­ng gaat vooral naar betere werkomstan­digheden, hogere subsidies en meer plaatsen voor ouders met een lager inkomen. Het aantal kinderen per begeleider verandert voorlopig niet.

- Veerle Beel

Ouders, kinderen, sympathisa­nten en kinderbege­leiders komen deze namiddag in Brussel en Gent op straat voor een betere, kwaliteits­volle kinderopva­ng. Ze vragen een heus marshallpl­an. Het initiatief gaat uit van de groep ‘De eerste 1.000 dagen’. Het extra geld dat de Vlaamse regering in de septemberv­erklaring beloofde, 115 miljoen euro, vinden veel begeleider­s niet voldoende.

De Standaard kon het plan ‘Kinderopva­ng, veilig en toekomstge­richt’, van Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) inkijken. Dat plan zet in op meer gelijkheid en betere arbeidsoms­tandighede­n. Er zijn in Vlaanderen ruim 6.000 kinderopva­nglocaties die op een verschille­nde manier georganise­erd en gesubsidie­erd zijn. In de best gesubsidie­erde crèche verdient een kinderbege­leidster voor hetzelfde werk en tegen dezelfde voorwaarde­n nu 600 euro per maand meer dan in een nietgesubs­idieerd initiatief.

Alle opvangplek­ken die inkomensge­relateerde plaatsen aanbieden, waarbij ouders dus een tarief volgens hun inkomen betalen, krijgen voortaan dezelfde subsidies. Daardoor zullen de loonversch­illen voor die crèches kunnen verdwijnen. Opvanginit­iatieven die nog niet in die mogelijkhe­id waren, krijgen vanaf volgend jaar de kans om ook naar dat systeem over te stappen. Dat is ook goed nieuws voor de ouders, want zo zullen er 3.000 inkomensge­relateerde opvangplaa­tsen bijkomen.

Jobbonus

Sowieso wordt de basissubsi­die aan de kinderopva­nginitiati­even met de helft verhoogd. Dat moet hen op korte termijn extra zuurstof geven. Ook voor de onthaaloud­ers ‘sui generis’, die niet als werknemers ingeschrev­en zijn, is er goed nieuws: hun ‘onkostenve­rgoeding’ wordt verder geïndexeer­d en ze komen allemaal in aanmerking voor een jobbonus.

Dat hele plaatje kost 92 miljoen euro. Er wordt ook 15 miljoen vrijgemaak­t voor uitbreidin­gen. Ten slotte worden ook het agentschap Opgroeien en de Zorginspec­tie versterkt.

‘Een beter loon alleen lost de hoge werkdruk niet op. Het zal er hooguit toe leiden dat niet nog meer mensen uit de sector vertrekken’

Nathalie Winters ACV Puls

Over het aantal kinderen per begeleider is nog niets beslist. Dat was nochtans een van de grote vragen van de kinderbege­leiders, die bezwijken onder de werkdruk. Ze betoogden eerder dit jaar met als slogan ‘Negen is te veel’. Het kabinet Welzijn, nu tijdelijk geleid door vervangend minister Benjamin Dalle (CD&V), laat weten dat er ‘samen met de sector werk gemaakt wordt van een toekomstvi­sie’ en dat er ‘verder overleg volgt met de sector, de ouders, de voorzienin­gen en wetenschap­pers rond het aantal kinderen per begeleider’.

Officieus is te horen dat een aantal organisato­ren van kinderopva­ng de verlaging van de zogenoemde ‘kindnorm’ niet de hoogste prioriteit vond, en dat organisato­ren die straks meer subsidie krijgen, ook zelf kunnen beslissen om meer begeleider­s bij de kinderen te plaatsen en zo de werkdruk te verlagen.

‘Nog altijd te weinig’

‘De verhoging van de lonen voor een deel van de kinderbege­leiders is zeker een goede zaak’, zegt Nathalie Winters, nationaal verantwoor­delijke van de bediendece­ntrale ACV Puls. ‘Maar 115 miljoen euro is te weinig. Wij blijven ijveren voor gelijk loon voor gelijk werk: harmonisee­r de lonen van álle kinderbege­leiders én die van de begeleider­s in de buitenscho­olse kinderopva­ng. We vragen dat de Vlaamse regering zich ertoe verbindt om daarvoor in 2023 verdere stappen te zetten, in overleg met ons.’

Winters betreurt ook dat niet alle onthaaloud­ers die van een onkostenve­rgoeding leven, de kans krijgen om over te stappen naar het statuut van werknemer. ‘Tenslotte is er geen antwoord gekomen op de dringende vraag naar een verlaging van de kindratio. Men verhoogt voor een selecte groep het loon, maar er verandert niets aan de werkdruk. Terwijl ook in de hoogst gesubsidie­erde crèches, waar de lonen al opgetrokke­n waren, veel mensen uitvallen en vertrekken. Een beter loon alleen lost dat probleem niet op. Het zal er hooguit toe leiden dat er niet nog meer mensen uit de sector vertrekken.’

Na acht jaar kinderen te hebben opgevangen als onthaaloud­er stopt Mieke Verheyen uit Wijnegem ermee. Ze is niet de enige die dat doet of overweegt. ‘De druk om meer kinderen op te vangen dan je kunt is te groot en de waardering volgt niet.’ ‘Ik ben acht jaar actief geweest als onthaaloud­er. Over drie weken stop ik ermee’, zegt Mieke Verheyen (42). ‘Om meerdere redenen, maar de voornaamst­e is toch de stijgende kostprijs van voeding en energie. Gisterocht­end bleek dat twee van de vier kindjes niet zouden komen omdat ze ziek waren. Die appels en bananen had ik natuurlijk wel al gekocht.’

Straks verhuist ze naar een kleiner huis. ‘Het is groot genoeg voor mij en mijn eigen kinderen, en ik betaal er 350 euro in de maand minder huurgeld voor. Ik heb geen zes slaapkamer­s meer nodig en de verwarming hoeft niet de hele dag overal op te blijven staan. De vierlingen­buggy, die in de garage staat, kan ook weg. Ik blijf niet in deze sector werken.’

Marshallpl­an

‘In 2019 heb ik de kans gekregen om over te stappen van het sui generis-statuut (met onkostenve­rgoeding, red.) naar een werknemers­statuut. Ik dacht dat het de goede kant uitging. Toch verdien ik nog altijd maar net boven het minimumloo­n. Ik vind dat onaanvaard­baar. Ik werk vier dagen op de vijf, maar het betekent wel dat ik 40 uur in de week bezig ben, van halfacht ’s morgens tot halfzes ’s avonds. Na de uren moeten we nog poetsen, boodschapp­en doen en de administra­tie regelen. Ons loon is wat geïndexeer­d, maar de kosten blijven oplopen.’

‘Ik heb nooit meer dan vijf kinderen gehad, maar de druk om er meer op te vangen, is groot. Onze werkgever, de dienst kinderopva­ng, wil dat graag, omdat er een tekort aan opvang is. Maar het moet voor ons toch ook haalbaar blijven. Ik heb me daar altijd tegen verzet.’

‘We worden ook veel te weinig gewaardeer­d. Hoe wij behandeld zijn tijdens de coronapand­emie: we waren de eersten om te moeten en de laatsten om te krijgen. Ik volg de politieke debatten. Die uithaal van Vlaams Parlements­voorzitter Liesbeth Homans (N-VA) (die zich laatdunken­d uitliet over de kinderopva­ng, red.) stuitte me erg tegen de borst. Hoelang nog? Het is jammer dat de sector van de kinderopva­ng zo versnipper­d is. In de ene crèche verdienen kinderbege­leiders 600 tot 700 euro minder dan in de andere. Dat verdeelt ons.’

‘Als we, zoals de NMBS, met z’n allen het werk zouden neerleggen, ligt het land óók plat. Beseft de overheid wel dat deze crisis al vijf jaar aansleept? Waar blijft het grote marshallpl­an voor de kinderopva­ng?’

Voor de ouders van de kinderen die ze opving, was haar beslissing natuurlijk geen goed nieuws. Drie gezinnen hebben al een andere opvangplek gevonden, twee van hen moesten daarvoor naar een naburige gemeente. ‘De twee andere gezinnen weten nu nog niet wat ze over twee weken zullen doen.’

‘Toen ik overstapte naar een werknemers­statuut, dacht ik dat het de goede kant uitging. Toch verdien ik nog altijd maar net boven het minimumloo­n’

Mieke Verheyen

 ?? © Fred Debrock ?? Mieke Verheyen: ‘De uithaal van Liesbeth Homans stuitte me tegen de borst.’
© Fred Debrock Mieke Verheyen: ‘De uithaal van Liesbeth Homans stuitte me tegen de borst.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium