What’s Cooking kiest lasagne boven salami
De geschiedenis van de Oost-Vlaamse voedingsgroep What’s Cooking begon met salami, maar het bedrijf bereidt zich voor op een toekomst zonder die lekkernij. Voor de vleeswaren-activiteit, goed voor ruim de helft van de omzet, wordt een koper gezocht. Dat maakte de groep gisteren bekend.
What’s Cooking heette tot vorig jaar Ter Beke. De groep heeft twee activiteiten: vleeswaren en bereide maaltijden. Maar in de tweede divisie zit duidelijk meer muziek dan in de eerste. De bereide maaltijden tekenden in 2023 voor 44 procent van de omzet, maar voor 60 procent van de onderliggende bedrijfswinst. Bovendien groeit de afdeling bereide maaltijden sterker dan de vleeswaren. Die laatste divisie afstoten moet de aandeelhouderswaarde maximaliseren, zo argumenteert de bedrijfsleiding. Beter een klein maar rendabel bedrijf, dan een grotere maar minder winstgevende groep, zo luidt de redenering.
Het is wel een erg ingrijpende beslissing, waar zes vestigingen en 1.475 personeelsleden bij betrokken zijn. Ter Beke is van origine een vleesgroep. De oorsprong ligt in een salamifabriek die in 1948 het levenslicht zag in de buurt van het Oost-Vlaamse Waarschoot. Het bedrijf snijdt zich nu dus los van zijn eigen wortels. De productie van bereide maaltijden werd pas in 1994 aan de activiteiten toegevoegd. Come a Casa is het bekendste merk van die divisie. Het is onder meer bekend om zijn lasagne.
De productie van bereide maaltijden begon pas in 1994. Het bedrijf snijdt zich nu los van zijn eigen wortels
Het toenmalige Ter Beke wilde in 2021 zijn vleeswarendivisie meer schaalgrootte geven door de overname van sector- en streekgenoot Imperial (bekend van Aoste) en Stegeman. Die bedrijven zijn in handen van de Mexicaanse groep Sigma. Maar de overname kreeg rood licht van de concurrentieautoriteiten. Er zou te veel concentratie ontstaan op de markt voor vleeswaren in de Benelux. Het was een forse tegenvaller voor What’s Cooking, zoals de nieuwe naam van het bedrijf luidt.
De groep kampt al jaren met allerlei tegenvallers. In 2019 werd een Nederlands dochterbedrijf getroffen door een listeria- besmetting die aan drie mensen het leven kostte. De affaire woog zwaar op de winst en de aandelenkoers. Ook de pandemie en de inflatie waren uitdagingen voor de groep. Beleggers hadden er nog weinig vertrouwen in. De koers, die in april 2017 meer dan 188 euro had bedragen, zakte vorige maand terug naar 56,40 euro.
De aankondiging van de geplande verkoop gaf de koers alvast een stevige stroomstoot: er kwam gisteren ruim 15 procent bij. KBC Securities verhoogde zijn koersdoel van 80 naar 95 euro. Bij Degroof Petercam ging het doel van 85 naar 105 euro. “We juichen deze beslissing toe”, aldus analist Fernand De Boer. “De markt voor vleeswaren lijdt immers onder overcapaciteit, weinig groei en een beperkte pricing power. De focus op bereide maaltijden schept meer groeimogelijkheden.”
Toch is voorzichtigheid geboden. Er zijn wel “voorbereidende gesprekken”, maar er is nog geen enkele verbintenis aangegaan. Imperial-eigenaar Sigma komt niet in aanmerking als mogelijke koper. Ook De Boer waarschuwt voor antitrustproblemen en een mogelijk lage verkoopprijs.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.