Het plakboek van Philippe Gilbert
Classique Gilbert
Nog op dinsdag 11 en 18 oktober om 21.25 uur op Eén ★★★⭐⭐
Is er nog niet genoeg koers op tv? Nee, moeten ze bij de openbare omroep gedacht hebben. Nu de Remcoorts wat is geluwd, pakt de VRT uit met een herhaling van VDB. Ik ben God niet en met een driedelige documentaire over een andere wielerheld, Philippe Gilbert (40). Voor wie na 2000 geboren is: dat was tot anderhalve week geleden Belgiës laatste wereldkampioen wielrennen op de weg.
23 was hij, toen het grote publiek hem in 2006 leerde kennen. Een spontane jongen, die spontaan in zijn beste Nederlands antwoordde, nadat Renaat Schotte hem in het Frans had gevraagd hoe dat voelde, de Omloop Het Volk (de huidige Omloop Het Nieuwsblad) winnen. En die toen al erg ambitieus bleek: ‘Als je hier kunt winnen, dan moet de Ronde van Vlaanderen ook lukken.’
Hij zou er uiteindelijk nog elf jaar op moeten wachten, maar op 2 april 2017 stond de aspirant-Nostradamus in Oudenaarde inderdaad op het hoogste schavotje. Tussenin was hij rustig van zege naar zege geraasd, of het nu in Lombardije, Luik, Valkenburg of Hooglede-Gits was, zich samen met Tom Boonen ontpoppend tot ’s lands beste klassieke renner van de voorbije vijftien jaar. Midden oktober knijpt Gilbert de remmen dicht, en deze documentaire zwaait hem uit.
Beginnen doet ze in 2018, het jaar na zijn zege in Vlaanderens mooiste. Toen ontbraken nog twee klassiekers op Gilberts palmares: Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix. We kruipen in het wiel van de geboren Ardennees in zijn jacht op die twee wielermonumenten, in de hoop zo zijn klavertjevijf rond te maken.
Wat volgt, doet onwillekeurig denken aan een plakboek met bewegende beelden: fragmenten van Gilbert mooiste overwinningen wisselen af met gesprekken met de renner zelf en zijn entourage.
Af en toe bekroop ons de gedachte dat het weleens gedaan mocht zijn met die teletijdmachine, want er wordt veel herkauwd van wat we al tig keer gehoord, gelezen of gezien hebben. Dat hij naar Quick Step trok om net die laatste lacunes op zijn erelijst te vullen. Dat de kans om Sanremo te winnen veel kleiner is dan Roubaix. Dat Boonen in 2011 – het wonderjaar waarin Gilbert won waar hij wou – gevloekt heeft toen hij op het BK op een hellinkje van niets los uit het wiel werd gekletst … We vielen er niet van uit onze zetel.
De verrassendste momenten zijn die vlak na de koers: in Roubaix, bijvoorbeeld, waar hij zich per se wil wassen in de beruchte, aftandse douches onder de Vélodrome André Pétrieux. Het oprechte geluk dat van zijn gezicht spat na zijn winst in de GP d’Isbergues. Of de tranen in zijn ogen door de zege van ploegmaat Julian Alaphilippe op de Via Roma. Pure, oprechte emoties die wegfietsen van de klassieke paden en de menselijke kant van de sporter tonen. Die komt af en toe piepen, in ontsnappingen van korte duur. Toch lijkt Classique Gilbert in de eerste plaats voer voor de diehard wielerliefhebber, als die nog niet leeggereden is.
Af en toe bekroop ons de gedachte dat het weleens gedaan mocht zijn met die teletijdmachine, want er wordt veel herkauwd van wat we al tig keer gehoord, gelezen of gezien hebben
Sportredacteur