De kinderopvang in Vlaanderen is nog altijd betrouwbaar
Michel Vandenbroeck & Lutgard Vrints
Hoofddocent Gezinspedagogiek (UGent); beleidsmedewerker kinderopvang Gezinsbond.
KINDEROPVANG Je kunt je kind nog altijd zonder schuldgevoel naar de opvang brengen, vinden Michel Vandenbroeck en Lutgard Vrints. Veel ouders van jonge kinderen stellen zich momenteel de vraag of ze hun kroost nog met een gerust hard kunnen toevertrouwen aan de opvang. Een begrijpelijke vraag. De verschrikkelijke verhalen over opvangvoorzieningen waar kinderen mishandeld werden, doen iedereen huiveren, maar wie jonge kinderen heeft des te meer.
Er wordt soms beweerd dat opvang kinderen met te veel schadelijke stress opzadelt. Moeten we daaruit concluderen dat de Vlaamse kinderopvang gemiddeld genomen niet goed genoeg is voor onze kinderen, zoals we kinderpsychiater Binu Singh gisteren op Radio 1 hoorden zeggen?
De uitspraak van Singh verdient nuancering. Kinderopvang is niet slecht voor een baby. Begeleiders leveren doorgaans goed werk. Ook in Vlaanderen, ook nu er zoveel mistoestanden naar boven komen, is kinderopvang gemiddeld goed genoeg. Het overgrote deel van de kinderen voelt zich gemiddeld genomen goed in de opvang, wat de basis is voor hun ontwikkeling en ontplooiing.
Dat leerde ons de eerste wetenschappelijk kwaliteitsmeting in de kinderopvang in 2018, met het intussen ook ruimer bekende pedagogische instrument MemoQ. Binnenkort start een nieuwe meting. Over een goed jaar krijgen we dan de meest recente doorlichting, maar voorlopig lijkt het er niet op dat de kinderopvang ‘gemiddeld’ onvoldoende zou scoren.
En wat is er dan aan van het argument dat kinderen te veel stress ervaren als ze op jonge leeftijd naar de
opvang gaan? Onderzoek wijst uit dat het stressniveau inderdaad toeneemt bij de overgang, maar weer daalt als de kwaliteit voldoende is.
De stress die een kind in de opvang ervaart, hoeft niet problematisch te zijn. Stress ervaren is een normaal proces, kinderen moeten in de opvang en thuis geholpen worden om met die stress te leren omgaan. En dat lukt wel degelijk in het overgrote deel van de opvangvoorzieningen, zo leerde MemoQ. Ouders hoeven zich niet schuldig te voelen omdat ze er gebruik van maken.
Steun en partner
Bovendien speelt de kinderopvang zo’n belangrijke rol voor gezinnen, dat we ons moeilijk kunnen voorstellen dat de meeste kinderen beter af zouden zijn zonder opvang. Wie niet kan gaan werken omdat er geen opvang is, heeft in onze samenleving een veel hoger risico op armoede, op korte of langere termijn, wat voor het kind ook veel nadelen heeft. We weten ook dat kinderopvang voor veel ouders een steun en partner is in de opvoeding. Ook belangrijk om te beseffen: moeders zouden opnieuw in een professioneel en dus ook eco
Wie niet kan gaan werken omdat er geen opvang is, heeft een veel hoger risico op armoede, wat voor het kind ook erg nadelig is
nomisch zwakkere positie terechtkomen, die hen niet noodzakelijk gelukkiger zou maken. Laat staan dat ze er meteen een betere moeder van zouden worden.
Aartsmoeilijke keuze
Dat betekent absoluut niet dat er niet dringend iets moet gebeuren. De aanbevelingen van de Parlementaire Onderzoekcommissie naar de veiligheid in de kinderopvang moeten zo snel mogelijk worden doorgevoerd. Het goede nieuws is dat dat op dit moment ook gebeurt of te gebeuren staat. Maar daar stopt het natuurlijk niet. We willen meer dan alleen maar ronduit slechte opvang weren. We willen ook meer dan een gemiddeld goede opvang. We willen overal écht goede opvang. En dat zal veel bijkomende investeringen vragen. In beter opgeleid personeel, dat ook bereid is te blijven, in meer supervisie, in minder kinderen per begeleider, in meer ondersteuning en omkadering voor de begeleiders.
De kennis over wat we moeten doen is er, we moeten haar in de praktijk omzetten én er geld voor vrijmaken. In een welvarende regio als Vlaanderen mag dat geen probleem zijn. En laten we vijfjaarlijks blijven meten hoe het er met onze kinderopvang voorstaat, en lessen trekken uit die meting. Dan hoeven gezinnen zich geen zorgen meer te maken als ze voor de aartsmoeilijke keuze staan om wel of geen gebruik te maken van opvang. Dat de kinderopvang ‘gemiddeld’ onvoldoende goed is, klopt niet en het doet de inspanningen van begeleiders tekort. Maar dat het beter moet, is even duidelijk. Kwaliteitsvolle, betaalbare opvang is een basisrecht, en is goed voor het kind. Laten we daar heel snel werk van maken.