De hoogopgeleide huisvrouwen van België
De federale regering wil snoeien in tijdskrediet en ouderschapsverlof (DS 1 oktober). Misschien trok ook u grote ogen bij dat nieuws. Onze kinderopvang verzuipt – de beloofde extra 115 miljoen euro per jaar is peanuts – en jonge ouders weten niet meer van welk hout pijlen te maken. Toch wil de regering knabbelen aan bestaande systemen van loopbaanonderbreking, bedoeld voor kinderzorg. Dat zegt veel over het gebrek aan erkenning van het fundamentele belang van die zorg.
Neem dan Finland. Het land kende al een royale verlofregeling voor kersverse ouders, maar ging dit jaar nog een stap verder. Voor een baby geboren na 3 september krijgen moeders en vaders ieder evenveel geboorteverlof, namelijk 160 werkdagen. Daarvan kunnen ze er 63 overdragen naar hun partner. Vergelijk dat met de vijftien weken voor Belgische vrouwen, zwangerschapsverlof inbegrepen, of de trots waarmee onze regering het vaderschapsverlof uitbreidde naar vijftien dagen (twintig vanaf 2023!), en u begrijpt het verschil in visie en ambitie. Finland erkent kinderzorg als essentiële arbeid; bij ons geldt alleen economische participatie als ‘echt’ werk.
Vrouwen die ‘thuis zitten’ moeten dus zo snel mogelijk de arbeidsmarkt op. België telt het grootste aantal hoogopgeleide huisvrouwen ter wereld: een waanzinnige verspilling van talent, oordeelt premier Alexander De Croo. Je maatschappelijk nuttig maken kan blijkbaar alleen via een betaalde baan. De uitspraak getuigt van een mannelijke blik: jezelf waarmaken gebeurt via een job. Maar voor veel vrouwen is het moederschap minstens evenzeer een bron van zelfverwezenlijking en diepe bevrediging.
De meesten staan dan ook niet te springen om na enkele maanden de intieme connectie met hun baby te ruilen voor de werkvloer. De Finse wetswijziging kwam er onder meer door de immense seksekloof in verlofopname. De vorige wet kende 105 dagen moederschapsverlof toe en 54 dagen vaderschapsverlof, nietoverdraagbaar. Daarna konden beide seksen nog eens 158 dagen ouderschapsverlof onder elkaar verdelen. Vrouwen gingen daarvan met bijna 90 procent aan de haal. Erg begrijpelijk, maar het leidde tot discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Een systeem waarbij ook een man minstens drie maanden afwezig zal zijn, kan dat hopelijk voorkomen en zorgen voor een betere work-lifebalance voor iedereen. De wet is
genderneutraal. De partner mag zelfs
Als vrouwen morgen besluiten een dag niet naar de kinderen om te kijken, te koken of te poetsen, draait de boel vierkant
een vriend(in) zijn die mee instaat voor de zorg.
Toch gaat de hervorming, hoe vooruitstrevend ook, bijlange niet ver genoeg. Een samenleving die echt rechtvaardig wil zijn voor vrouwen, betaalt hen voor hun huiselijke zorgarbeid, vanwege de grote maatschappelijke én economische waarde ervan. Als vrouwen morgen massaal besluiten een dag niet naar de kinderen om te kijken, te koken of te poetsen, dan draait de boel vierkant. Plots mag meneer de ceo boterhammetjes smeren en naar de opvang rushen, of blijft hij noodgedwongen thuis voor de koters omdat zijn ‘huisvrouw’ dienst weigert.
Het onbetaalde werk van – vooral – vrouwen, gaande van kinderzorg en huiselijke klussen tot de zorg voor oudere familieleden, blijft grotendeels onzichtbaar voor economen, terwijl de wereldwijde jaarlijkse waarde ervan volgens een analyse door Oxfam minstens 10,8 miljard euro bedraagt. Wereldwijd zien vrouwen zich dat bedrag dus elk jaar door de neus geboord. Niet alleen krijgen ze amper waardering voor hun zorgarbeid, het wordt soms zelfs als een kostenpost gezien, want niet voltijds werkende vrouwen ‘dragen te weinig bij aan de economie’. Dat enge economische nutsdenken klinkt des te cynischer als je weet dat de maatschappelijke waarde die vrouwen creëren door te zorgen, hen kwetsbaarder maakt voor armoede.
We hebben een breder perspectief op werk en zorg nodig. Een veel uitgebreider ouderschapsverlof, naar Scandinavisch model, is een eerste stap. Maar we moeten grootser denken. Gelijkheidseconoom
Thomas Piketty zei onlangs in
De Morgen: het wordt tijd dat socialisten weer een ambitieuze horizon durven voor te stellen. Hij pleit voor een minimumerfenis voor iedereen, een bedrag van 100.000 euro dat iedere burger rond zijn 25ste krijgt. Geld herverdelen betekent macht en daarmee vrijheid herverdelen.
Zulke ideeën hebben we nodig, net zoals het denkspoor van een genereus basisinkomen voor iedereen. Je dankt hoogstens 10 procent van je inkomen aan eigen verdienste, zegt econoom Philippe Van Parijs hierover. De rest dank je vooral aan de inspanningen van vorige generaties. Het basisinkomen gaat over de eerlijke verdeling van iets wat we van hen hebben gekregen. Een basisinkomen zou vrouwen ook eindelijk de financiële verloning geven die ze verdienen.
The Sunday Times de op drie na (DS 28 september).