Terug naar de maan
Een van mijn vroegste televisieherinneringen is samen met mijn vader kijken naar de Apollo 17maanmissie. Op onze zwart-wittelevisie. Dankzij de wonderen van Wikipedia, weet ik nu dat het 11 december 1972 moet zijn geweest, en dat ik net zes jaar oud was. Alhoewel: het kan ook Apollo 16 geweest zijn, en in dat geval was het een maand of acht eerder. In ieder geval: ik heb mensen op de maan zien wandelen en dat vergeet je niet meer. Voor mij is het daar begonnen: mijn passie voor sciencefiction, mijn interesse in wetenschap en vooral technologie – zeven jaar later mijn eerste computer. En nu, vijftig jaar later, een droombaan waarbij ik over technologie (en ook een beetje over sciencefiction) schrijf voor deze krant.
Woensdag was de cirkel rond – of toch heel bijna. Simon, mijn zoontje van vijf en een half zat op mijn knie, en we keken naar de lancering van de Artemis 1. Er zijn geen astronauten aan boord en een maanlanding staat nog niet op het programma – er wordt alleen een testrondje gevlogen. Op de échte maanmissie is het waarschijnlijk nog twee jaar wachten. Nu een rondje draaien, straks een landing – en dan naar Mars, natuurlijk. Dat avontuur, daar wil ik hem op meenemen. ‘Is dat de raket van Elon Musk?’, vraagt Simon nog. Nee zeg ik, en hij is toch een beetje teleurgesteld. Ja, we hebben samen al een paar SpaceX-lanceringen bekeken, sommige mét en sommige zonder explosie op het einde (u mag raden welke zijn favoriet zijn). Musk en Mars, daar heb ik hem warm voor gemaakt – de andere recente clownerieën van de man heb ik hem bespaard. Overigens zaten we nog aan de ontbijttafel, en heb ik de Nasa-livestream nét iets te laat opgezet: de raket was al vertrokken. In 1972 was dat onoverkomelijk geweest – gemist is gemist. Maar op Youtube kun je gewoon drie minuten terugspoelen. We hebben Artemis bijna-live zien vertrekken en hij is nog op tijd op de kleuterschool geraakt.
Mijn zoontje en ik hebben samen al een paar SpaceXlanceringen gezien, sommige mét en andere zonder explosie