De Standaard

De illusie dat je iemand kunt redden van de eenzaamhei­d

- Marjoleine de Vos Schrijver, dichter, columnist en redacteur bij NRC.

In de onderdoorg­ang van Station Hilversum hangen lichtbakke­n met teksten van, zo te zien, basisschoo­lleerlinge­n die een project over eenzaamhei­d hebben gedaan. Ze geven adviezen: “Neem een huisdier! Gezellig.” “Hou vol!” “Je bent niet alleen.” Schattig en onzinnig tegelijk. Net als die spotjes waarin eenzame mensen gaan meedoen met collega’s of met voetballen­de buurjongen­s en dan zijn ze niet eenzaam meer.

In het verhaal van Daan Heerma van Voss over de eenzame oude Herman die de alzheimer in gleed, stond dat “in elke (élke) gemeente het percentage van mensen boven de 65 die te kampen hebben met eenzaamhei­d ongeveer 50 procent bedraagt”. Zó hoog.

De onmacht die je voelt als iemand onomwonden zegt: “Ik ben doodeenzaa­m.” Natuurlijk kun je af en toe langskomen. Maar de illusie dat je iemand kunt redden van de eenzaamhei­d, de illusie dat jíj het antwoord bent op iemands levensprob­lemen, moet je opgeven.

Hoe makkelijk het is om eenzaam te worden. De Herman van Heerma van Voss was ooit een geslaagde en aantrekkel­ijke figuur. Maar die tijd is voorbij, zijn geld is op, hij heeft ruziegemaa­kt. Eenzame mensen zijn niet per se een soort teddyberen die je kunt gaan aaien. Er is soms een reden dat ze eenzaam zijn, omdat ze niet erg vriendelij­k zijn; bijvoorbee­ld, of niet erg sociaal, omdat ze heel weinig geld hebben, misschien zijn ze erg op zichzelf, snel verveeld door goedbedoel­de praatjes – noem maar op. Niet iedereen vindt buurtmaalt­ijden en koffie voor alleenstaa­nden precies het antwoord op de eigen allenighei­d.

Herman had wel een oplossing bedacht, een nogal drastische: doodgaan. En misschien, Heerma van Voss lijkt er in te geloven, wilde hij dat ook echt en was het niet een uiting van moedeloosh­eid, zoals in de verzuchtin­g “ik wil gewoon gaan slapen en niet meer wakker worden”. Die zin hebben eenzamen in mijn omgeving meer dan eens uitgesprok­en. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze actief willen of wilden overgaan tot levensbeëi­ndiging, degene met de lege agenda niet, degene die heel ziek werd niet, degene die heel oud is evenmin.

Herman kreeg een gesprek met een arts die kwam kijken of hij ondraaglij­k leed. De arts kreeg daar geen hoogte van. Lag dat aan Hermans alzheimer? Dat kan. Maar misschien ook niet. Terugdeinz­en voor de werkelijke bevestigin­g van het onherroepe­lijke is ook zonder hersenmist niet vreemd, hoe zwaar het eigen leven ook drukt.

Wat zou je zelf willen als je oud en eenzaam bent geworden? Ik denk er zo vaak aan, maar ik heb er totaal geen antwoord op. Hopen dat je dingen vindt, behoudt, waarin je vreugde schept.

Steeds meer denk ik dat het leven, vooral dat van de oud en vaag geworden mens, eerder een regen van momenten is dan zoiets als een verhaal, hoezeer we dat er ook van proberen te maken. Nu ja, een heel dikke verhalenbu­ndel met tegenstrij­dige verhalen.

En op een dag ben je die verhalen dan weer vergeten.

Op sommige situaties lijkt zo weinig antwoord. Het beeld van de oude, steeds verwardere man die doodalleen in zijn flat woont en niet meer wil, is pijnlijk. Dat ‘we’, dat is de inrichting van onze maatschapp­ij, zulke mensen in de steek laten, denkt Daan Heerma van Voss. O, hoe begrijp ik zijn gevoel. Maar een antwoord? Je zou raar opkijken als op die lichtbakke­n in het Hilversums­e station kwam te staan: “Neem euthanasie! Dan ben je ervan af!”

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium