Dieren hebben geen zin om te gaan slapen
NATUUR Tegen half november liggen de meeste winterslapers normaal in hun hol. Maar nu gonst het nog van bedrijvigheid in de bossen.
Egeltjes die ’s nachts rondlopen, eekhoorntjes die van tak tot tak springen, een heidelibelle die voorbijzweeft … Door de zachte herfst is er nog veel te zien in de natuur. ‘Half oktober, begin november heeft het meestal al een paar keer gevroren. En dat is een trigger voor de meeste dieren om in winterslaap te gaan. Dit jaar heeft het nog maar één keer gevroren. Gevolg: de dieren hebben nog geen zin om te gaan slapen. We merken dat echt aan de oproepen die we binnenkrijgen’, vertelt Sil Janssen van het Natuurhulpcentrum in Oudsbergen.
Echt nodig is die winterslaap ook nog niet. ‘Dieren gaan in winterslaap omdat er geen eten meer is. Maar ook dat is door de milde temperaturen nog in overvloed voorradig. Bessen, appels, slakken, pieren, de dieren hebben nog keuze genoeg.’
Sommige soorten hebben zich door het warme herfstweer nog voortgeplant. ‘Enkele dagen geleden zag ik nog rupsen van de koninginnenpage. Zo laat heb ik dat nog nooit gezien. Die rupsen zouden nog rap veel moeten eten om te verpoppen. Want alleen poppen overleven de winter. Maar ik vrees dat deze exemplaren het niet zullen halen’, zegt Wim Veraghtert van Natuurpunt.
Dat die late winterslaap consequenties zal hebben voor de
dieren, denken de specialisten niet. ‘Een late winterslaap lijkt me weinig nadelen te hebben. De dieren zijn goed doorvoed. Het zou veel erger zijn als het een tijdje goed vriest, de dieren in volle winterslaap zijn en dan ineens verrast worden door temperaturen rond de 15 graden. Een onderbroken winterslaap kan nefast zijn.’