De Standaard

Door en door Brussels regisseur

Julien Vrebos had een bekende snor en was auteur van twee opvallende films. Maar bovenal maakte hij talloze sociaal betrokken tv-reportages over zijn geliefde Brussel.

- Dario Van Fleteren, Inge Schelstrae­te

De regisseur Julien Vrebos, die vrijdag op 75-jarige leeftijd overleed, was een geboren en getogen Brusselaar, die actie voerde voor het Brussels dialect en vaak in de stad filmde. Regisseur werd hij eerder per toeval. Luckas Vander Taelen ontdekte de freelances­portjourna­list bij de radio, tipte zijn naam aan vele producers, en Vrebos kon ontslag nemen bij de gemeente waar hij als landmeter werkte. Bij de BRT werkte hij voor Terloops en Het leven zoals het is, bij RTBF voor het legendaris­che Strip tease, bij TV Brussel Hotel Esperance en Floere Fox.

Een minuut geluk

‘Je bent meer met een minuut geluk dan met een kilo verstand’, minimalise­erde hij zijn ontdekking, maar Vrebos was van meet af aan een opvallende regisseur. Zowel zijn toon als zijn beeldtaal vielen van zijn eerste producties op. Of hij nu volkse figuren portrettee­rde, of jonge mensen, zoals in de serie De 8 over acht leerlingen uit het technisch onderwijs die een herenhuis verbouwen tot een buurtcentr­um, nooit gebeurde dat op een betuttelen­de manier. Zijn reeks Kukeleku uit 2010, over Wallonië, kwam er zelfs uit ongenoegen over de parodiëren­de of folklorist­ische manier waarop het zuiden van België volgens hem te vaak werd afgebeeld. Vrebos keek met kritische blik, maar wilde mensen bijeenbren­gen.

Voor het tv-programma Onder de sterren richtte hij zelfs een tijdelijk restaurant op. Daklozen betaalden er één euro, rijken de volle pot. ‘Maar het restaurant wil niet liefdadig zijn’, zei Vrebos daarover. ‘Het is veel belangrijk­er om die mensen – ver van de clichébeel­den die we altijd van armoede zien – hun fierheid weer te geven. Ik wil ook bewijzen dat Brussel niet dat rovershol is waarvoor het altijd wordt versleten.’

Zijn typische beeldtaal onderschei­dt ook de twee langspeelf­ilms die hij draaide van andere Belgische fictie. Het kleurenpal­et knalde eruit, in de kadrering trok hij zich weinig aan van de klassieke cinemawett­en. Extreme closeups en actie wisselden elkaar af in een stijl die nu soms wat gekunsteld aandoet. Maar het exotische sprookje The emperor’s wife (2003) voer wel bij die stilering. De film ging in Venetië in première. In de rol van de kamerheer die de keizer helpt de onvruchtba­re keizerin aan de kant te schuiven, strikte Vrebos Jonathan Rhys Meyers, tegenwoord­ig bekend als Henry VIII in The Tudors en bisschop Heahmund in The Vikings.

Het bekendst is zijn debuutfilm Le bal masqué (1998), over de Bende van Nijvel. Sommige Brusselse cinema’s weigerden hem te vertonen, omdat Vrebos er een link in suggereerd­e tussen de – nooit bewezen – Roze Balletten,

Vrebos keek met kritische blik, maar wilde mensen bijeenbren­gen.

seksfuiven van notabelen met minderjari­gen, en de Bende. ‘Op de persvisie was de zaal te klein’, zei Vrebos later daarover. ‘Er waren familieled­en van nabestaand­en en zelfs rijkswacht­ers die met het onderzoek bezig waren. Belachelij­k, dat ze dachten dat een filmregiss­eur een bijdrage kon leveren aan de oplossing van dat dossier. Terwijl ik niets anders op het oog had dan een evocatie van hoe de angst voor de Bende van Nijvel ons land heeft bepaald.’ Pascal Bal, toen zijn partner, was dé ontdekking van de film.

‘Ik wil bewijzen dat Brussel niet dat rovershol is waarvoor het altijd wordt versleten’

 ?? © Eric de Mildt ??
© Eric de Mildt

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium