‘Melatonine doet niet ieder kind beter slapen’
Almaar meer jonge kinderen krijgen het slaaphormoon melatonine toegediend – zonder goede begeleiding door artsen. ‘Bij veel slaapproblemen helpt melatonine helemaal niet.’
Jarenlang was het een strijd om Lola, nu 6 jaar, ’s avonds in bed te stoppen. ‘We moesten bij haar liggen tot ze rustig werd en in slaap viel’, vertelt haar moeder Eline Van Wichelen (34). ‘Vaak duurde dat twee uur. Daarna werd ze weer wakker omdat ze niet alleen durfde te slapen. Toen ik raad zocht bij onze huisarts, schreef die haar meteen druppels voor. Maar ik wilde daar niet mee beginnen omdat die niet de oorzaak van het slaapprobleem zouden aanpakken. Wat er aan de hand zou kunnen zijn, daarnaar heeft de arts niet geïnformeerd. Ik vond dat raar. Maar enkele maanden later zijn we er toch mee begonnen.’
De voorgeschreven druppels bevatten het slaaphormoon melatonine, dat ons dag-nachtritme regelt (zie inzet). In veel landen is het gebruik bij kinderen de laatste decennia toegenomen, staat in een recente overzichtsstudie over het thema. Ook in eigen land zien artsen van slaapcentra almaar vaker kinderen die melatonine nemen. Te vaak gebeurt dat zonder begeleiding door een arts.
Zo ging het ook bij Lola en haar ouders. ‘Op den duur werden de avonden en nachten gewoon te vermoeiend en hebben we beslist om de druppels toch te geven. Door de melatonine ging het inslapen ineens vanzelf’, zegt Van Wichelen. ‘We dachten: wow, dat doet deugd! Maar het doorslapen verbeterde niet. Lola had nachtmerries en was overdag niet uitgerust. We moesten ook steeds meer druppels geven voor hetzelfde effect.’
Karlien Dhondt, kinder- en jeugdpsychiater aan het slaapcentrum van het UZ Gent, ziet elke week zo’n tien nieuwe patiëntjes die al melatonine krijgen. In de helft van die gevallen zou Dhondt het hormoon níét voorschrijven. ‘In veel gevallen helpt melatonine helemaal niet. En omdat het niet helpt, verhogen de ouders soms zelf de dosis die de apotheker of huisarts aanbevolen heeft.’
Ook Stijn Verhulst, diensthoofd kindergeneeskunde aan het UZ Antwerpen, ziet de laatste jaren meer kinderen die al voor een consultatie met melatonine gestart zijn. ‘Veel kinderen met slaapproblemen maken ’s avonds zelf wel voldoende melatonine aan, maar ze kampen met stress en angst die hen uit hun slaap houden. Om de juiste oorzaak van het slaapprobleem te vinden, heb je een arts nodig. Melatonine kan dan wel deel zijn van de behandeling, maar tegelijkertijd moet de kern van het probleem aangepakt worden met een slaapcoach of psycholoog.’
Zonder voorschrift te koop
Melatonine is niet alleen op voorschrift verkrijgbaar, maar ook als voedingssupplement, want in de natuur komt het in sommige fruitsoorten voor, weliswaar in lage concentraties. Als voedingssupplement heeft melatonine de schijn van natuurlijk en dus onschuldig te zijn.
In de VS heeft de verkoop als voedingssupplement het melatoderen ninegebruik bij kinderen uit de hand doen lopen, klaagden kinderartsen eerder dit jaar aan in het medisch vaktijdschrift Jama. Ook in eigen land bieden apotheken, drogisterijen en natuurwinkels het sinds 2016 als voedingssupplement aan. Hoeveel dosissen melatonine er jaarlijks in België over de toonbank gaan, wordt niet centraal bijgehouden. Maar artsen die in ons land kinmet slaapproblemen behandelen, vermoeden wel dat er een verband is tussen de verkoop van melatonine als voedingssupplement en het stijgende gebruik bij kinderen. ‘Als maatschappij hebben we weinig begrip voor ouders met kinderen die langdurige slaapproblemen hebben en overdag moe zijn’, zegt Dhondt. ‘Als een product als melatonine zonder voorschrift verkocht wordt, is de drempel laag om het eens te proberen.’
Het Federaal Geneesmiddelenagentschap (FAGG) raadt af om kinderen onder de twaalf jaar melatonine te geven, omdat er te weinig data zijn rond de veiligheid bij kinderen die niet eerst gezien werden door een arts. Maar na een kleine steekproef in vier Antwerpse en Brusselse apotheken blijkt dat het niet moeilijk
‘Veel kinderen maken genoeg melatonine aan, maar kampen met stress en angst die hen wakker houden’ Stijn Verhulst UZ Antwerpen