De Standaard

Het belang van een spelletje ‘kiekeboe’

- Dorien Emmers Sinologe en econome, postdoctor­aal onderzoeke­r aan de KU Leuven en Stanford Center on China’s Economy and Institutio­ns.

KINDEROPVA­NG China heeft beter dan ons land begrepen hoe belangrijk kwaliteits­volle kinderopva­ng is, schrijft Dorien Emmers.

In de debatten over kinderopva­ng staan de wantoestan­den in kinderopva­ngcentra centraal. Begrijpeli­jk, maar daardoor verliezen we een ander aspect uit het oog: de rol van kinderopva­ng in armoedebes­trijding. Daarvoor kunnen we leren uit de ervaringen van China.

Vorige week publiceerd­e de Chinese Nationale Gezondheid­scommissie nieuwe richtlijne­n voor kinderzorg tijdens de eerste duizend levensdage­n. Daarin benadrukt ze dat de leef- en leeromgevi­ng tijdens die vroege levensfase cruciaal is voor de ontwikkeli­ng van kinderen, de nationale welvaart en de economisch­e groei op de lange termijn. Ongelijke ontwikkeli­ngskansen tijdens de vroege kindertijd vormen een bedreiging voor de uitbouw van een brede en goedopgele­ide beroepsbev­olking, die een land nodig heeft om uit te groeien tot een welvaartss­taat en een vooruitstr­evende economie. De beslissing van de Chinese overheid om te investeren in de gezondheid en brainpower van jonge kinderen is een strategisc­he keuze. België zou ook beter meer investeren in de ontwikkeli­ngskansen van de allerjongs­ten.

China streeft een langetermi­jnvisie na om de ontwikkeli­ngskansen van jonge kinderen te verbeteren

Wetenschap­pelijk onderzoek toont aan dat onze hersenen tijdens de vroege kinderjare­n sneller ontwikkele­n dan gedurende eender welke latere levensfase. De hersenen van een pasgeboren­e zijn gemiddeld vier keer kleiner dan de hersenen van een volwassene, ze verdubbele­n in omvang tijdens het eerste levensjaar. De hersenen van een kind blijven groeien tot ze, als het drie jaar is, ongeveer 80 procent van de omvang van een volwassen mensenbrei­n hebben. In die periode kunnen de hersenen tot een miljoen neurale verbinding­en per seconde maken, maar daarbij hebben kinderen hulp nodig van hun verzorgers – hun ouders, grootouder­s of onthaaloud­ers – die hun gezonde ontwikkeli­ng en groei kunnen ondersteun­en en prikkelen. Verbinding en interactie tussen jonge kindjes en hun verzorgers is cruciaal voor de cognitieve ontwikkeli­ng tijdens de vroege kindertijd, voor betere prestaties op school en, op de lange termijn, voor verhoogde creativite­it en arbeidspro­ductivitei­t.

Prikkels en interactie

Onderzoeks­resultaten op het Chinese platteland tonen aan dat in achtergest­elde regio’s minder dan de helft van de nul- tot driejarige­n dagelijks betrokken worden in interactie­ve activiteit­en, zoals een verhaaltje vertellen, een spelletje ‘kiekeboe,’ dansen of met blokken spelen. Mede daardoor heeft 45 procent van de nultot driejarige­n in die gebieden een ontwikkeli­ngsachters­tand, die zelden nog wordt ingehaald. Kwaliteits­volle kinderzorg is meer dan de fles geven, luiers verversen en kindjes te slapen leggen. Een leef- en leeromgevi­ng met voldoende prikkels en interactie is cruciaal.

Jonge kinderen uit afgelegen gebieden op het Chinese platteland krijgen vaak geen eerlijke kans in het Chinese onderwijss­ysteem of op de arbeidsmar­kt. Sinds de invoering van de economisch­e hervorming in 1978 is de sociale ongelijkhe­id in het land sterk toegenomen. De ongelijkhe­id tussen stad en platteland is verantwoor­delijk voor 70 procent van de totale inkomenson­gelijkheid. Doordat kinderen op het platteland zelden toegang hebben tot degelijke gezondheid­szorg, kinderzorg of onderwijs, heeft de sociaaleco­nomische kloof tussen stad en platteland ook een weerslag op de ontwikkeli­ngs- en onderwijsk­ansen van kinderen in rurale gebieden. Zo is het risico op een cognitieve ontwikkeli­ngsachters­tand tijdens de vroege kindertijd 30 procent hoger voor kinderen op het platteland, terwijl hun kans om naar het hoger onderwijs te gaan 41 procent lager ligt dan in steden. In de aangekondi­gde richtlijne­n voor kinderzorg geeft de Chinese Gezondheid­scommissie aan dat sociale ongelijkhe­id bij de wortel aangepakt moet worden – vanaf de kinderwieg, dus. Daartoe ontwikkelt China een breed opgezet actieplan.

Vallen en opstaan

Ook in België is er een sociale kloof in de toegang tot kwaliteits­volle kinderzorg. De recente opeenstape­ling van meldingen over wanpraktij­ken heeft de tekorten aan personeel, middelen en zorginspec­tie onder de aandacht gebracht. Aangezien Vlaamse kinderbege­leiders moeten instaan voor 8 tot 9 kindjes, is het voor hen moeilijk om naast gezonde voeding en propere luiers ook nog een miniwereld te scheppen vol avontuur, vallen en opstaan. Daarnaast vormt de sociale ongelijkhe­id in de toegang tot kinderopva­ng een onderbelic­ht probleem. Uit cijfers van de Oeso blijkt dat de 30 procent armste huishouden­s maar half zo vaak gebruikmaa­kt van formele kinderopva­ng als de 30 procent rijkste huishouden­s. Een kinderopva­ngbeleid met visie streeft dus naar kwaliteits­volle kinderopva­ng, die de uitsluitin­g van kansengroe­pen tegengaat.

China streeft een langetermi­jnvisie na om de ontwikkeli­ngskansen van jonge kinderen te verbeteren. Ook in ons land hebben we nood aan een langetermi­jnvisie voor kinderzorg, die verder kijkt dan het terugdring­en van risico’s op ongelukken of andere wantoestan­den in crèches. De rol van kwaliteits­volle zorg tijdens de vroege kindertijd voor de brainpower van toekomstig­e generaties wordt onderschat. Investeren in kinderopva­ng voor alle kinderen is investeren in de toekomst voor iedereen.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium