Kolenwasserijen halen natuur binnen
De kolenwasserijen van de mijn in Beringen worden onderdeel van een toeristisch-recreatief project. In enkele delen wordt de natuur ‘gecontroleerd binnengebracht’.
Na zowat tien jaar discussie is er een draagvlak over de toekomst van de kolenwasserijen van Beringen. In die gebouwen werden de steenkolen per spoor binnengereden en kregen ze een eerste verwerking. Nadat de mijnen in 1989 werden gesloten, stonden die leeg en raakten ze stilaan in zorgwekkende toestand. In de loop van de jaren lagen twee doelen in de weegschaal. Erfgoedwerkers streefden ernaar het patrimonium zo veel mogelijk te bewaren. De investeringsmaatschappij die de site in handen kreeg, probeerde het financieel rendement te vrijwaren. Dat was een moeilijke evenwichtsoefening.
Be-Mine, dat de site in Beringen herbestemt, probeerde in 2013 twee van de vier kolenwasserijen te laten slopen. Toenmalig minister van Erfgoed Geert Bourgeois (N-VA) verhinderde dat door ze te beschermen. In 2018 besliste diezelfde minister om de twee wasserijen te declasseren. Toen leken ze een vogel voor de kat. Als een soort alarmsignaal zette de internationale erfgoedorganisatie Europa Nostra de wasserijen op haar lijst van ‘meest bedreigde erfgoedsites van Europa.’
Bij wijze van bemiddeling werd de toenmalige Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck bij het dossier betrokken. Hij kwam tot de conclusie dat het mogelijk was om de wasserijen te herbestemmen, zelfs zonder hun beschermd statuut op te heffen.
Gerijpte geesten
In oktober 2020 maakte de huidige minister van Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) daar een gedeeltelijke bescherming van. In die optiek zouden de sokkels behouden blijven, maar zouden de hogere verdiepingen afgebroken mogen worden.
Intussen zijn de geesten verder gerijpt. Maandag werd een consensusmodel voorgesteld, waarbij het beeldbepalende karakter van de site en het volume van de gebouwen behouden blijft. Van enkele onderdelen waarvan de restauratie te duur zou uitvallen, worden in het nieuwe voorstel de handen afgetrokken. Zo blijft in kolenwasserij 1 het dragende skelet van balken en kolommen grotendeels behouden en worden onveilige vloerplaten en verloederde installaties opgeruimd. Om veiligheidsredenen is de kern van het gebouw niet publiek toegankelijk. Het is in die zones van de site dat erfgoed en natuur op een ‘gecontroleerde manier’ worden samengebracht. Naast groen is dat ook water, dat van oudsher een belangrijke rol speelde in de wasserijen.
De architecten van Delva Landscape ontwierpen een nieuw watersysteem dat door het gebouw loopt.
Markten
Het plan probeert de binnen- en buitenruimte op elkaar af te stemmen. Langs de historische kolensporen worden een fietspad en een belevingswandeling uitgewerkt die tot in het gebouw voeren. De grote overdekte buitenruimte onder de wasserijen wordt een zone waar markten of evenementen kunnen plaatsvinden.
De kapeltoren wordt toegankelijk voor het publiek dat een panoramisch uitzicht over de omgeving krijgt
De kapeltoren wordt gevrijwaard en in de nieuwe plannen uitgespeeld als attractie. Via trappen en een lift wordt hij toegankelijk voor het publiek dat een panoramisch uitzicht over de omgeving krijgt.
Het project is begroot op 12,5 miljoen euro. Daarin zitten de restauraties, de nieuwe toevoegingen en de aanleg van het landschap. Eind 2023 zouden de werken moeten beginnen, een jaar later zou het gebouw klaar moeten zijn voor gebruik.