Orban kan naar zijn subsidies fluiten!
Wie zijn communiezieltje ongerept wil houden, kan maar beter de politiek vermijden. Pest en cholera zijn miezerige ongemakken, vergeleken met de verscheurende keuzes waarmee politici soms te maken krijgen. Volgende week moet de Europese Commissie weer eens een advies geven over Hongarije. Ruim 13 miljard euro aan subsidies die volgens de verdeelsleutels richting Budapest zouden vloeien, worden voorlopig ingehouden. De regering van Viktor Orban moet bewijzen dat er niet mee zal worden gefoefeld en gesjoemeld. De Hongaren hebben nu zeventien maatregelen aangekondigd om aan de bezorgdheden tegemoet te komen (DS 19 november). Op papier gaan die in de richting die de Commissie en andere lidstaten vragen. Of er ook in de praktijk wat van terechtkomt, is in het beste geval een vraagteken.
Het gezond verstand schrijft bijgevolg voor om de kat nog enige tijd uit de boom te kijken en de centen intussen niet vrij te geven. Maar zo eenvoudig is het niet. Dat heeft te maken met enkele andere dossiers die vastzitten. Het gaat om een hulppakket voor Oekraïne ter waarde van 18 miljard euro en om regels over belastingen voor multinationals. De steun aan Oekraïne is plechtig beloofd en de Unie krijgt het niet uitgelegd als ze er niet rap mee over de brug komt. De afspraken over bedrijfsbelastingen maken deel uit van een bredere internationale overeenkomst en voor het eerst lijkt er iets te bewegen in een domein dat decennialang taboe was.
Helaas, Hongarije weigert ermee in te stemmen. Beide dossiers kunnen volgens de huidige procedures pas worden goedgekeurd als alle lidstaten akkoord gaan en je kunt de spelregels niet in de gauwte wijzigen: dat is een werk van lange adem waarover, opnieuw, alle lidstaten het eens moeten zijn. De Hongaarse houding valt met vele termen en theorieën te omschrijven, maar is het makkelijkst samen te vatten met het woord chantage.
Dat is niet zo uitzonderlijk. Alle lidstaten bezondigen er zich bij tijd en wijle aan. Een toegeving in het ene dossier hangt samen met een doorbraak in het andere, of omgekeerd. Grote Europese beslissingen zijn altijd packagedeals waarbij zaken die niets met elkaar te maken hebben in ingewikkelde overeenkomsten aan elkaar gekoppeld worden. In het geheel moet uiteindelijk voor iedereen wat winst zitten. Het was nooit anders. Al in de vroege
jaren zestig beschreef de toenmalige
Met een keiharde confrontatie dreigt de Unie zichzelf in de nesten te werken, omdat Orban dan andere dossiers zal dwarsbomen
Commissievoorzitter zo’n manoeuvre waarbij uiteenlopende kwesties in één akkoord moesten verbonden worden: ‘De hele operatie vroeg een zware tol: 45 vergaderingen, waarvan 7 ’s nachts, 137 uren discussie en nog eens 214 uren in subcomités, 582.000 pagina’s met documenten en 3 hartaanvallen.’
Nuchter gesproken moet het in het geval van Hongarije niet zover komen. Er valt veel te zeggen voor een principiële benadering, want de Unie zit in een sterke positie. Hongarije heeft de subsidies hard nodig. De Unie kan zich, rationeel bekeken, de botsing permitteren. De moeilijkheid is dat we de voorbije periode nogal wat voorbeelden hebben gezien van politici die zich weinig aantrekken van de redelijkheid en nog liever harakiri plegen dan te plooien. Dat geldt natuurlijk voor Vladimir Poetin die driest en onbezonnen Oekraïne binnenvalt, maar het gaat ook op voor Britse premiers. Over wat die sinds het Brexitreferendum met hun land uithalen, zouden ze vooraf beter eens met een volwassene discussiëren. Dat de leiders hun eigen bevolking meesleuren in hun megalomanie, is schijnbaar een bijkomstigheid.
Als het gaat over arrogantie en kwasterij moet Orban niet onderdoen. Hij zal nooit een modeldemocraat worden, hij zal er altijd de kantjes van af lopen en hij zal zijn tegenstanders met alle trucs blijven derangeren. De verleiding is groot om over te gaan tot een radicale no pasarán: hij kan naar zijn subsidies fluiten! Maar bij die keiharde confrontatie dreigt de Unie zichzelf in de nesten te werken, omdat Orban dan als een ongeleid projectiel allerhande belangrijke dossiers extreem zal dwarsbomen. De kans op verdere radicalisering neemt toe en daar wordt ook de Hongaarse oppositie niet beter van.
Niet onterecht verwachten velen dat de Unie paal en perk stelt aan Orban-achtige praktijken, maar de realiteit maakt het moeilijk om daar helemaal consequent in te zijn. De afbraak van de rechtsstaat ongemoeid laten, is natuurlijk ook geen optie. Dus het ziet ernaar uit dat we weer een modderig pad opgaan: centen vrijmaken, in kleine schijfjes werken, er weer voorwaarden aan verbinden, alles goed monitoren, een beetje gasgeven, een beetje remmen. Dat is uitputtend en vermoeiend en weinig elegant. We zullen Orban moeten uitzweten, helaas. En hopen op een opvolger met meer fatsoen.