Wat mag een symbool kosten?
Die dekselse symbooldiscussie over de hoofddoek op school is terug, nog geen decennium na het verbod in het gemeenschapsonderwijs GO! Maar we zijn niet veroordeeld tot een bleke herhaling van zetten. Nieuwe argumenten en ervaringen dienen zich aan. We zijn nu een etappe verder. De leerlingen van toen zijn uitgegroeid tot studenten. Aan de hogescholen en de universiteiten kunnen ze ongehinderd een hoofddoek dragen, en dat leidt niet tot het soort groepsdruk, samenscholing of indoctrinatie waar het middelbaar onderwijs zo voor vreest. Ze zijn mondige jonge vrouwen, academisch en kritisch geschoold. Hun keuze voor de hoofddoek maken ze zelf, aan hun autonomie hoeft niet meer getwijfeld. Maar willen ze het onderwijs in, dan moeten ze meestal terug naar het verbod.
Nog op andere manieren is de tijd veranderd. De diverse maatschappij van tien jaar geleden is, vooral in de steden, hyperdivers geworden. Zestig tot zeventig procent van de scholieren in Antwerpen en de helft in Gent heeft een migratieachtergrond. Scholen snakken naar meer diversiteit in hun lerarenkorps. Dat kan een vliegwiel zijn voor integratie. Komt daarbij dat het tekort aan leerkrachten nu geen ongemak meer is, maar scholen bedreigt in hun opdracht. Hou je in zo’n hoge nood aan talent nog vast aan een symbool?
Met het hoofddoekenverbod wil het GO! neutraliteit creëren. Een omgeving waar kinderen zich los van levensbeschouwelijke druk kunnen ontwikkelen. Hoe die neutraliteit echt werkt, bleef voorwerp van discussie. Zoals de vraag of en hoe een hoofddoek daar een inbreuk op vormt. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) blijft zich vragen stellen bij de motivatie van leerkrachten als ze enkel willen lesgeven met een hoofddoek. Maar de omgekeerde vraag wordt pertinenter: waarom zou een hoofddoek iets slechts zeggen over de motivatie, de deskundigheid, het kritisch vermogen, de academische, wetenschappelijke en pedagogische competenties van de leerkracht? En zijn die competenties niet crucialer voor kritisch onderwijs dan een symbool van religieuze identiteit? Bij katholieke scholen is die vraag bij voorbaat beantwoord.
Talent is het woord dat lerarenopleidingen en ook rector Luc Sels (KU Leuven) in tweets – met een vloek erbij – gebruiken. Dat het echt niet verloren mag gaan. De prijs van een principieel hoofddoekenverbod wordt te hoog. Misschien biedt een verbod lokaal een oplossing bij een concreet probleem voor een school of scholengroep. Misschien kunnen tussenoplossingen soelaas bieden. Maar als het star blijft gelden, zal het verbod botsen op de eis dat onderwijs voor veel meer jongeren emanciperend moet zijn.
Waarom zou een hoofddoek iets slechts zeggen over de motivatie en de competenties van de leerkracht?