Subsidies voor behoud van resten Prinsenkasteel
GRIMBERGEN Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) trekt subsidies uit voor behoudswerken aan de resten van het Prinsenkasteel in Grimbergen.
Middenin de vijver van het Prinsenbos torenen de resten van het Prinsenkasteel hoog uit boven de bomen. Het eens zo machtige kasteel, een waterkasteel met omringend park en aanhorigheden, was de verblijfplaats van de heren van Grimbergen. Maar al jaren is het kasteel in verval.
‘Het is nochtans een erfgoedmonument’, zegt schepen van Erfgoedbeleid Karlijne Van Bree (Vernieuwing). ‘Het is een ruïne, maar de gemeente, die eigenaar is, wil samen met de vzw Heemschut verder verval vermijden. Het is dus niet de bedoeling om het Prinsenkasteel te laten herbouwen zoals vroeger, maar wel te behouden wat er nog is.’
‘We willen het kasteel ombouwen tot een middeleeuwse bouwwerf waar historische bouwtechnieken worden uitgeoefend. De slechte staat van het gebouw weerhoudt de vzw Heemschut om hier echt werk van te maken.’
De gemeente werkte daarom volgens schepen van Bree een beheersplan uit dat de toekomst en vooral het tegengaan van verval van het Prinsenkasteel en omgeving vastlegt tot 2044.
‘We zitten in de laatste fase van goedkeuring door de Vlaamse Overheid’, gaat Van Bree verder. ‘Dat erg dringende beheersmaatregelen nodig zijn, is duidelijk; vorig jaar nog stortte er een muur van het Prinsenkasteel in. Vanuit de Vlaamse overheid werd er intussen een oproep gedaan tot verkrijging van subsidies voor onder andere Erfgoed en Hoogdringendheid. Ik wenste in te gaan op deze oproep, om zo sneller aan financiële middelen te geraken om ver val tegen te gaan.’
Inmiddels keurde minister Diependaele hoogdringende instandhoudingswerken goed en werd er een premiebedrag van bijna een half miljoen euro gereserveerd.
‘Het hele project voor dringende instandhoudingswerken is geraamd op bijna zevenhonderdduizend euro’, licht de schepen toe. ‘De subsidies bedragen zeventig procent van de geschatte kostprijs, wat dus een heel goed resultaat is. Andere goedgekeurde projecten bevinden zich voornamelijk in grote steden als Gent, Leuven en Antwerpen, ik ben dus heel tevreden dat ons voorstel weerhouden werd.’
Diependaele selecteerde het project onder andere om reden van ‘duidelijk gemotiveerde hoogdringendheid.’
‘Het project getuigt ook van een inspirerende aanpak van ruïnes en van samenwerking met vrijwilligers’, stelt de minister. ‘De maatschappelijke meerwaarde vertaalt zich in de ambitie de ruïne actief te gebruiken voor educatieve doeleinden en de werking lokaal te verankeren. Er is ook het behoud van erfgoedwaarden van de ruïne op lange termijn.’