Haïti, een “openluchtgevangenis” waar bendes de baas zijn
Op het Caraïbische eiland Haïti is de chaos totaal. De rijke elite schijnt de vlucht te nemen, maar voor de gewone Haïtiaan is er geen ontsnappen aan het bendegeweld. Ook op de veiligheidsdiensten kunnen ze niet rekenen. “Het is een burgeroorlog geworden.”
“Terwijl ik met je praat, worden er mensen neergeschoten”, zegt Pierre* vanuit Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti. Het Caraïbische land, met een bevolking zo groot als die van België, zit in een duizelingwekkende spiraal van geweld. De onthoofde regering en zwakke veiligheidsdiensten kunnen geen vuist maken tegen gewelddadige bendes, die de feitelijke controle hebben over de hoofdstad en heel het eiland in hun greep houden. Volgens de Verenigde Naties werden dit jaar al meer dan 2.500 mensen vermoord, gekidnapt of verwond.
Nadat de Haïtiaanse eerste minister Ariel Henry eind februari naar Kenia was gevlogen om te onderhandelen over een internationale vredesmacht voor zijn land, verhinderden de bendes hem om terug te keren. Sindsdien werd de beruchte Jimmy ‘Barbecue’ Chérizier de machtigste man in Haïti. Diens sinistere bijnaam zou verwijzen naar de praktijk om mensen in huizen op te sluiten en die vervolgens in brand te steken. Chérizier staat aan het hoofd van een coalitie van bendes die sinds begin deze maand het land op zijn kop zetten. Gevangenissen werden aangevallen, ziekenhuizen, politiekantoren en overheidsgebouwen geplunderd en in brand gestoken, en de noodtoestand werd uitgeroepen. De bendes bereikten hun doel: Henry nam ontslag.
Henry had evenwel één voorwaarde: er moest een tijdelijke overgangsraad komen om Haïti te leiden tot het land verkiezingen kan organiseren. Die overgangsoplossing is nu eindelijk in de maak, volgens de VN zijn alle leden genomineerd.
Maar een einde van het geweld is daarmee nog niet in zicht. Barbecue en de zijnen blijven schijnbaar hun macht uitrollen in de hoofdstad, en zetten zo druk op Haïtiaanse politieke fracties om de overgangsraad niet te accepteren. “Ik zal het weten als jullie kinderen, mannen of vrouwen in Haïti zijn”, dreigde Barbecue, die zichzelf eerder omschreef als “een revolutionair die strijdt voor een menswaardig bestaan voor de Haïtianen”.
Bendeleider gedood
“Ik wou net vertrekken naar de supermarkt in de buurt, maar voor iets anders kom ik niet buiten”, zegt de Belg Jan Hoet, die al meer dan vijftig jaar in Haïti woont en in Port-au-Prince een sportcentrum uitbouwt voor kinderen in de buurt. In een telefoongesprek met De Standaard zegt hij dat het voelt alsof hij huisarrest heeft: “Ik kan zelfs geen geld afhalen. Alle banken zijn gesloten.”
De straten van Port-au-Prince zijn vrijwel leeg. De ene na de andere winkel moet de deuren sluiten. Omdat de bendes controle hebben over het vliegveld, de havens en alle wegen naar de hoofdstad, beheersen ze de bevoorrading van het land. “Er zijn daardoor te weinig medicijnen en voedsel. Alles wordt peperduur. Bovendien kunnen mensen nauwelijks nog tot in het binnenland raken. Vooral met een privéwagen is het levensgevaarlijk om de hoofdstad te verlaten.”
De bevolking kan geen kant meerop,zekernuhetbendegeweld zich de laatste week verder heeft verspreid. Veel inwoners barricaderen dan maar hun woonwijken. “Omdat de politie minder goede wapens heeft dan de bendes, kunnen de burgers niet op de veiligheidsdiensten rekenen. Dus nemen ze zelf het heft in handen. Ze verenigen zich in burgerwachten en proberen zich te verdedigen door hun straten te blokkeren”, legt Hoet uit.
In een van die residentiële wijken, Pétionville, is donderdag de bendeleider ‘Ti Greg’ gedood. “Het is een burgeroorlog nu”, zegt Hoet. “Haïtianen vermoorden Haïtianen.”
De Mozes van Haïti
Burgers blijven zo veel mogelijk thuis, maar Pierre*, een Haïtiaanse fotojournalist die in Port-auPrince woont, trekt dagelijks de straten op. “Ik heb de afgelopen dagen mee barricaden opgezet”, zegt hij aan De Standaard. “Ik neem deel aan de blokkades en manifestaties, want ik wil een opstand van het Haïtiaanse volk zien. We moeten weerstand blijven bieden om ons land, onze cultuur, en de volgende generaties te redden”, zegt hij.
“We leven in een openluchtgevangenis, en het volk heeft honger. Op straat is de situatie volledig uit de hand gelopen. De bendes zijn overal, er heerst totale paniek. We lijken er alleen voor te staan.” Tegelijk is hij ook hoopvol: “In Haïti lopen zo veel getalenteerde mensen rond. Een oplossing moet in ieder geval van binnen het land komen, niet van buitenaf.”
De Haïtianen hebben weinig vertrouwen in de onder internationale bemiddeling tot stand gekomen overgangsraad, laat Pierre verstaan. Ze vrezen dat de macht in handen blijft van dezelfde corrupte, politieke elite. “Daarom wordt hier soms de vraag gesteld of de bendeleiders niet betrokken moeten worden bij de raad. Zij doen zich nu immers voor als de redders van het volk, alsof ze de Mozes van Haïti zijn”, zegt Hoet.
Maar de bendes zijn zelf ook vervlochten met politieke partijen, die hen gebruiken als bewakers of stoottroepen. Of ze worden ingezet om kiezers te ronselen bij de stembusgang. “Ze zijn deel van het politieke systeem”, bevestigt Pierre. “Politici laten hen toe wapens te gebruiken, waardoor ze kunnen moorden en kidnappen. Het probleem ligt bij het morele systeem.”
“Je merkt dat de gewone burger het slachtoffer is van de politieke situatie”, zegt Hoet. “Ondertussen kunnendemeestgegoedemensen eraan ontsnappen. Ze betalen zo’n 14.000 dollar voor een zitje in een helikopter die hen naar de Dominicaanse Republiek brengt.”
Dat viel niet te verifiëren, maar helikopterpiloten hebben aan CNN bevestigd dat een kleine klasse van rijke buitenlanders, diplomaten en medewerkers van internationale organisaties duizenden euro’s neerlegt voor private helikoptervluchten. De VS evacueerden donderdag nog 90 mensen met Amerikaans staatsburgerschap. Ook het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat staatsburgers sinds zondag het land met militaire helikopters kunnen verlaten. “Maar gewone Haïtianen moeten niet op evacuatie rekenen”, zegt Hoet.
* Fictieve naam om veiligheidsredenen
“De meest gegoede mensen betalen 14.000 dollar voor een zitje in een helikopter die hen naar de Dominicaanse Republiek brengt” Jan Hoet
Belg in Port-au-Prince