De Croo fluit De Bleeker terug en past begroting opnieuw aan
De kostprijs voor de permanente btw-verlaging op energie wordt opnieuw uit de begroting 2023 gehaald, waardoor die weer iets rooskleuriger oogt. Staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open VLD) had die erin gezet, tegen de zin van de premier.
Groot was de verbazing op het kabinet-De Croo toen bleek dat de begroting die Vivaldi in de Kamer indiende een pak roder oogde dan het exemplaar dat midden oktober naar de Europese Commissie werd gestuurd en waarover werd gecommuniceerd. Het Belgische tekort van 5,8 procent van het bbp werd plots 6,1 procent of 35 miljard euro, zo bracht de N-VA naar buiten.
De boosdoener voor dat verschil was dat de regering-De Croo midden oktober in de cijfers nog geen rekening had gehouden met de kostprijs van een mogelijk permanente btw-verlaging op energie, naar zes procent. Maar in de begrotingsdocumenten, die door De Bleeker in de Kamer werden ingediend, staat de kostprijs voor die permanente btw-verlaging – volgend jaar goed voor 1,3 miljard euro – wel ingeschreven. Wat is er precies gebeurd?
Toen premier Alexander De Croo de begrotingscijfers communiceerde, beschouwde hij de permanente btw-verlaging nog niet als definitief goedgekeurd. Vivaldi besliste tijdens het begrotingsconclaaf in oktober dat de btw-verlaging op energie permanent zou worden. Die gold sowieso tot einde maart als tijdelijke crisismaatregel en tot dan was daarvoor budget voorzien. Die kosten moesten dus niet nog eens in de begroting ingeschreven worden.
Een voorwaarde om die verlaging permanent te maken, is dat tegelijkertijd een flexibele accijnsverhoging die btw-verlaging compenseert, deels of volledig. Beide zijn onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld en het kabinetDe Croo redeneert dat de btw-verlaging niet permanent is, zolang die accijnsverhoging niet definitief beslist is. Er is in de programmawet voorzien dat beide tegelijk in werking treden. Wanneer die accijnzen omhooggaan, en of ze geheel dan wel gedeeltelijk de lagere btw zullen compenseren, wordt pas tegen eind maart beslist. Zolang moet volgens het kabinet-De Croo noch met de permanente btw-verlaging, noch met hogere accijnzen rekening gehouden worden in de begroting. Dat liet de premier ook toe om bij de voorstelling van de begroting midden oktober mee te delen dat het structurele tekort van de federale overheid volgend jaar zakt onder 2,9 procent van het bbp.
Het kabinet-De Croo benadrukt wel dat het de intentie blijft om de btw-verlaging permanent te maken. Dat is een absolute eis van de socialisten. Maar de liberalen zien die liefst zoveel als mogelijk gecompenseerd met hogere accijnzen.
Materiële fout
De Bleeker schreef de volledige kostprijs van de btw-verlaging toch al in in de begroting die ze indiende in het parlement. Ze baseerde zich daarvoor op een beslissing in de ministerraad op 28 oktober. Daarin werd de wettelijke basis gelegd voor die btw-verlaging annex accijnsverhoging, maar werd ook bevestigd dat de inwerkingtreding afhangt van een beslissing die de ministerraad later moet nemen.
Door de volledige kostprijs van de permanente btw-verlaging al in de begroting op te nemen, handelde De Bleeker erg voorzichtig. De begroting maakt zo een diepere duik, maar als een deel van die btw-verlaging in 2023 wordt gecompenseerd door hogere accijnzen, kan ze uitpakken met een beter dan verwacht begrotingscijfer. Het kabinet-De Bleeker sprak daarom maandag zelf van een worstcasescenario.
De premier kon met die aanpak niet lachen en riep De Bleeker dinsdagavond op het matje. Het resultaat is dat de begroting opnieuw wordt aangepast. ‘De Bleeker erkent dat ze een materiële fout heeft gemaakt en zal die corrigeren’, laat het kabinet-De Croo weten. Eerstdaags zullen nieuwe begrotingsdocumenten ingediend worden in het parlement. Zo zal het tekort in de begroting waarover het parlement zich buigt, opnieuw 5,8 procent van het bbp bedragen in plaats van 6,1 procent.
In de aangepaste begroting zal het tekort opnieuw 5,8 procent van het bbp bedragen in plaats van
6,1 procent