De spagaat van de leraar in opleiding
ONDERWIJS Zijinstromers in het onderwijs krijgen lesgeven en opleiding volgen niet gecombineerd, schrijft Ilse Van Eetvelde.
De onheilsberichten over het Vlaamse onderwijs hebben een vreemd effect. Steeds meer mensen voelen zich aangetrokken om, na een carrière elders, voor de klas te staan. Velen daarvan hebben wel een universitair, maar geen pedagogisch diploma. Dankzij het leraar-in-opleidingtraject (LIO) kunnen zij hun lesopdracht in het secundair onderwijs combineren met een educatieve master. Hun lesopdracht vervangt dan een deel van de verplichte stage die elke toekomstige leerkracht hoort te doen.
Het lijkt ideaal: voor de klas staan en ondertussen je educatieve masterdiploma behalen. Daar moet de Commissie van Wijzen zich alvast niet meer over buigen, niet? (DS 4 december). Helaas is de realiteit helemaal anders. Ik ervaar het zelf als leerkracht in opleiding, ik zie het bij mijn medestudenten: als LIO zit je in een spagaat. Je wordt langs alle kanten bevraagd, er wordt langs alle kanten aan je getrokken, en nog voor je een gediplomeerd leerkracht bent, loop je al het risico op een burn-out. Dat is geen goede start in een sector waar na enkele jaren al een grote uitstroom is.
Scholen die puzzelen om afwezige leerkrachten te vervangen, zijn dolblij als iemand vol enthousiasme en met een mooie bagage aan kennis en maturiteit voor de klas wil staan. Uit noodzaak wordt zo’n leerkracht in opleiding meteen voluit ingezet. De ‘lerarenbonus’ van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is in de praktijk nauwelijks uit te voeren. De administratieve last is voor een beginnende leerkracht even groot als voor ervaren collega’s, maar wie start, heeft geen onderwijservaring om op terug te vallen. Bovendien ben je als LIO liever voorzichtig om ‘nee’ te zeggen aan je school, je wilt je toekomstkansen niet hypothekeren.
Als LIO moet je misschien minder stage doen, maar de druk door groepswerken, taken, workshops en theoretische vakken is bijna even groot als voor reguliere voltijdse studenten. En, om eerlijk te zijn, niet álle onderdelen van die opleiding hebben evenveel toegevoegde waarde voor een leerkracht in opleiding.
Overleg en feedback
De personeelsleden die de educatieve masteropleidingen draaiende houden, staan ook onder zware druk. Het aantal deelnemers in hun lessen is flink toegenomen, het aantal te begeleiden opdrachten en stages ook. Het aantal beschikbare personeelsleden niet. Daarbovenop is er dit jaar ook een doorlichting van de educatieve masteropleidingen. De verhoogde werkdruk zou bij het personeel op termijn ook kunnen leiden tot uitval bij hen, wat de begeleiding van LIO’s en andere educatieve masterstudenten niet ten goede komt.
De educatieve master voor leraren in opleiding kan beter. Geef leerkrachten in opleiding om te beginnen meer vertrouwen door een vraaggestuurde modulaire opleiding. Het statuut van LIO betekent dat mensen voldoende verantwoordelijk worden geacht om voor de klas te staan, zelfs als ze geen pedagogisch diploma hebben. Vanuit datzelfde verantwoordelijkheidsgevoel kan een leraar in opleiding perfect de eigen noden inschatten. De één heeft behoefte aan extra input over klasmanagement, een ander wil meer overleg met collega’s buiten de eigen school, nog een ander wil feedback krijgen op de lessen. Zeker voor oudere instromers is die erkenning van de eigen verant
Het gebeurt dat een vijftiger met bedrijfservaring en maturiteit evenveel verdient als een twintiger die zelf net van de schoolbanken komt
woordelijkheid belangrijk voor de motivatie.
Ervaring en maturiteit
Vanuit datzelfde verantwoordelijkheidsgevoel kan een leraar in opleiding via modules de juiste expertise verwerven die aansluit bij de eigen behoeften. Modules hoeven niet per se in de beginjaren opgenomen te worden, misschien komen er extra noden, bijvoorbeeld als men een lesopdracht krijgt in een ander type school. Door vraaggestuurd te werken zullen minder LIO’s workshops en lessen volgen die voor hen zinloos zijn. Dat verlaagt de werkdruk voor hen én voor het personeel van de educatieve master.
Leerkrachten in opleiding moeten ook veel beter worden betaald. Iedereen weet dat het eerste jaar in elke nieuwe job het pittigste is. Zeker in het onderwijs komt er zoveel op je af, routine bestaat niet. Oudere zijinstromers gaan er financieel vrijwel altijd op achteruit. Bovendien kan niet iedereen anciënniteit meenemen.
Zolang je geen pedagogisch diploma hebt, verdien je minder. Het gebeurt dat een vijftiger met bedrijfservaring en maturiteit evenveel verdient als een twintiger die zelf net van de schoolbanken komt.
Door leerkrachten in opleiding een aantal uren te betalen zonder dat ze effectief voor de klas moeten staan, komt er ademruimte om het onderwijs als systeem te leren kennen. Daardoor raken startende leerkrachten – op elke leeftijd – minder snel opge brand en uitgeblust. Er zullen minder leerkrachten het onderwijs verlaten, waardoor de maatschappelijke investering in de pedagogische opleiding beter rendeert.
Leerkrachten in opleiding kiezen bewust om voor de klas te staan, niet om in een spagaat te leven. De Vlaamse beleidsmakers moeten hun unieke positie erkennen en vertalen naar een opleiding die op hun ervaring inspeelt. Hopelijk kunnen onderwijsexpert Dirk Van Damme en de Commissie van Wijzen daar de krijtlijnen voor uittekenen.