Weifelachtige oorlogsgod worstelt met zijn noodlot
God of war
In het nieuwste deel van de gamereeks moet je als oorlogsgod Kratos het einde der tijden, in de Noorse mythologie ‘Ragnarök’ genoemd, zien te voorkomen – terwijl je tegelijk moet leren om te gaan met het gepuber van je zoon.
Er zijn maar weinig gamereeksen die zo perfect de langzame en pijnlijke volwassenwording van de game-industrie symboliseren als God of war, een van de belangrijkste en meest gevierde PlayStation-series aller tijden. Waar de serie eens bekendstond om zijn bloederigheid en de wreedheid van het wraakzuchtige hoofdpersonage, maakten de ontwikkelaars in 2018 een ommezwaai naar een gelaagdere en psychologisch interessantere aanpak. In het nieuwste deel, God of war Ragnarök, bewandelen ze datzelfde pad met wisselend succes: de vaste kaders van een blockbustergame anno 2022 staan de verhalende ambities soms nog in de weg.
Terug naar het begin. In 2005 bracht de Santa Monica Studio van Sony God of war uit, een avonturenspel waarin je in de schoenen stapt van de bloeddorstige Spartaanse krijger Kratos. Die heeft wraak gezworen op de oorlogsgod Ares, die Kratos via een list zijn eigen vrouw en dochter liet vermoorden. Wat volgt, is een reis doorheen de Griekse mythologie, en je mag ‘doorheen’ vrij letterlijk nemen: de blinde wraakzucht van Kratos zorgt ervoor dat hij alles en iedereen die in de weg van zijn missie staat, rücksichtslos uit de weg ruimt.
Wat de oorspronkelijke trilogie (en, in mindere mate, de drie ‘zijverhalen’ die in de serie werden uitgebracht) interessant maakte, was dat de games zo een nieuwe draai gaven aan de klassieke godenverhalen, terwijl ze trouw bleven aan de logica van de tragedie. Kratos, die na het eerste deel zélf god van de oorlog wordt, blijft onveranderlijk vastzitten in de logica van wraak en geweld, en de speler met hem. Niet alleen bestaat de gameplay voornamelijk uit brute gevechten met allerhande monsters en krijgers, ook de puzzels die je moet oplossen vereisen moord en doodslag: het offeren van een mens in een kooi om een deur te openen, het laten vermalen van een onschuldige vrouw door een raderwerk om het stil te leggen (Kratos’ versie van genade: het levend verbranden van Prometheus zodat hij niet langer de martelingen die Zeus voor hem heeft bedacht moet ondergaan).
Ouder en wijzer
De beperkte spelersvrijheid valt zo sterk samen met de Griekse wetten van het onontkoombare noodlot, en maakt de destructieve spiraal die Kratos en de goden in gang zetten tastbaar: de speler wordt, door Kratos te bedienen, zelf het instrument van de onafwendbare ondergang. Het excessieve geweld voelde echter regelmatig ook puberaal aan in de extremen die het opzocht – het was een tijd waarin mainstream videogames zich nog voornamelijk op jonge mannen tussen de 14 en 29 richtten, en het spektakel van geweld vaak als verkooptruc werd ingezet.
De makers, zelf ook ouder en wijzer geworden, beseften uiteindelijk dat ze met iets anders moesten komen. In de nieuwe worp in 2018, eenvoudigweg God of war getiteld, vonden we Kratos terug in de Noorse godenwereld. Als het spel begint, is zijn tweede vrouw net overleden, en gaat hij samen met zijn 11-jarige zoon Atreus op reis om haar laatste wens te vervullen: haar as uitstrooien vanaf de hoogste berg. Kratos worstelt met het vaderschap, en bouwt gedurende het spel met horten en stoten een emotionele band met Atreus op – terwijl de jongen op zijn beurt zijn eigen identiteit probeert te vinden.
Gedurende het spel komt het duo in aanraking met verschillende Noorse goden, en zetten ze ongewild de aanloop naar Ragnarök in gang: volgens de profetie in de
Ragnarök is op zijn best als het vragen stelt over de noodzaak van de gewapende strijd tegen onrecht