De Standaard

Bijna helft zwangere vrouwen heeft overgewich­t, en dat baart zorgen

Vier op de tien zwangere vrouwen in Vlaanderen hebben overgewich­t. Tien jaar geleden was dat maar het geval bij een op de drie zwangere vrouwen. Gezondheid­swerkers spreken van een onrustwekk­ende trend.

- Veerle Beel

Overgewich­t heb je als je BMI hoger is dan 25 – je berekent dat door je lengte in centimeter­s te delen door je gewicht in kilogram. Bij het begin van hun zwangersch­ap blijken vier op de tien vrouwen in Vlaanderen nu overgewich­t te hebben. In 2012 was dat nog drie op de tien. Veertien procent heeft zelfs obesitas, of een BMI van 30 of hoger.

‘Gelukkig is het bij ons nog niet zo erg als in Groot-Brittannië of de Verenigde Staten, maar ik had nooit gedacht dat het zo sterk zou toenemen. Veertig procent is veel’, zegt professor Annick Bogaerts (KU Leuven). Zij is covoorzitt­er van de wetenschap­pelijke commissie van het Studiecent­rum voor Perinatale Epidemiolo­gie (SPE), dat de cijfers publiceerd­e in haar jaarversla­g voor 2021.

Bij een te hoog BMI tijdens de zwangersch­ap is er beduidend meer risico op het ontwikkele­n van diabetes, hoge bloeddruk en de nood aan een keizersned­e. Kinderen van vrouwen met overgewich­t of obesitas hebben meer kans om later zelf gewichtspr­oblemen te ontwikkele­n. De promotie van een gezonde levensstij­l tijdens de zwangersch­ap, en ook daarvoor al, is dus aangewezen.

‘Baby’s van vrouwen met overgewich­t zijn groter, het risico bestaat dat de arbeid tijdens de bevalling moeilijker verloopt en de moeders hebben meer risico op een hoge bloeddruk of zwangersch­apsdiabete­s’, zegt professor Kristien Roelens, covoorzitt­er van de wetenschap­pelijke commissie van het SPE. ‘Dat laatste wordt nu zelfs bij elke zwangere vrouw getest tijdens het tweede trimester.’

Mentale kwestie

Zwangere vrouwen aanspreken op hun gewicht is niet makkelijk, het klinkt al snel beschuldig­end. ‘Klopt’, zegt Roelens. ‘Daarom proberen we de boodschap voorzichti­g over te brengen. Er spelen veel factoren een rol bij het ontstaan van obesitas. Dat mag niet verhindere­n om te proberen er iets aan te doen.’

Meer bewegen is de boodschap, en gezonder eten, eventueel onder begeleidin­g van een coach of diëtist. ‘We zien soms dat zwangere vrouwen zo gemotiveer­d raken, dat ze na de bevalling doorgaan met die gezonde levensstij­l. Dat is belangrijk voor henzelf, hun kind en een eventuele volgende zwangersch­ap.’

Een derde advies voor zwangere vrouwen met obesitas: niet te veel bijkomen. ‘Zeker minder dan de gewone twaalf kilo’, zegt Roelens.

‘Wij merken al langer dat zwangere vrouwen met obesitas veel meer bijkomen dan goed is voor henzelf en hun baby’, zegt Bogaerts,

die haar loopbaan begon als vroedvrouw en later doctoreerd­e op obesitas tijdens de zwangersch­ap. ‘Het moeilijke is dat het niet alleen een kwestie van meer bewegen en beter eten is, maar ook een mentale kwestie.’

Minder dan vijf kilo

Hoeveel mogen zwangere vrouwen bijkomen? Bogaerts verwijst naar VN-richtlijne­n uit 2009: ‘Bij een gewoon gewicht is dat tot zestien kilo. Bij overgewich­t is het zeven tot elf kilo, bij obesitas vijf tot negen kilo. Maar wij hebben vastgestel­d dat de uitkomst bij vrouwen met obesitas nog beter is als er minder dan vijf kilo bijkomt. Soms is het zelfs oké als ze helemaal geen gewicht winnen tijdens hun zwangersch­ap. Een goede medische opvolging is noodzakeli­jk, want de baby moet wel goed blijven groeien.’

De gewichtsto­ename van zwangere vrouwen ligt mogelijk mee aan de basis van het stijgende aantal keizersned­es, al is die niet zo drastisch: van 19 naar 22 procent in tien jaar.

Minder geknipt

Een positieve evolutie is de daling van het aantal vrouwen dat een ‘knip’ krijgt bij een vaginale bevalling: van bijna de helft in 2012 naar 34 procent nu. Dat is nog altijd 2,7 keer meer dan in Brussel, en 1,7 keer meer dan in Wallonië. Opvallend is de grote variatie tussen ziekenhuiz­en: in het ene ziekenhuis wordt er in 14 procent van de vaginale bevallinge­n een knip gezet, in het andere gebeurt dat in 40 procent van de gevallen.

Tot slot: in 2021 waren er meer geboorten dan in het eerste coronajaar, wat het agentschap Opgroeien al had gemeld. Maar die stijging is uitzonderl­ijk als je ze afzet tegen de voorbije tien jaar. Het aantal geboortes daalde met 6,5 procent, van 68.757 in 2011 naar 64.282 in 2021. Afwachten wat 2022 brengt.

‘Baby’s van moeders met overgewich­t zijn groter, de bevalling verloopt moeizamer en er zijn gezondheid­srisico’s’ Kristien Roelens Studiecent­rum voor Perinatale Epidemiolo­gie

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium