Het is nooit te laat om te dichten
Zijn spoken word en slampoëzie alleen weggelegd voor jongere dichters? In het prikkelende project Seniorenslam nemen die ook ouderen op sleeptouw.
Of iedereen het oké vindt om met zijn gezicht in de krant te komen? De roodharige Octavia lacht bij de vraag van onze fotograaf. ‘Als we binnenkort optreden, kan iedereen ons fotograferen.’ De prille tachtiger, die haar hondje heeft meegebracht, is een van de deelnemers aan Seniorenslam, een project van KVS en Trill vzw, het vroegere Urban Woorden. ‘Door mijn leeftijd ga ik in op alles wat zich aandient’, zegt ze energiek.
In de theaterzaal van KVS Box in Brussel boksen een vijftiental deelnemers en hun coaches een unieke slamavond ineen. De meesten zijn ouder dan 70. Ze kwamen hier terecht via het Brussels Ouderenplatform of de Koko Slam Gang, een groep Brusselse vrouwen met Congolese roots, die in april in de KVS optrad. Zondagavond tijdens hun optreden worden ze geflankeerd door jongere mededichters en enkele muzikanten.
Het idee om oud en jong rond slampoëzie samen te brengen, is al enkele jaren oud, legt coördinator David Mizero Tricot uit. Na een geslaagde testversie in 2019 lanceerde Trill vzw een driejarig project, met een fotoreportage, een documentaire en een podcastserie als voornaamste vruchten. ‘In ons eerste jaar brak de coronacrisis uit, waardoor het een uitdaging was om senioren te bereiken. Daarnaast viel net voor hen veel cultuurbeleving weg. Sommigen ervaren een kook- of breinamiddag als bezigheidstherapie. Bovendien biedt dit project aan ouderen en jongeren de kans om eens met een andere leeftijdsgroep samen te werken.’
Taal overstijgen
Seniorenslam verwijst dan wel naar de wedstrijden of slam battles waarbij podiumdichters het tegen elkaar opnemen, het is de connectie tussen de dichters die primeert, aldus Giovanni Baudonck, die de repetities in goede banen leidt. ‘Die wederkerigheid is cruciaal, want een optreden is geven en nemen tussen performer en toeschouwer. Het publiek van een open mic ondersteunt de dichters, ongeacht hun niveau.’
Om die connectie te maken, is authenticiteit nodig, weet Baudonck. ‘Als iemand een tekst voordraagt, moet je zien wie die persoon is. Mijn rol bestaat erin om de deelnemers in een sterke positie te brengen, zodat ze de urgentie van hun tekst uitlichten zonder al te kwetsbaar te worden.’ Die urgentie overstijgt taal, gelooft hij. ‘Onze eerste deelnemers schreven in het Nederlands,
Frans en Lingala. Ook zonder elkaars taal te spreken, konden ze emoties als verdriet of woede voelbaar maken.’
Die opdracht krijg ook Paul Beuckelaers (73), die klaar zit met de smartphone in de hand. Daarop prijkt zijn gedicht, met een belangrijke gedachte: het is nooit te laat om te revolteren of te beminnen. ‘Moet ik nu rechtstaan?’, vraagt hij aan Baudonck. ‘Als je revolteert, moet je niet vragen wat ik wil’, lacht die terug. ‘Als jij het voelt, zal ik het ook voelen.’ Na enkele keren slaagt Paul erin om zijn mededichters in zijn betoog te betrekken. ‘Nooit!’, roepen ze
samen; een collectief statement.
‘Slam biedt voor mij een manier om problemen te verwerken én gehoord te worden’ Paul Beuckelaers (73) Deelnemer Seniorenslam
Emanciperend
Paul wil een activistische boodschap brengen, vertelt hij me later. ‘Ouderen worden dikwijls gezien als een belasting, omdat ze economisch geen nut meer zouden hebben. Nochtans zorgen wij voor een heleboel dingen, zoals familiale cohesie, maar ook kinderopvang. Die kost de samenleving anders een hoop geld.’
Paul stapte vier jaar geleden in het project. ‘Mijn enige probleem is plankenkoorts. Dat maakt het lastig om een tekst te reproduceren. Maar als ik iets breng, leg ik er mijn hele persoonlijkheid in. Via een vriendin die amateurtheater speelt, weet ik hoe emanciperend het is om op een podium te staan. Slam biedt voor mij een manier om problemen te verwerken én gehoord te worden. Deze ervaring kan me ook helpen om later eens