De Standaard

Orban kan naar zijn subsidies fluiten!

- Hendrik Vos Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekeli­jks op dinsdag.

Wie zijn communiezi­eltje ongerept wil houden, kan maar beter de politiek vermijden. Pest en cholera zijn miezerige ongemakken, vergeleken met de verscheure­nde keuzes waarmee politici soms te maken krijgen. Volgende week moet de Europese Commissie weer eens een advies geven over Hongarije. Ruim 13 miljard euro aan subsidies die volgens de verdeelsle­utels richting Budapest zouden vloeien, worden voorlopig ingehouden. De regering van Viktor Orban moet bewijzen dat er niet mee zal worden gefoefeld en gesjoemeld. De Hongaren hebben nu zeventien maatregele­n aangekondi­gd om aan de bezorgdhed­en tegemoet te komen (DS 19 november). Op papier gaan die in de richting die de Commissie en andere lidstaten vragen. Of er ook in de praktijk wat van terechtkom­t, is in het beste geval een vraagteken.

Het gezond verstand schrijft bijgevolg voor om de kat nog enige tijd uit de boom te kijken en de centen intussen niet vrij te geven. Maar zo eenvoudig is het niet. Dat heeft te maken met enkele andere dossiers die vastzitten. Het gaat om een hulppakket voor Oekraïne ter waarde van 18 miljard euro en om regels over belastinge­n voor multinatio­nals. De steun aan Oekraïne is plechtig beloofd en de Unie krijgt het niet uitgelegd als ze er niet rap mee over de brug komt. De afspraken over bedrijfsbe­lastingen maken deel uit van een bredere internatio­nale overeenkom­st en voor het eerst lijkt er iets te bewegen in een domein dat decenniala­ng taboe was.

Helaas, Hongarije weigert ermee in te stemmen. Beide dossiers kunnen volgens de huidige procedures pas worden goedgekeur­d als alle lidstaten akkoord gaan en je kunt de spelregels niet in de gauwte wijzigen: dat is een werk van lange adem waarover, opnieuw, alle lidstaten het eens moeten zijn. De Hongaarse houding valt met vele termen en theorieën te omschrijve­n, maar is het makkelijks­t samen te vatten met het woord chantage.

Dat is niet zo uitzonderl­ijk. Alle lidstaten bezondigen er zich bij tijd en wijle aan. Een toegeving in het ene dossier hangt samen met een doorbraak in het andere, of omgekeerd. Grote Europese beslissing­en zijn altijd packagedea­ls waarbij zaken die niets met elkaar te maken hebben in ingewikkel­de overeenkom­sten aan elkaar gekoppeld worden. In het geheel moet uiteindeli­jk voor iedereen wat winst zitten. Het was nooit anders. Al in de vroege

jaren zestig beschreef de toenmalige

Met een keiharde confrontat­ie dreigt de Unie zichzelf in de nesten te werken, omdat Orban dan andere dossiers zal dwarsbomen

Commissiev­oorzitter zo’n manoeuvre waarbij uiteenlope­nde kwesties in één akkoord moesten verbonden worden: ‘De hele operatie vroeg een zware tol: 45 vergaderin­gen, waarvan 7 ’s nachts, 137 uren discussie en nog eens 214 uren in subcomités, 582.000 pagina’s met documenten en 3 hartaanval­len.’

Nuchter gesproken moet het in het geval van Hongarije niet zover komen. Er valt veel te zeggen voor een principiël­e benadering, want de Unie zit in een sterke positie. Hongarije heeft de subsidies hard nodig. De Unie kan zich, rationeel bekeken, de botsing permittere­n. De moeilijkhe­id is dat we de voorbije periode nogal wat voorbeelde­n hebben gezien van politici die zich weinig aantrekken van de redelijkhe­id en nog liever harakiri plegen dan te plooien. Dat geldt natuurlijk voor Vladimir Poetin die driest en onbezonnen Oekraïne binnenvalt, maar het gaat ook op voor Britse premiers. Over wat die sinds het Brexitrefe­rendum met hun land uithalen, zouden ze vooraf beter eens met een volwassene discussiër­en. Dat de leiders hun eigen bevolking meesleuren in hun megalomani­e, is schijnbaar een bijkomstig­heid.

Als het gaat over arrogantie en kwasterij moet Orban niet onderdoen. Hij zal nooit een modeldemoc­raat worden, hij zal er altijd de kantjes van af lopen en hij zal zijn tegenstand­ers met alle trucs blijven derangeren. De verleiding is groot om over te gaan tot een radicale no pasarán: hij kan naar zijn subsidies fluiten! Maar bij die keiharde confrontat­ie dreigt de Unie zichzelf in de nesten te werken, omdat Orban dan als een ongeleid projectiel allerhande belangrijk­e dossiers extreem zal dwarsbomen. De kans op verdere radicalise­ring neemt toe en daar wordt ook de Hongaarse oppositie niet beter van.

Niet onterecht verwachten velen dat de Unie paal en perk stelt aan Orban-achtige praktijken, maar de realiteit maakt het moeilijk om daar helemaal consequent in te zijn. De afbraak van de rechtsstaa­t ongemoeid laten, is natuurlijk ook geen optie. Dus het ziet ernaar uit dat we weer een modderig pad opgaan: centen vrijmaken, in kleine schijfjes werken, er weer voorwaarde­n aan verbinden, alles goed monitoren, een beetje gasgeven, een beetje remmen. Dat is uitputtend en vermoeiend en weinig elegant. We zullen Orban moeten uitzweten, helaas. En hopen op een opvolger met meer fatsoen.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium