Europees distributiecentrum van Toyota bestaat dertig jaar
DIEST Het Europese distributiecentrum voor onderdelen van Toyota in Diest bestaat dertig jaar. In die periode is het aantal banen gestegen van tachtig tot 1.165. Van die eerste tachtig werken nog 29 werknemers bij het bedrijf.
‘Ons distributiecentrum heeft nu een oppervlakte van honderdduizend vierkante meter’, zegt Andy Sinton, Head of Parts Supply Chain bij Toyota Motor Europe. ‘Bij de start in 1992 bedroeg de oppervlakte van Toyota Parts Centre Europe (TPCE) 38.000 vierkante meter. De vestiging is dan ook twee keer uitgebreid. Een eerste keer gebeurde dat in 1999, de tweede keer in 2006. TPCE is een erg milieuvriendelijke en duurzame vestiging. In 2010 werden bijvoorbeeld 12.800 zonnepanelen op het dak gelegd.
Het bedrijf ontvangt en verdeelt momenteel zestig miljoen onderdelen per jaar of 250.000 per dag. Het distributiecentrum heeft 229.000 soorten onderdelen in voorraad.
‘We leveren nu ondertussen al aan 44 landen’, legt Sinton uit. ‘Dagelijks komen hier 101 vrachtwagens aan en er vertrekken er elke dag 115. De lokale distributie gebeurt via een partner, die ook de distributie van BMW-onderdelen organiseert. Dankzij die vlotte samenwerking kunnen we altijd heel snel leveren.’
TPCE stelt momenteel 1.165 mensen tewerk. Het gaat om 166 kantoorfuncties, 916 in het magazijn en 83 andere banen, zoals onderhoud, catering, veiligheid, enzovoort. Het bedrijf begon in 1992 met tachtig mensen. 29 van hen werken er nog altijd. Gerry Serre uit Scherpenheuvel-Zichem is een van hen.
‘In 1992 was ik pas afgestudeerd en ik was op zoek naar een baan. Toyota trok me erg aan. Doorheen de jaren ben ik kunnen groeien naar de functie van senior manager nu. Mijn naaste collega’s zijn ook mensen van toen. Onze band gaat trouwens veel verder dan louter collega’s zijn. Buiten het werk gaan we ook samen fietsen.’
Liesbeth Vandenplas uit Diest, 29 jaar dienst, voelt zich in de Japanse bedrijfscultuur helemaal thuis: ‘Het Japanse kaizen (veranderen
geldt hier ook: medewerkers die zelf een bijdrage kunnen leveren om het werk te verbeteren en daarvoor ook worden beloond, tot zelfs een reis naar Japan.’