Snel goedkope kerncentrales bouwen? Vergeet het maar
Het is opvallend hoe kernenergie weer op politieke interesse kan rekenen in het Westen, schrijft Joannes Laveyne. Maar enige realiteitszin in de nieuwe plannen zou goed zijn.
Afgelopen week vond in Brussel de Nuclear Energy Summit plaats, waar het verzamelen geblazen was voor tal van wereldleiders en de internationale nucleaire industrie. Officieel stond de herlancering van kernenergie op de agenda, als een koolstofarme energiebron die kan helpen de klimaatdoelstellingen te realiseren. Dat de top niet slecht staat op het palmares van de twee organiserende heren, die volgens geruchten “posities elders” ambiëren, is ook mooi meegenomen. Zo schijnt de Belgisch premier Alexander De Croo (Open VLD) op zoek te zijn naar een Europese topfunctie en zou Rafael Grossi, momenteel voorzitter van het Internationaal Atoomenergieagentschap, een gooi willen doen naar de positie van secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
Bij veel westerse beleidsmakers kan kernenergie op hernieuwde interesse rekenen. Dat heeft niet alleen met het klimaat te maken. Op de achtergrond spelen ook geopolitieke besognes. De internationale expansie van het Russische atoomprogramma baart veel westerse leiders kopzorgen. Poetin zet al jaren staatsbedrijven in om de Russische invloedssfeer uit te bouwen. Zo gaf hij in 2005 het nucleaire staatsbedrijf Rosatom de opdracht om 40 kerncentrales aan het buitenland te verkopen.
Die strategie begint ondertussen haar vruchten af te werpen. In landen als India, Bangladesh, Turkije, Egypte, maar ook Hongarije bouwt Rusland momenteel kerncentrales. Ook in Afrika zijn een half dozijn landen in gesprek met Rusland. De Russen bouwen eenvoudige, goedkope kerncentrales en schieten de bouwkosten vaak voor. Er is weinig risico op wanbetaling, want Rosatom is het enige bedrijf dat de specifieke kernbrandstof voor hun reactoren produceert. Door die afhankelijkheid krijgen de Russen vat op het beleid in de landen die met hen in zee gaan. Rosatom neemt op het geopolitieke toneel steeds meer de rol van Gazprom over. In hun kielzog ontvouwen de Chinezen gelijkaardige plannen. Het Westen ziet met lede ogen aan hoe Rusland en China kernenergie inzetten om politieke hefbomen in het Globale Zuiden te creëren. In de dure en complexe westerse reactoren is niemand geïnteresseerd.
Klimaatdoelen halen
Ook de inval in Oekraïne en de daaruitvolgende hernieuwde oorlogsdreiging is een wake-upcall. Voor kernwapenstaten is de nucleaire industrie van groot militair belang. Militaire reactoren in schepen en onderzeeërs draaien op verrijkt uranium, dat ook nodig is om kernwapens te produceren mocht er ooit een nieuwe wapenwedloop uitbreken. Maar uranium verrijken is een complex en duur proces, dat te veel beslag op het militaire budget zou leggen, mocht het alleen militaire doeleinden dienen. Civiele reactoren draaien ook op (weliswaar lager) verrijkt uranium, waardoor uraniumverrijking financieel haalbaarder wordt – als er tenminste voldoende commerciële afzet van dat verrijkte uranium is.
Ook vanuit militair oogpunt zijn voldoende nucleair onderzoek en expertise belangrijk: in tijden van dreiging kunnen die ook voor niet-civiele doeleinden worden ingezet. Een kernwapenstaat zonder nucleaire fysici en ingenieurs zou in oorlogstijd niet lang een kernwapenstaat blijven.
De hernieuwde politieke interesse in kernenergie creëert een momentum waar vooral de westerse nucleaire industrie dankbaar gebruik van maakt. Dat zij er de voorbije 25 jaar niet in slaagde kerncentrales op tijd en binnen budget te bouwen, komt volgens haar namelijk door een gebrek aan geld en aan politieke interesse in nieuwbouwprojecten.
Het is dan ook geen verrassing dat het weinige concrete dat de top opleverde, vooral een oproep is naar goedkopere financiering en meer nieuwbouwprojecten. En waarom ook niet? In vredestijd kan kernenergie ons helpen onze klimaatdoelen te halen, terwijl de industrie erachter ook een schakel in onze militaire verdediging kan vormen. Dat lijkt toch een interessante package deal?
Een duik in de database van het Atoomenergieagentschap werkt verhelderend. In Europa en de Verenigde
Misschien moeten we gewoon accepteren dat een kernreactor bouwen bij ons
15 jaar duurt en 15 miljard euro kost
Staten is de gemiddelde constructietijd van een kernreactor sinds de jaren 70 gestaag opgelopen en bedraagt ondertussen meer dan 15 jaar. Opmerkelijk is dat er geen empirische basis bestaat voor de claim dat meer reactoren bouwen de bouwtijd ervan inkort.
Zelfs in de gouden jaren 80, toen in Europa en de VS jaarlijks meer dan tien reactoren in gebruik werden genomen, was de gemiddelde bouwtijd al aan het verdubbelen. Er is ook sprake van zogenoemde negatieve leereffecten: hoe meer reactoren je bouwt, hoe duurder ze worden. Ook de claim dat een eerste centrale van een nieuw type altijd duurder is dan de volgende, is dus gebaseerd op wensdenken.
Inspraak van de burger
Dat wil niet zeggen dat kernreactoren snel en binnen budget bouwen niet mogelijk is. Dat bewijzen landen als Rusland, China, maar ook Zuid-Korea en, in het verleden, Japan. Maar dat heeft weinig met technologie te maken. Wat al die landen gemeenschappelijk hebben, is een voldoende grote arbeidsreserve, beperkte of zelfs af
wezige inspraak van de burger, een verticaal geïntegreerde en vaak gemonopoliseerde energie-industrie en uniforme regelgeving.
Daar zal op de top veel minder eensgezindheid over zijn geweest. Er is geen politiek draagvlak om democratische inspraak of de vrijgemaakte energiemarkt op te offeren in de hoop de bouwtijden van kernreactoren in te korten, dat zou in de praktijk de energietransitie net vertragen. Maar ook iets op het eerste gezicht vanzelfsprekends als uniforme Europese veiligheidsregelgeving ligt moeilijk: zelfs landen die pro kernenergie zijn, laten de nationale belangen primeren.
Dat zie je ook als er dan toch eens een nieuwe reactor wordt gebouwd: ieder land wil dan de eigen industrie zo veel mogelijk laten meegenieten.
Daardoor moeten in ieder land bouwvakkers en ingenieurs voor de eerste, maar ook enige keer leren hoe ze een kerncentrale moeten bouwen.
Het is koffiedik kijken of deze top veel zal veranderen. Zelfs al wordt er een vorm van goedkope financiering gevonden die niet in strijd is met de regels op staatssteun, de zaken die werkelijk de bouwtijd en kostprijs van kernreactoren bepalen, los je niet op door er meer geld tegenaan te gooien.
Misschien moeten we gewoon durven te accepteren dat een kernreactor bouwen bij ons 15 jaar duurt en 15 miljard euro kost. Dat maakt het mogelijk om geschikte financieringsvormen te zoeken en het maakt duidelijk dat er op de korte termijn geen alternatief is voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.