De kroonprins is zich tot koning aan het kronen
Dit WK is nog niet echt het bal van de supersterren geweest. Van de top 5 van de recentste Gouden Bal zijn er drie afwezig – wegens blessure (Karim Benzema, Sadio Mané) of niet geplaatst (Mo Salah). De hooggeplaatste aanwezige, ’s werelds nummer 3 Kevin De Bruyne, dreigt door het ijs te zakken met een ondermaats presterend team. Robert Lewandowski, de koelbloedigste spits op de planeet, had een cadeau met een strik rond nodig om voor het eerst te scoren op een WK, nadat hij al een strafschop had gemist. Neymar liep weer eens een blessure op, Cristiano Ronaldo moest een laffe strafschop versieren om een goaltje mee te pikken, Virgil van Dijk wordt onder de kritiek bedolven.
En wat te zeggen van Lionel Messi? Die redde zaterdag met een strak schot zijn Argentinië van een al bijna zekere uitschakeling na twee wedstrijden. Als de Albiceleste na de verrassende nederlaag tegen Saudi-Arabië ook op het betonnen Mexico de tanden stuk was blijven bijten, zou het acuut in de penarie hebben gezeten. Messi sprak van euforie, maar het woord opluchting was meer op zijn plaats, als je als medetopfavoriet net hebt staan wankelen op de rand van de afgrond.
De Vlo vs. Pluisje
Het was een mooi doelpunt, maar in zijn catalogus geenszins een uitzonderlijk. Het gejubel over een Messi-as was dan ook overdreven. De cijfers zijn om in te kaderen: Messi scoorde voor zijn zesde wedstrijd op een rij in het shirt van Argentinië en, vooral, was dit zijn achtste WK-doelpunt in zijn 21ste WKwedstrijd – dat zijn precies dezelfde cijfers als Diego Armando Maradona. Maar die statistieken vertellen niet dat ‘De Vlo’ tegen de stugge Mexicanen een uur lang niet in staat was zijn team te inspireren.
De Mexicaanse fans hebben meer respect dan de Saudische, die tijdens hun stuntzege ‘Waar is Messi?’ durfden te scanderen. Toch klopt het dat de zevenvoudige Gouden Bal in zijn eerste 180 minuten op dit WK slechts vrij sporadisch in beeld is geweest, in een futloos team dat zijn favorietenstatus vooralsnog niet waarmaakt. Dus het idee dat Messi (33) zijn carrière gaat bekronen door zijn land de wereldtitel te schenken? Eerst zien en dan geloven.
Titels worden soms gewonnen door collectieve blokken, soms door teams met drie of vier uitblinkers. De enige voetballer die ooit zijn land zowat eigenhandig wereldkampioen heeft gemaakt, was Maradona, in 1986. In de kwartfinale tegen Engeland scoorde hij toen – in een tijdsspanne van vijf minuten – het beruchtste én het beroemdste doelpunt aller tijden: het eerste met de hand, het tweede na een fenomenale dribbel langs zes Engelsen.
Er hing toen iets onvermijdelijks rond Maradona, alsof goddelijke machten vooraf beslist hadden wie kampioen zou zijn – vandaar ook dat het onterechte doelpunt ‘de hand van God’ gedoopt werd. De euforie rond de Rode Duivels stond toen in het zenit – na twee onverwachte stuntzeges in de knock-outfase tegen de USSR en Spanje – en toch geloofde niemand echt dat de halve finale tegen Argentinië te winnen was.
Een beroemde foto uit die wedstrijd toont Maradona omringd door zes Rode Duivels: zelfs zo konden ze dat robuuste mannetje met de tovervoeten niet afstoppen. Een beetje voetbalfan kan van alle wereldkampioenenploegen een handvol spelers opsommen. Van Argentinië 1986 bleef behalve Pluisje alleen de naam van Jorge Burruchaga wat hangen.
Frankrijk lijkt als geheel verzwakt door de vele blessures, maar Mbappé lijken ze net nog meer de vrije teugel te geven
Over naar Qatar 2022. bijna precies dezelfde foto als die van Maradona en de zes Duivels stond deze week in
The Athletic, met de Franse parel Kylian Mbappé omringd door zes Australiërs. Tegen de veel sterkere Denen zaterdag liep het nauwelijks anders.
Mbappé, met dat gouden nummer 10 op zijn rug, heeft vandaag nog wat meer die uitstraling van superster die hij in 2018 al had – toen hij wereldkampioen werd op zijn 19de en tot beste jongere van het WK werd gekroond. Mbappé combineert dribbeltechniek en doelinstinct met een ronduit supersonische snelheid. Het maakt hem volslagen onstuitbaar als hij in zijn dagje is. Eén mannetje op hem plaatsen heeft dan geen zin, twee ook nauwelijks, en hoeveel kun je er elders missen?
Foute grijns
Het enige wat nog staat tussen Mbappé en zijn consecratie als onbetwiste nummer één, is dat hij wat wispelturiger is dan andere toppers die er zo goed als altijd staan – Messi, Modric, Benzema, De Bruyne (‘zo goed als’, zei ik toch). Mbappé geeft nog wat te vaak niet thuis. Op dit WK wel. In die eerste twee wedstrijden zat er weliswaar nog een speelsheid in die niet helemaal gepast lijkt op zo’n belangrijk forum. Met name tegen Australië miste hij enkele grote kansen en lachte hij met zichzelf toen hij ze gemist had. Dat komt wat respectloos over: op een WK hoor je je voor je hoofd te slaan als je een dot van een kans mist, want de hele natie rekent op je. Mbappés lichaamstaal en grijns zeggen: niet getreurd, zo meteen hangt de bal wél in de touwen. Dat komt wat arrogant over, maar hij scoorde wel al drie keer.
Mbappé straalt uit dat hij op een missie is, zoals Maradona destijds. De regerende wereldkampioen wordt nochtans geteisterd door zware blessures en oogt als geheel zwakker dan in 2018. Maar net dóór enkele van die blessures zit Mbappé nog beter in zijn vel dan anders. Met Karim Benzema, die andere superspits, liep het samenspel op het EK 2020 verre van perfect. En de uitgevallen linksachter Lucas Hernandez werd nu noodgedwongen vervangen door zijn broer Theo – die veel aanvallender ingesteld is en de hele linkerflank voor zijn rekening neemt, zodat Mbappé vrij zijn gang kan gaan.
Je ruikt als kijker het angstzweet bij tegenstanders van Les Bleus. Een balvirtuoos kun je meestal collectief opvangen. Een balvirtuoos die zijn tegenspelers bovendien gewoon voorbijsprint, doet de moed in de schoenen zinken omdat de tijd ontbreekt om hem op te vangen. Alsof je aan de wedstrijd begint met alvast één of twee onvermijdelijke goals in het krijt. Het pleit voor de Denen – die Frankrijk dit jaar al twee keer versloegen – dat ze zich niet uit hun lood lieten slaan door defaitisme, maar Mbappé maakte wel het verschil.
Voor het eerst sinds 1986 loopt er een speler rond op een WK, die de klus kan klaren voor een team dat nochtans defensief verre van onkwetsbaar lijkt. Niet Lionel Messi: als Saudi’s en (een uur lang) Mexicanen je onzichtbaar kunnen maken, kunnen sterkere teams dat ook. Wel Kylian Mbappé. Brazilië en Spanje ogen collectief sterker, maar misschien is dit wel weer zo’n jaar waarin één speler de doorslag geeft. En waarin de kroonprins zich tot koning kroont.